De gemeenteraad heeft in vergadering van 25 maart 2019 het belastingreglement op handelingen in het kader van de omgevingsvergunning goedgekeurd.
Omwille van:
- een verschil in werklast tussen digitale en analoge aanvragen;
- een onevenwicht tussen bijkomende woongelegenheden bij meergezinswoningen en eengezinswoningen in groepswoningbouw;
- het stimuleren om gemengde aanvragen in één dossier in te dienen
wordt een aanpassing voorgesteld.
Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:
Bevoegdheidsgrond
Toepasselijke regelgeving
Dit belastingreglement, zoals goedgekeurd op 25 maart 2019, dient gewijzigd te worden om volgende redenen:
het behandelen van attesten, meldingen en aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningendecreet vergt een aanzienlijke inzet van de gemeentelijke middelen. Het is billijk deze inzet ten dele door te rekenen aan degene op wiens initiatief en in wiens voordeel de meldings- en vergunningsprocedures worden doorlopen.
Het digitaal indienen moet bevorderd worden t.o.v. analoge indiening op papier, aangezien dit één van de pijlers is van de omgevingsvergunning. Analoog ingediende dossiers zoals een stedenbouwkundig attest betekenen immers een grotere werklast, aangezien de administratie deze zelf moet omzetten in digitale dossiers. Tevens is het bevorderen van de aanvraag van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit en stedenbouwkundige handelingen in één dossier een besparing in tijd voor de gemeentelijke diensten. Wanneer er verdicht kan worden op een perceel, geldt nu enkel een belasting voor meergezinswoningen. Verdichten kan echter ook door meerdere eengezinswoningen op te richten, dit wordt vanaf nu ook belast per bijkomende woongelegenheid. Tenslotte worden enkele vrijstellingen geschrapt, die tot doel hadden zuiver milieuvriendelijke activiteiten te ontlasten. Milieuvriendelijk bouwen wordt immers gestimuleerd en verplicht door de Vlaamse Overheid, waardoor de vrijstelling kan vervallen. Dit vergemakkelijkt ook de facturatie.
Daarnaast is het logisch om voor grote projecten (zoals verkavelingen en meergezinswoningen of groepswoningbouw) een hoger bedrag door te rekenen dan bij een reguliere eengezinswoning.
Het is aangewezen voor bepaalde handelingen en aanvragers een vrijstelling te verlenen:
De belasting op handelingen in het kader van de omgevingsvergunning neemt de financiële toestand van de gemeente in overweging en heeft als doel een deel van de kosten te recupereren, die de gemeentelijke administratie moet maken om de vergunningen en attesten te verlenen. Bijgevolg is het wenselijk om een belasting te heffen op handelingen in het kader van de omgevingsvergunning, zodat op die manier wordt bijgedragen in de gemeentelijke uitgaven.
De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Artikel 1: Overgangsbepaling
Het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2019 van de gemeente Puurs-Sint-Amands inzake de vaststelling van de belasting op handelingen in het kader van de omgevingsvergunning blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór datum van inwerkingtreding van huidig reglement zijnde 1 januari 2022, maar wordt opgeheven vanaf 1 januari 2022.
Artikel 2: Heffingstermijn - belastbaar feit
Voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025 wordt een belasting gevestigd op behandeling van de attesten, vergunningsaanvragen of meldingen, zoals bepaald in het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar uitvoeringsbesluiten, ongeacht de vergunningverlenende overheid.
Artikel 3: Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de aanvraag of melding heeft ingediend.
Artikel 4: Berekeningsgrondslag en tarieven
De belasting bestaat uit een belasting per dossiertype, onafhankelijk van de behandelende overheid, en kan cumulatief aangevuld worden met een toeslag voor eventuele bijkomende procedurestappen volgens onderstaande tabel.
De belasting wordt als volgt vastgesteld in euro:
3.1 Belasting per dossiertype |
euro |
Stedenbouwkundig attest |
|
|
100 |
Planologisch attest |
|
|
250 |
Melding |
|
|
50 |
|
50 |
|
25 |
|
50 |
|
0 |
|
0 |
Vereenvoudigde procedure (zonder openbaar onderzoek) |
|
|
150 |
|
50
|
|
100 |
|
50 |
|
150 |
Korte procedure omzetting (met openbaar onderzoek) |
|
|
300 |
Gewone procedure (met openbaar onderzoek) |
|
- Zonder wegenis - Met wegenis
|
200 + 100/lot 300 + 100/lot 300 |
|
100 |
|
300
|
|
150 |
|
300 |
|
300 |
Zijn meerdere bedragen uit bovenstaande tabel op een aanvraag van toepassing, dan geldt alleen het hoogste bedrag.
3.2 Belasting per bijkomende procedurestap |
euro |
Toeslag voor externe aangetekende zendingen bij 1e klasse |
150 |
Toeslag voor externe aangetekende zendingen vanaf 25 aanpalers (niet 1e klasse) |
200 |
Toeslag voor publicatie in krant of weekblad |
werkelijke kosten |
Toeslag voor projectvergadering op verzoek van de aanvrager |
100 |
Toeslag voor verplichte informatievergadering |
150 |
Administratieve lus door verzoek/fout van de aanvrager (in voorkomend geval kan dit bovenstaande toeslagen herhalen) |
50 |
3.3 Belasting per bijkomende woongelegenheid |
euro |
Toeslag per bijkomende wooneenheid (vanaf de tweede woongelegenheid - uitgezonderd nieuwe verkavelingen) |
100 |
Artikel 5: Vrijstelling
De belasting is niet verschuldigd bij:
Artikel 6: Wijze van invordering
De belasting wordt betaald na facturatie. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd.
Artikel 7: Administratieve geldboete
Voor het niet naleven van de bepalingen van dit belastingreglement of van het decreet van 30 mei 2008 kan een administratieve geldboete gelijk aan 500 euro worden opgelegd.
Het bedrag van de administratieve boete wordt ingekohierd.
Artikel 8: Verwijzingsregel
De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 9: Inwerkingtreding en bekendmaking
Dit reglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 december 2021, treedt in voege op 1 januari 2022 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.