Terug
Gepubliceerd op 22/12/2021

Besluit  Gemeenteraad

ma 20/12/2021 - 20:00

Bijzondere Politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen - Goedkeuring

Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Alex Goethals, Ann-Marie Morel, Ronny Tourné, Raf De Blaiser, Peter Van Hoeymissen, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Peter Lemmens, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Patrick Pauwels, Guido Cools, Lavinia De Maeyer, Sonja Van nimmen, Heiko Van Muylder, Willem Geeroms, Jef De Rop, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Dany Saey, Raoul Paridaens
Verontschuldigd: Steven Prinsen
Aanleiding

Op 1 februari 2021 trad artikel 29 quater van de wet van 6 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer (de wegverkeerswet) in werking. Hierdoor krijgen steden en gemeenten de mogelijkheid om voor beperkte snelheidsovertredingen een administratieve geldboete te bepalen. Indien de gemeenteraad hiervoor een bijzondere politieverordening aanneemt, worden deze beperkte snelheidsovertredingen gedepenaliseerd en is het openbaar ministerie niet meer bevoegd om deze strafrechtelijk af te handelen. De snelheidsovertredingen die de gemeente zelf mag beboeten moeten voldoen aan voorwaarden zoals bepaald door de hogere wetgeving.

Juridische grond

Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing: 

Bevoegdheidsgrond 

  • Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41;

Toepasselijke regelgeving:

  • Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, artikel 29 quater;
  • Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 119, 119bis en 135, §2; 

  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, tweede lid, 2° en artikel 288.

Feiten, context en argumentatie

1/ Decretale basis voor het bepalen van gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen

Op 27 november 2020 werd in het Belgisch Staatsblad het Decreet van 9 oktober 2020 houdende diverse bepalingen over het gemeenschappelijk vervoer, het algemeen  mobiliteitsbeleid, de weginfrastructuur en het wegenbeleid, en de waterinfrastructuur en het  waterbeleid gepubliceerd. In artikel 6 van dit decreet wordt een nieuw artikel 29quater toegevoegd in de wet van 6 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer (de wegverkeerswet). Dit artikel trad in werking op 1 februari 2021 en geeft aan de gemeenteraad de mogelijkheid om in zijn reglementen of verordeningen administratieve geldboetes te bepalen voor beperkte snelheidsovertredingen. Indien de gemeenteraad hiervoor opteert, worden deze snelheidsovertredingen gedepenaliseerd en is het openbaar ministerie niet meer bevoegd om deze snelheidsovertredingen strafrechtelijk af te handelen. De mogelijkheid voor de gemeenteraad om administratieve geldboetes te bepalen voor beperkte snelheidsovertredingen en de daaraan gekoppelde depenalisering wordt wel aan voorwaarden gekoppeld.

Zo kan de gemeenteraad alleen administratieve geldboetes bepalen voor het overschrijden van de toegelaten maximumsnelheid indien cumulatief voldaan is aan volgende voorwaarden:

• De snelheidsovertreding wordt begaan door een meerderjarige natuurlijke persoon of door een rechtspersoon. Dit betekent dat het moet gaan om snelheidsovertredingen begaan met voertuigen die ingeschreven zijn op naam van een meerderjarige natuurlijke persoon of op naam van een rechtspersoon. Snelheidsovertredingen begaan door minderjarige natuurlijke personen kunnen dus niet worden gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve geldboete. Wat het identificeren van de overtreder betreft, zijn artikel 67bis (natuurlijke personen) en 67 ter (rechtspersonen) van de wegverkeerswet van toepassing.

• Het betreft een overschrijding van de toegelaten maximumsnelheid met niet meer dan 20 kilometer per uur. De vastgestelde snelheden worden gecorrigeerd op dezelfde wijze als bij een straf rechtelijke afhandeling. Dit volgt uit het feit dat voor de vaststelling van de overtredingen wordt verwezen naar artikel 62 van de wegverkeerswet (zie hieronder). Op die manier zijn alle voorwaarden die gelden voor deze toestellen wanneer zij strafrechtelijk gesanctioneerde inbreuken registreren op dezelfde wijze van toepassing bij de vaststelling van administratief beteugelde inbreuken. Het gaat hier onder meer over de voorwaarden bepaald in het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 betreffende de goedkeuring, de ijking en de installatie van de meettoestellen, gebruikt om toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten. Zo zullen de technische tolerantiemarges die gehanteerd worden bij snelheidsovertredingen die straf rechtelijk beteugeld worden, op dezelfde wijze gelden bij administratief beteugelde snelheidsovertredingen.

• De snelheidsovertreding wordt begaan op plaatsen waar de toegelaten snelheid beperkt is tot 30 of 50 kilometer per uur. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen de plaatsen waar de snelheid beperkt is met zoneborden (bv. binnen de bebouwde kom of binnen een zone 30), of plaatsen waar de snelheid is beperkt door specifieke borden (bv. op een weg buiten de bebouwde kom maar waar de snelheid beperkt is tot 30 of 50 km per uur). In beide gevallen is een gemeentelijke administratieve afhandeling van de snelheidsovertreding mogelijk.

Dit neemt niet weg dat het bedrag van de administratieve geldboete wel kan verschillen (bv. hogere sanctionering indien overtreding wordt vastgesteld in de bebouwde kom of zone 30). Er wordt ook geen onderscheid gemaakt tussen de wegbeheerder van de plaats waar de snelheidsovertreding werd vastgesteld: zowel snelheidsovertredingen vastgesteld op gemeentewegen als deze vastgesteld op gewestwegen kunnen met een gemeentelijke administratieve geldboete worden gesanctioneerd. Snelheidsovertredingen vastgesteld op autosnelwegen kunnen echter niet worden gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve geldboete. Een gemeentelijke administratieve geldboete is ook uitgesloten voor snelheidsovertredingen vastgesteld in woonerven, omdat de snelheid daar beperkt is tot 20 kilometer per uur. Ook snelheidsovertredingen op plaatsen waar andere snelheidslimieten gelden (bv. 70 km per uur) kunnen niet met een administratieve geldboete worden gesanctioneerd.

• De snelheidsovertreding moet worden vastgesteld met automatisch werkende toestellen zoals vermeld in artikel 62 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer. Zowel bemande als onbemande camera’s, als vaste en mobiele camera’s kunnen worden gebruikt. Zoals eerder vermeld, moet het wel gaan om automatisch werkende toestellen die voldoen aan dezelfde eisen als de toestellen die strafrechtelijk gesanctioneerde snelheidsovertredingen vaststellen.

• De automatisch werkende toestellen waarmee de snelheidsovertredingen worden vastgesteld moeten volledig worden gefinancierd door de lokale overheid. Het begrip lokale overheid omvat niet enkel de lokale besturen in enge zin maar ook de lokale politiezones. Ook de cofinanciering tussen 2 politiezones of tussen de stad/gemeente en de politiezone is mogelijk. Er mogen echter geen gewestelijke middelen aangewend zijn voor de gehele of gedeeltelijke financiering van de toestellen.

• De snelheidsovertreding moet worden vastgesteld volgens de voorwaarden vermeld in artikel 62 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, met uitzondering van het zesde en achtste lid. Dit betekent dat de snelheidsovertreding enkel kan worden vastgesteld door de bevoegde personen opgesomd in artikel 3 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. In concreto betekent dit dat de vaststelling van de snelheidsovertreding in Puurs-Sint-Amands net zoals bij de strafrechtelijk gesanctioneerde snelheidsovertredingen, zal gebeuren door de lokale politie en dit op dezelfde wijze en met dezelfde garanties.

• Er mag niet gelijktijdig met de snelheidsovertreding een andere overtreding worden vastgesteld bv. een bestuurder waarbij een gemeten snelheid van 59 km per uur wordt vastgesteld in de bebouwde kom die tegelijkertijd ook door het rood licht rijdt; een bestuurder waarbij een gemeten snelheid van 58 km per uur wordt vastgesteld in een zone 50 maar waarbij ook wordt vastgesteld dat deze persoon niet beschikt over een geldig rijbewijs.

Indien niet aan bovenstaande voorwaarden voldaan is, kan de sanctionerend ambtenaar niet optreden ten aanzien van de vastgestelde snelheidsovertredingen en blijf t de straf rechtelijke procedure van toepassing. Wanneer de sanctionerend ambtenaar tijdens de procedure vaststelt dat deze voorwaarden om een administratieve geldboete op te leggen niet vervuld zijn (bv. omdat dit pas duidelijk wordt tijdens het ingediende verweer) moet hij de vaststeller van de overtreding (zijnde de lokale politie) daarvan op de hoogte brengen, zodat de strafrechtelijke procedure kan worden gevolgd. 

2/ Vaste bedragen

Omdat gemeenten niet verplicht zijn om administratieve geldboetes te bepalen voor snelheidsovertredingen waarbij voldaan is aan de hierboven opgesomde voorwaarden, is het mogelijk dat een gelijkaardige overtreding in de ene gemeente wordt gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve geldboete en in de naburige gemeente gerechtelijk wordt afgehandeld.

Om geen ongerechtvaardigde ongelijkheid tussen weggebruikers te laten ontstaan, heeft de decreetgever voorzien dat de bedragen van de gemeentelijke administratieve geldboetes moeten overeenstemmen met de bedragen zoals vastgelegd door de Vlaamse Regering ter uitvoering van artikel 65, § 1, tweede lid van de wegverkeerswet.  Deze bedragen worden vastgelegd in artikel 2, 2° van het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer. Noch de gemeenteraad, noch de sanctionerend ambtenaar kan van deze vastgelegde bedragen afwijken.

Concreet betekent dit dat de gemeentelijke administratieve gelboete voor de beperkte snelheidsovertredingen 53 euro bedraagt voor de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid. Binnen de bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, woonerf en erf wordt boven de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid de som van 53 euro met telkens 11 euro vermeerderd voor elke bijkomende kilometer per uur waarmee de toegelaten maximumsnelheid wordt overschreden. In alle andere gevallen wordt boven de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid de som van 53 euro vermeerderd met telkens 6 euro voor elke bijkomende kilometer per uur waarmee de toegelaten maximumsnelheid wordt overschreden. 

3/ Specifieke administratieve procedure

Tot slot wordt in artikel 29quater van de wegverkeerswet ook een nieuwe specifieke procedure ingevoerd voor de gemeentelijke administratieve afhandeling van de beperkte snelheidsovertredingen. Deze procedure wijkt af van de reeds bestaande GAS-procedures die geënt zijn op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Dit betekent dat naast de huidige procedures voor de afhandeling van zuivere overlastinbreuken (GAS 1), de afhandeling van gemengde inbreuken (GAS2 en 3), de afhandeling van inbreuken inzake stilstaan, parkeren en autoluw (GAS 4) er nu een vierde procedure (GAS 5) wordt toegevoegd met volgende krachtlijnen:

• De vaststeller (lokale politie) bezorgt zijn PV binnen de 14 dagen na vaststelling van de overtreding aan de sanctionerend ambtenaar.

• De sanctionerend ambtenaar maakt binnen de 14 dagen na de dag van ontvangst van het PV, dit PV samen met de vermelding van het bedrag van de administratieve geldboete over aan de overtreder.

• De overtreder dient de boete te betalen binnen de 30 dagen na kennisgeving van de beslissing, tenzij hij binnen diezelfde termijn van 30 dagen schriftelijk verweer indient.

• In geval van schriftelijk ingediend verweer, moet de sanctionerend ambtenaar binnen de 30 dagen na de dag van ontvangst van het ingediende verweer een beslissing nemen omtrent de ontvankelijkheid en gegrondheid van het verweer. Hij dient deze beslissing ter kennis te brengen van de overtreder binnen diezelfde termijn. Als de sanctionerend ambtenaar binnen dertig dagen na de dag waarop hij de verweermiddelen van de overtreder heeft ontvangen, deze niet onontvankelijk of niet ongegrond verklaart, worden die verweermiddelen geacht aanvaard te zijn.

• Tegen een beslissing waarbij een administratieve geldboete wordt opgelegd kan degene aan wie de boete is opgelegd binnen een maand na de kennisgeving van de beslissing volgens de burgerlijke procedure beroep aantekenen bij de politierechtbank.

De reeds aangestelde sanctionerende ambtenaren – reeds verantwoordelijk voor de behandeling van de dossiers GAS 1,2,3 en 4 - zullen instaan voor de verwerking en afhandeling van de GAS 5 dossiers. Zo zorgen ze onder meer voor de kennisgeving van de beslissing aan de overtreder, het beoordelen van het eventuele verweer en het nemen van een beslissing naar aanleiding van het verweer.

Publieke stemming
Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Alex Goethals, Ann-Marie Morel, Ronny Tourné, Raf De Blaiser, Peter Van Hoeymissen, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Peter Lemmens, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Patrick Pauwels, Guido Cools, Lavinia De Maeyer, Sonja Van nimmen, Heiko Van Muylder, Willem Geeroms, Jef De Rop, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Dany Saey, Raoul Paridaens
Voorstanders: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Alex Goethals, Ann-Marie Morel, Ronny Tourné, Raf De Blaiser, Peter Van Hoeymissen, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Peter Lemmens, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Patrick Pauwels, Guido Cools, Lavinia De Maeyer, Sonja Van nimmen, Heiko Van Muylder, Willem Geeroms, Jef De Rop, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Dany Saey
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1  : De gemeenteraad stelt de bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen vast als volgt:

     Bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen

Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied

Artikel 1. Het overschrijden van de toegelaten maximumsnelheid op plaatsen gelegen op het grondgebied van de gemeente Puurs-Sint-Amands wordt gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve gelboete indien cumulatief voldaan is aan volgende voorwaarden:

  • de snelheidsovertreding wordt begaan door een meerderjarige natuurlijke persoon of door een rechtspersoon;
  • het betreft een overschrijding van de toegelaten maximumsnelheid met niet meer dan 20 kilometer per uur (na correctie met technische tolerantiemarge);
  • de snelheidsovertreding wordt begaan op plaatsen waar de snelheid beperkt is tot 30 of 50 kilometer per uur; 
  • de snelheidsovertreding wordt vastgesteld volgens de voorwaarden vermeld in artikel 62 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, met uitzondering van het zesde en achtste lid;
  • de snelheidsovertreding wordt vastgesteld met automatisch werkende toestellen zoals vermeld in artikel 62 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, die volledig worden gefinancierd door de lokale overheid;
  • er wordt niet gelijktijdig een andere overtreding vastgesteld.

Hoofdstuk 2: De gemeentelijke administratieve geldboete

Artikel 2. De bedragen van de administratieve geldboetes voor de snelheidsovertredingen zoals omschreven in artikel 1 van deze verordening, zijn gelijk aan de bedragen vastgelegd door de Vlaamse Regering in artikel 2, 2° van het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer.

Hoofdstuk 3. De administratieve procedure

Afdeling 1: Vaststelling

Artikel 3. De vaststelling van de snelheidsovertredingen zoals omschreven in artikel 1 van deze verordening gebeurt door de bevoegde personen vermeld in artikel 3 van het Koninklijk besluit 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

Artikel 4. Het proces-verbaal van de overtreding wordt binnen veertien dagen nadat de overtreding is vastgesteld bezorgd aan de sanctionerend ambtenaar, vermeld in artikel 6 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

Afdeling 2: Procedure voor de sanctionerend ambtenaar

Artikel 5. Binnen veertien dagen na de dag waarop de sanctionerend ambtenaar het proces-verbaal heeft ontvangen, bezorgt hij dat proces-verbaal samen met de vermelding van het bedrag van de administratieve geldboete per gewone brief aan de overtreder. De overtreder betaalt de administratieve geldboete binnen dertig dagen na de kennisgeving ervan, tenzij hij binnen diezelfde termijn zijn schriftelijke verweermiddelen bezorgt aan de sanctionerend ambtenaar. De betaling van de administratieve geldboete en het bezorgen van de schriftelijke verweermiddelen gebeuren overeenkomstig de wijze die in het betalingsverzoek is bepaald.

Artikel 6. Als de sanctionerend ambtenaar de schriftelijke verweermiddelen onontvankelijk of ongegrond verklaart, brengt hij de overtreder daarvan op de hoogte binnen dertig dagen na de dag waarop hij de verweermiddelen van de overtreder heeft ontvangen, met de vermelding van de administratieve geldboete die moet worden betaald. In dat geval wordt de administratieve geldboete betaald binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar op de wijze die in het betalingsverzoek is bepaald.

Artikel 7. Als de sanctionerend ambtenaar binnen dertig dagen na de dag waarop hij de schriftelijke verweermiddelen van de overtreder heeft ontvangen, de verweermiddelen van de overtreder niet onontvankelijk of ongegrond verklaart, worden die verweermiddelen geacht aanvaard te zijn.

Artikel 8. De beslissing om een administratieve geldboete op te leggen, heeft uitvoerbare kracht als ze definitief geworden is. De voormelde beslissing is definitief op een van de volgende tijdstippen:

  • dertig dagen na de kennisgeving van de administratieve geldboete, zoals bepaald in artikel 5 van deze verordening, tenzij de overtreder binnen deze termijn zijn schriftelijke verweermiddelen bezorgt aan de sanctionerend ambtenaar of beroep aantekent bij de politierechtbank
  • dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar waarbij de schriftelijke verweermiddelen onontvankelijk of ongegrond worden verklaard, zoals bepaald in artikel 6 van deze verordening, tenzij degene aan wie de boete is opgelegd binnen deze termijn beroep aantekent bij de politierechtbank

Artikel 9. Wanneer de sanctionerend ambtenaar tijdens de procedure vaststelt dat de voorwaarden om een administratieve geldboete op te leggen, zoals vermeld in artikel 1 van deze verordening, niet vervuld zijn, brengt hij de vaststeller van de overtreding daarvan op de hoogte zodat de strafrechtelijke procedure kan worden gevolgd.

Afdeling 3: Beroep bij de politierechtbank

Artikel 10. Tegen een beslissing waarbij een administratieve geldboete wordt opgelegd kan degene aan wie de boete is opgelegd binnen een maand na de kennisgeving van de beslissing volgens de burgerlijke procedure beroep aantekenen bij de politierechtbank.

De politierechtbank oordeelt over de wettelijkheid en de proportionaliteit van de opgelegde administratieve geldboete. Hij kan de opgelegde administratieve geldboete bevestigen of herzien. De beslissing van de politierechtbank is niet vatbaar voor hoger beroep. 

Artikel 2 :  De gemeenteraad geeft opdracht om deze bijzondere politieverordening bekend te maken op de website van de gemeente.

Artikel 3 : De bijzondere politieverordening zal in werking treden op 1 januari 2022.

Artikel 4 : De gemeenteraad geeft opdracht om een afschrift van deze beslissing en de bijzondere politieverordening te bezorgen aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en de griffie van de politierechtbank alsook aan de Procureur des Konings.