Terug
Gepubliceerd op 24/02/2021

Besluit  Gemeenteraad

ma 22/02/2021 - 20:00

Huishoudelijk reglement residentieel woonwagenterrein Schoubroek - Goedkeuring

Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Alex Goethals, Ann-Marie Morel, Ronny Tourné, Raf De Blaiser, Peter Van Hoeymissen, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Peter Lemmens, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Patrick Pauwels, Guido Cools, Steven Prinsen, Lavinia De Maeyer, Sonja Van nimmen, Heiko Van Muylder, Willem Geeroms, Jef De Rop, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Dany Saey, Raoul Paridaens
Aanleiding

Het huidige huishoudelijk reglement m.b.t. woonwagenterrein werd goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 4 mei 2006. Meerdere bepalingen zijn ondertussen verouderd, waardoor dit reglement dient geactualiseerd te worden.  

Juridische grond

Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing: 

Bevoegdheidsgrond 

  • Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41;

Toepasselijke regelgeving 

  • Het decreet van de Omgevingsvergunning van 25 april 2014;
  • Het koninklijk besluit op de Politie van het Wegverkeer van 1 december 1975;
  • De wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties van 24 juni 2013.
Feiten, context en argumentatie

In 2006 realiseerde de gemeente Puurs in Schoubroek een woonwagenterrein met 8 staanplaatsen voor woonwagenbewoners. De bedoeling was toen om de huidige woonwagenbewoners van twee verspreide locaties op het grondgebied van de gemeente Puurs samen te brengen naar een locatie. Op het woonwagenterrein Schoubroek werden voor de plaatsing van de woonwagens de nodige infrastructuur en nutsvoorzieningen voorzien.

Om een goed samenleven van de woonwagenbewoners te garanderen werd een reglementering uitgewerkt. In samenspraak met het OCMW en het Minderhedencentrum Vlaanderen werd in 2006 een huishoudelijk reglement en een retributiereglement opgemaakt. Voor de organisatie, toewijzing en beheer van het woonwagenterrein werd een woonwagencommissie, bestaande uit het gemeentebestuur, het OCMW en het Provinciaal Integratiecentrum Minderheden Antwerpen opgericht. Het huishoudelijk reglement m.b.t. woonwagenterrein werd goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 4 mei 2006.

Het oude reglement was niet meer up-to-date. Zo was er in het huidige reglement sprake van een retributie, terwijl in de praktijk met de woonwagenbewoners een huurovereenkomst was afgesloten. Het huishoudelijk reglement en het huurreglement worden nu volledig op elkaar afgestemd. In het nieuwe reglement is de woonwagencommissie geschrapt. In de praktijk is deze commissie alleen bij elkaar geweest bij de opstart van het woonwagenterrein. De werking werd als te omslachtig en te stroef ervaren. De taken worden nu door de terreinbeheerder en het college van burgemeester en schepenen opgenomen.

Publieke stemming
Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Alex Goethals, Ann-Marie Morel, Ronny Tourné, Raf De Blaiser, Peter Van Hoeymissen, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Peter Lemmens, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Patrick Pauwels, Guido Cools, Steven Prinsen, Lavinia De Maeyer, Sonja Van nimmen, Heiko Van Muylder, Willem Geeroms, Jef De Rop, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Dany Saey, Raoul Paridaens
Voorstanders: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Alex Goethals, Ann-Marie Morel, Ronny Tourné, Raf De Blaiser, Peter Van Hoeymissen, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Peter Lemmens, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Patrick Pauwels, Guido Cools, Steven Prinsen, Lavinia De Maeyer, Sonja Van nimmen, Heiko Van Muylder, Willem Geeroms, Jef De Rop, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Dany Saey
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Enig artikel: De gemeenteraad keurt onderstaand huishoudelijk reglement met betrekking tot het residentieel woonwagenterrein Schoubroek goed: 

Artikel 1. Doel

De gemeente Puurs-Sint-Amands richt voor personen met een nomadische cultuur, die legaal in ons land verblijven, in Schoubroek een terrein in voor het sedentair wonen van woonwagenbewoners.

Artikel 2. Definities

In dit reglement hebben de onderstaande begrippen de ernaast vermelde betekenis:

Woonwagenbewoner: een persoon die legaal in België verblijft en die naar traditie woont of woonde in een woonwagen, of waarvan de ouders of grootouders dat deden, met uitzondering van bewoners van campings of gebieden met weekendverblijven.

Residentieel woonwagenterrein: een terrein dat bestemd en ingericht is voor het sedentaire wonen in woonwagens.

Standplaats: een afgebakende, genummerde ruimte op het woonwagenterrein, die dienstig is voor het plaatsen van een woonwagen en bijhorende voorzieningen.

Woonwagen: een woongelegenheid, gekenmerkt door flexibiliteit en verplaatsbaarheid, bestemd voor permanente en niet-recreatieve bewoning. De woongelegenheid heeft geen funderingen. Alleen de nutsleidingen (riolering, water, gas, kabel, telefoon, e.a.) bevinden zich in de grond. De woongelegenheid moet na het loskoppelen van de nutsleidingen verplaatsbaar zijn.

Aanbouw: een constructie die bouwtechnisch aansluit op de woonwagen en dient als aanvullend woongedeelte, als terras of berging. De aanbouw kan haar bestemming niet waarmaken zonder de aanwezigheid van de woonwagen. De aanbouw maakt integraal deel uit van de woonwagen.

Bijgebouw: een alleenstaande constructie op de standplaats, niet bestemd voor bewoning.

Dienstgebouw: een vaste constructie op de standplaats met sanitaire voorzieningen en nutsvoorzieningen voor de standplaatshouder.

Toewijzing: de eenzijdige en voorwaardelijke toewijzing van een standplaats aan een aanvrager en zijn gezin voor privaat gebruik.

Gezin: bestaat uit hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij uit twee of meer personen die, al dan niet door verwantschap met elkaar verbonden, eenzelfde hoofdverblijfplaats hebben en er samenleven.

Aanvrager: een persoon die voor zichzelf en zijn gezin een aanvraag voor toewijzing van een standplaats heeft ingediend.

Kandidaat standplaatshouder: de persoon wiens aanvraag aanvaard is en ingeschreven is in het aanvraagregister voor toewijzing van een standplaats.

Standplaatshouder: de woonwagenbewoner en de gehuwde of wettelijk samenwonende partner, waaraan de gemeente een standplaats heeft toegewezen op het woonwagenterrein.

Terreinbeheerder: de persoon aangesteld door het college van burgemeester en schepenen als contactpersoon en coördinator voor het beheer van het woonwagenterrein.

Huurprijs: het maandelijkse bedrag dat betaald wordt voor het gebruik van een standplaats door de standplaatshouder en zijn gezin. De huurprijs wordt bepaald in de huurovereenkomst.

Artikel 3. Toepassingsgebied

Dit reglement is van toepassing op het residentiële woonwagenterrein Schoubroek van de gemeente Puurs-Sint-Amands. Dit reglement is niet van toepassing op het tijdelijk verblijf in woonwagens, caravans of mobilhomes op een privaat terrein of in de openbare ruimte.

Artikel 4. Voorwaarden

4.1. Voorwaarden met betrekking tot het woonwagenterrein

4.1.1. Algemeen

Wie gebruik maakt van een standplaats op het residentieel woonwagenterrein respecteert de algemene bestuurlijke politieverordening en dit huishoudelijk reglement.

4.1.2. Rust en openbare orde

De standplaatshouder zorgt ervoor dat de rust, de veiligheid en de gezondheid van de andere bewoners en de buurt niet wordt gestoord. Er mogen geen activiteiten worden uitgeoefend die een risico van brand inhouden.

De aanwijzingen gegeven door de terreinbeheerder en de politie over het gebruik van de standplaats en het woonwagenterrein worden strikt nageleefd.

De standplaatshouder is gehouden de gemeente onmiddellijk te verwittigen van alle geweld en rechtsaanmatigingen die een derde zich op de standplaats mocht veroorloven. Indien hij dat nalaat, zal hij persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor de ontstane schade.

4.1.3. Wegen binnen het terrein

De weg Schoubroek aan het woonwagenterrein is een gemeenteweg. Bijgevolg is het Koninklijk besluit op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (wegcode) van toepassing.

Doorgangen moeten vrij blijven voor evacuatie en de toegang van de hulpdiensten. Het is verboden caravans, schroot, autowrakken of andere voorwerpen op de gemeenteweg te plaatsen.

Op de weg mogen voertuigen slechts stapvoets rijden.

4.1.4. Gebruik standplaats

Het woonwagenterrein is deels eigendom van de gemeente Puurs-Sint-Amands, maar de toegewezen standplaatsen hebben wel een particulier karakter.

Elke standplaats heeft een individueel dienstgebouw waarin naast een berging de nodige elektriciteit-, gas- en wateraansluitingen evenals de sanitaire voorzieningen voor de standplaatshouder en zijn gezin zijn ondergebracht.

De begunstigde onderhoudt de standplaats, met al haar aanhorigheden, in goede staat en neemt alle mogelijke voorzorgen om schade door vorst, storm of andere natuurelementen te voorkomen. Het is verboden de accommodatie op de standplaats te gebruiken voor andere doeleinden (professioneel, industrieel, commercieel of landbouw) dan waarvoor ze bestemd is.

4.1.5. Inrichtingen en constructies

Voor de aanleg van verhardingen, de plaatsing van omheiningen en poorten, en inrichtingen zoals het plaatsen van een woonwagen en het bouwen van een aanbouw of bijgebouw moet steeds schriftelijk toestemming gevraagd worden aan de gemeente.

Bovendien zullen bepaalde werken ook moeten voldoen aan de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het Decreet van de Omgevingsvergunning met zijn uitvoeringsbesluiten. De standplaatshouder volgt hierbij de richtlijnen van de terreinbeheerder. Enkel het gedeelte van de toegewezen standplaats dat voor plaatsing van inrichtingen is aangegeven, komt in aanmerking voor het plaatsen van een woonwagen, aan- en bijgebouw.

De woonwagen en de aanbouw moeten minstens 2 meter van de belendende standplaatsen af worden geplaatst, tenzij het college van burgemeester en schepenen anders toestaat. Bijgebouwen mogen geen woonfunctie hebben en niet aangehecht zijn aan het dienstgebouw.

Geen enkele inrichting of constructie mag bestaan uit meer dan één bewoonbare bouwlaag. Het college van burgemeester en schepenen kan een maximum vastleggen voor de oppervlakte en de hoogte van de woonwagen en/of de totale bebouwde oppervlakte van een standplaats.

Voor vergunde inrichtingen of constructies die op de standplaats worden geplaatst verzaakt de gemeente aan haar recht van natrekking, tenzij anders overeengekomen.

De bestaande grondverhardingen mogen niet gewijzigd worden. Het onverharde gedeelte van de standplaats moet door de standplaatshouder als tuin worden aangelegd en als zodanig onderhouden. Een kiezelverharding of gemakkelijk verwijderbare klinkers mogen enkel worden gelegd in overeenstemming met de richtlijnen van de terreinbeheerder.

Als de standplaatshouder zonder toestemming constructies plaatst of veranderingen aanbrengt aan de standplaats of aanhorigheden, heeft de gemeente het recht te eisen dat alle wijzigingen geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en het gehuurde goed geheel of gedeeltelijk in de oorspronkelijke staat wordt hersteld, zonder dat hieruit kosten voortvloeien voor de gemeente.

Wijzigingen waarvoor schriftelijke toestemming wordt gegeven en die bij het verlaten van de standplaats niet verwijderd of hersteld hoeven te worden, worden uitdrukkelijk genoteerd op de plaatsbeschrijving. De gemeente heeft te allen tijde het recht de standplaats te inspecteren, mits voorafgaande kennisgeving.

4.1.6. Nutsvoorzieningen

De aardgas en elektrische installaties en aansluitingen dienen conform de toepasselijke reglementering te zijn.

De standplaatshouder draagt de kosten van water-, gas- en elektriciteitsverbruik, het huren van de meters en het ruimen van de septische putten. In de situatie dat er één septische put voorzien is voor twee standplaatsen zijn beide standplaatshouders verantwoordelijk voor het ruimen van de septische put.

Voor het overige is het verboden gebruik te maken van de nutsvoorzieningen van een andere standplaats.

4.1.7. Opslag van brandstoffen voor huishoudelijk gebruik

Omdat de standplaatsen aangesloten zijn op aardgas, mogen geen tanks voor vloeibare brandstoffen of propaangas gebruikt worden.

Gasflessen voor verwarmings- of kooktoestellen, die buiten de woonwagen staan opgesteld, zijn toegelaten op de standplaats. De gasflessen worden beschermd tegen regen en rechtstreekse zonnestraling en worden steeds beveiligd tegen omvallen. De gezamenlijke inhoud van de glasflessen is maximaal 299 liter.

De leidingen voor gas moeten vakkundig geplaatst worden, altijd in goede staat verkeren en veilig zijn. De aansluitingen en de installatie van opslag van brandstoffen moeten veilig en conform de reglementering zijn. De gasinstallatie moet gecontroleerd worden bij ingebruikname van de standplaats en vervolgens om de drie jaar. De controle gebeurt door een erkend keuringsorganisme.

Het college van burgemeester en schepenen kan nadere en beperkende richtlijnen uitvaardigen. Bij inbreuk op dit artikel kan het college van burgemeester en schepenen overgaan tot de onmiddellijke ontmanteling van de installatie, op kosten van de eigenaar.

De opslag van andere brandstoffen zoals benzine, diesel of LPG is verboden.

Bodemverontreiniging moet vermeden worden. Eventuele kosten daaraan verbonden zijn ten laste van de standplaatshouder.

4.1.8. Beplanting en omheining

De omheining en beplanting die door de gemeente aangebracht zijn, mogen niet beschadigd of verwijderd worden. Indien de beplanting beschadigd wordt door het toedoen van de standplaatshouder draagt die de kosten voor herbeplanting.

Op de standplaats mag een beplanting aangebracht worden die geen hinder voor de buren veroorzaakt.

Plaatsen van een eigen omheining wordt aangevraagd bij de gemeente. Hierbij wordt rekening gehouden met de uniformiteit van het terrein, de hoogte en het materiaal van de omheining en met de stedenbouwkundige voorschriften.

De omheining van de standplaats mag uitsluitend bestaan uit levende hagen of een kwalitatieve houten of ‘paal en draad’ afsluiting van maximum 1,8 m hoog.

4.1.9. Huisdieren

Huisdieren mogen geen hinder en overlast veroorzaken. Ze verstoren de rust op het terrein niet, de reinheid van het terrein blijft gegarandeerd. Ze hebben een aangepaste huisvesting. Ze vormen geen gevaar voor de volksgezondheid en brengen de veiligheid van de bewoners niet in gevaar. Honden mogen niet los lopen buiten de standplaatsen. Het is verboden kleinvee en vee te houden.

4.1.10. Huisvuil

Huisvuil wordt overeenkomstig de gemeentelijke reglementering opgehaald. Het is toegestaan compostbakken te plaatsen op de standplaats.

Kosten voor het opruimen van sluikstorten en zwerfvuil op een standplaats door de gemeentediensten komen ten laste van de standplaatshouder.

4.1.11 Opslag

Opslag van allerlei goederen, afval, autowrakken, brandbare of explosieve stoffen is verboden, dit met uitzondering van de bepalingen van 4.1.7.

4.1.12. Onderhoud

De standplaatshouder houdt de aan hem toegewezen standplaats en het dienstgebouw in goede, ordelijke en hygiënische staat.

Hij of zij beschermt de aanwezige uitrusting tegen vorst, houdt de aflopen vrij en zorgt dat de toegangsdeur niet kan beschadigd worden door wind of storm.

De goten worden regelmatig nagekeken en geruimd door de standplaatshouder.

De standplaatshouder draagt zorg voor de verwarmingsinstallaties en onderhoudt ze. De gevel van het dienstgebouw dient in goede staat onderhouden te worden en moet steeds vrij blijven.

Bij renovatie-, onderhouds- en herstellingswerken informeert de gemeente de standplaatshouder naar behoren over de aard van de werken, het tijdschema, de te verwachten hinder, de invloed op de standplaatsprijs en de eventuele noodzaak van tijdelijke verhuizing.

4.1.13. Schade en herstellingen

De standplaatshouder brengt de gemeente of de terreinverantwoordelijke onmiddellijk op de hoogte van elke schade of gebrek aan de infrastructuur van de standplaats, ook als de oorzaak onbekend is.

Grote herstellingen, met uitzondering van de schade veroorzaakt door slijtage, overmacht en gebrek, worden uitgevoerd door de gemeente en worden doorgerekend aan de standhouder(s).  

De standplaatshouder moet de herstellingen en kleine onderhoudswerken uitvoeren, zoals op vergelijkbare wijze bepaald is in huurwetgeving voor herstellingen en kleine onderhoudswerken die ten laste vallen van de huurders.

Onderhoudswerken en herstellingen aan de gemeentelijke infrastructuur vallen ten laste van de gemeente wanneer ze het gevolg zijn van gewone slijtage, gebrek of overmacht. De gemeente onderhoudt de gemeenschappelijke delen van de infrastructuur.

De standplaatshouder stelt de gemeente in de gelegenheid elk schadegeval te onderzoeken en de nodige werken te laten uitvoeren. Tenzij bij dringende herstellingen brengt de gemeente de betrokken bewoners ten minste drie dagen voor het begin van de werken op de hoogte. De begunstigde treft de nodige maatregelen om de standplaatsen en infrastructuur te vrijwaren voor brand.

De standplaatshouder verzekert zijn risico’s en het verhaal van de buren, tegen iedere brandramp, ontploffing, kortsluiting en blikseminslag.

4.2. Voorwaarden m.b.t. de kandidaat standplaatshouder

4.2.1. Leeftijd

De kandidaat standplaatshouder moet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt alvorens een aanvraag te kunnen indienen bij de gemeente.

4.2.2. Geen eigendom

Kandidaat standplaatshouder of hun medebewoners, die een onroerend goed in volle eigendom hebben, kunnen geen aanspraak maken op een standplaats.

Artikel 5. Bedragen

Voor het gebruik van de standplaats betaalt de standplaatshouder een huurwaarborg en een huurprijs. Het bedrag van de huurwaarborg en de huurprijs is bepaald in de huurovereenkomst. De huurprijs wordt jaarlijks geïndexeerd volgens de in de huurovereenkomst voorziene indexeringsclausule.

Artikel 6. Procedure

6.1. Aanvraag

Iedere persoon of gezin die een standplaats op het woonwagenterrein wenst in te nemen, met de bedoeling er zijn hoofdverblijf te vestigen, moet een schriftelijke aanvraag indienen bij de gemeente Puurs-Sint-Amands, Dienst Leefomgeving, Hoogstraat 29, 2870 Puurs-Sint-Amands aangetekend of tegen ontvangstbewijs.

Om aanvaard te worden als kandidaat standplaatshouder, moet de aanvrager beantwoorden aan de definitie van woonwagenbewoner.

De aanvraag vermeldt de identiteit en gezinssamenstelling van de aanvrager. Elke latere gezinswijziging of wijziging van adres moet uit eigen beweging gemeld worden aan de gemeente. Dit moet gebeuren binnen de zes maanden na de gezins- of adreswijziging. Anders kan de aanvraag ongeldig verklaard worden.

Bij scheiding of einde van het wettelijk samenwonen blijft de aanvraag gelden voor beide partners die op het ogenblik van de aanvraag of de melding van de gezinswijziging wettelijk samenwoonden of gehuwd waren.

De aanvraag kan op schriftelijk verzoek van de kandidaat worden geschrapt.

6.2. Aanvraagregister

Elke geldige aanvraag wordt chronologisch en gedateerd ingeschreven in een aanvraagregister, dat wordt bijgehouden bij de dienst Leefomgeving. Bepalend is de datum van poststempel of datum van het ontvangstbewijs. Enkel aanvragen die voldoen aan de voorwaarden voor een aanvraag worden in het aanvraagregister opgenomen.

De aanvrager wordt ervan op de hoogte gesteld of hij al dan niet ingeschreven is in het aanvraagregister als kandidaat standplaatshouder.

De inschrijving in het aanvraagregister heeft niet automatisch de toewijzing van een standplaats tot gevolg. De inschrijving houdt geen enkele toelating in om een standplaats of een deel van het woonwagenterrein in gebruik te nemen in afwachting van een beslissing van het college van burgemeester en schepenen.

Het aanvraagregister kan door de gemeente worden geactualiseerd. De gemeente kan de kandidaat standplaatshouders verzoeken hun aanvraag voor een standplaats te vernieuwen. Zij worden aangeschreven op de laatst gekende woonplaats zoals vermeld in het rijksregister, tenzij de aanvrager uitdrukkelijk heeft gevraagd om de briefwisseling naar een ander adres te verzenden. Indien binnen de maand na dat verzoek geen bevestiging van de aanvraag komt, kan de kandidaat van het aanvraagregister worden geschrapt.

 6.3. Toewijzing

 Een standplaats wordt toegewezen aan een meerderjarige kandidaat standplaatshouder of een ontvoogde kandidaat ingevolge huwelijk of vonnis van de rechtbank.

 De standplaatsen worden toegewezen volgens de chronologische inschrijving op het aanvraagregister. Krijgen evenwel voorrang, in volgorde van belangrijkheid:

 

  1. Kinderen van bewoners van het woonwagenterrein die op datum van hun aanvraag jonger zijn dan 30 jaar én die vóór de leeftijd van 18 jaar in een woonwagen op het woonwagenterrein hebben gewoond.
  2. De kandidaat standplaatshouder moet minstens 3 jaar van de voorbije 6 jaar in het bevolkingsregister van de gemeente ingeschreven zijn.
  3. Bij bijzondere sociale omstandigheden of wanneer de interne relaties of de verstandhouding tussen de woonwagenbewoners door een toewijzing verstoord zouden kunnen worden.

 

Bij twee gelijkwaardige kandidaten standplaatshouders wordt rekening gehouden met de datum van inschrijving op de wachtlijst.

De gemeente kan een toewijzing aan een kandidaat niet toestaan als de standplaatstoewijzing aanleiding kan geven tot een ernstige bedreiging voor de fysieke of psychische integriteit van de andere woonwagenbewoners.

Het college van burgemeester en schepenen wijst aan de kandidaat bewoner een genummerde standplaats op het woonwagenterrein Schoubroek toe. De nummering van de standplaats is aangebracht op de deuren van de dienstgebouwen.

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt ook de ingangsdatum van de  huur. De toewijzing wordt betekend aan de kandidaat en zijn gehuwde of wettelijk samenwonende partner, samen met het inrichtingsplan van het woonwagenterrein, het huishoudelijk reglement voor het woonwagenterrein en het ontwerp van de huurovereenkomst met daarin de huurprijs.

6.4. Weigering

Binnen de 30 dagen bevestigt de kandidaat zijn akkoord met de toewijzing. Indien de kandidaat niet reageert op de betekening van de toewijzing, binnen de 30 dagen na verzenden van de toewijzingsbrief, wordt dit aanzien als een weigering, en wordt de kandidaat standplaatshouder geschrapt uit het aanvraagregister. Ook het onbestelbaar terugkeren van een brief waarin de aanvrager een standplaats toegewezen wordt, wordt gelijkgesteld met een schriftelijke weigering.

De kandidaat kan éénmaal een toegewezen standplaats weigeren. Deze weigering moet aangetekend of tegen ontvangstbewijs worden bezorgd aan de gemeente. De aanvrager behoudt zijn chronologische plaats in het aanvraagregister ‘kandidaat standplaatshouders’. Na een tweede weigering van een toegewezen standplaats wordt de kandidaat uit het aanvraagregister geschrapt. Een nieuwe aanvraag is noodzakelijk om terug in het aanvraagregister ingeschreven te worden.

6.5. Duur

De duur van het gebruik van de standplaats is vastgelegd in de huurovereenkomst.

6.6. Ingebruikname standplaats

De standplaats mag maar in gebruik genomen worden nadat voldaan is aan de formaliteiten voor ingebruikname:

-          De standplaatshouder bevestigt de toewijzing

-          De standplaatshouder ondertekent de huurovereenkomst

-          De standplaatshouder betaalt de waarborg en de huurprijs van de eerste maand

De gemeente en de standplaatshouder maken en ondertekenen een plaatsbeschrijving van de standplaats en haar sanitaire voorzieningen. De kosten voor de intredende plaatsbeschrijving worden gedragen door de partijen, ieder voor de helft. De overname van elektriciteit, aardgas en water gebeurt aan de hand van de beschikbare overnamedocumenten, die door beide partijen in 2 exemplaren ingevuld en ondertekend worden. De meterstanden van elektriciteit, aardgas en water worden eveneens opgenomen in de plaatsbeschrijving. De plaatsbeschrijving wordt gedagtekend door alle partijen voor akkoord ondertekend. Elke partij ontvangt een origineel exemplaar van de plaatsbeschrijving. De standplaatshouder ontvangt in afspraak met de terreinbeheerder de sleutels van het dienstgebouw.

Wordt aan deze formaliteiten niet voldaan binnen de  maand na de toewijzing van de standplaats, dan vervalt de toewijzing en wordt de aanvrager geschrapt uit het aanvraagregister.

De standplaats moet in gebruik genomen te worden binnen 60 dagen na het overhandigen van de sleutels.

De standplaatshouder en zijn gezin aan wie het college van burgemeester en schepenen de standplaats toegewezen heeft, moeten zich op de bevolkingsdienst van de gemeente laten inschrijven in het bevolkingsregister, binnen de acht dagen na bewoning van de standplaats. Wijzigingen in de gezinssamenstelling moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen of de terreinbeheerder.

6.7. Opzeg standplaats

De standplaatshouder kan een einde maken aan de standplaatstoewijzing volgens de modaliteiten van de huurovereenkomst. Alvorens de huurovereenkomst een einde neemt, dient een uittredende plaatsbeschrijving opgemaakt te worden. Iedere partij draagt hiervoor de helft van de kosten.

Bij de beëindiging van de huur dient:

-          Het terrein volledig ontruimd en opgeruimd te worden, met uitzondering van de veranderingen en aanpassingen, waarvoor toestemming werd gegeven door het college van burgemeester en schepenen, welke niet dienen verwijderd of afgebroken te worden bij vertrek

-          De aansluitingen van de nutsvoorzieningen overgedragen te worden aan de nieuwe standplaatshouder

-          De eventuele sleutels terugbezorgd te worden aan de terreinbeheerder

Zolang de standplaatshouder nalaat deze bepalingen na te leven, zal de maandelijkse huurprijs verschuldigd blijven.

Artikel 7. Controle

7.1. Vaststellingen

Vaststellingen op het terrein kunnen te allen tijde gebeuren door een door de gemeente aangestelde persoon, de terreinverantwoordelijke en door de politiediensten.

7.2. Inspectie standplaats

De door de gemeente afgevaardigde persoon of de terreinbeheerder heeft het recht de standplaats te betreden met het oog op de inspectie van het terrein en het sanitair, mits de standplaatshouder vooraf op de hoogte wordt gebracht.

De standplaatshouder moet de door de gemeente afgevaardigde personen in staat stellen op de afgesproken datum en uur de standplaats te inspecteren.

Bij het vermoeden van langdurige afwezigheid kan de gemeente de staat van het dienstgebouw controleren, zonder voorafgaande toestemming van de standplaatshouder.

Artikel 8. Sancties

Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen geen andere straffen opleggen, worden inbreuken op artikelen van dit huishoudelijk reglement bestraft met gemeentelijke administratieve sancties, zoals bepaald in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

Inbreuken op artikelen kunnen leiden tot zowel een administratieve geldboete en/of intrekking of schorsing van de vergunning tot privaat gebruik op basis van de toewijzing door het college van burgemeester en schepenen van een standplaats.

Voorgenoemde sancties doen geen afbreuk aan de bevoegdheid van de burgemeester om een politiemaatregel te nemen op grond van de Nieuwe Gemeentewet wanneer de openbare orde in het gedrang komt of wanneer er openbare overlast is.

Onverminderd de strafbepalingen kan de gemeente van ambtswege optreden wanneer artikels van dit huishoudelijk reglement overtreden worden. Zij kan de noodzakelijke maatregelen (laten) uitvoeren op kosten en risico van de overtreder die heeft nagelaten om zelf de nodige maatregelen te nemen.

Artikel 9. Opheffingsbepalingen

Het huishoudelijk reglement residentieel woonwagenterrein Schoubroek, goedgekeurd door de gemeenteraad van Puurs van 4 mei 2006, wordt opgeheven met ingang van 1 maart 2021.

Artikel 10. Goedkeuring en inwerkingtreding

Dit huishoudelijk reglement werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2021 en treedt in werking op 1 maart 2021. De werking van dit reglement wordt geëvalueerd indien de nood zich voordoet.

Dit huishoudelijk reglement wordt bekendgemaakt via de gemeentelijke website.