Terug Raad voor maatschappelijk welzijn

Mon 27/06/2022 - 21:00 Raadzaal

Openbaar

Notulen vorige vergadering

Algemeen bestuur

Beleidsondersteuning

Financieel beheer

Jaarrekening

  • Op 20 december 2021 stelde de raden de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast. Voor 30 juni 2022 moeten de OCMW- en gemeenteraad de jaarrekening over het boekjaar 2021 vaststellen.

    Nadat de boekhouding werd afgesloten en de nodige controles werden uitgevoerd, heeft de financiële dienst (in samenwerking met het managementteam voor het beleidsmatig luik) het ontwerp van de jaarrekening opgemaakt.

    De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting.

    De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen eerst elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. Daarna keurt de gemeenteraad het deel van de jaarrekening zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed. Daardoor stelt de gemeenteraad de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast en kan de gemeente ze voor goedkeuring bezorgen aan de toezichthoudende overheid.

    Het beleidsmatig onderdeel van de jaarrekening m.b.t. interne organisatie is opgemaakt volgens het stramien van de Leidraad Organisatiebeheersing van Audit Vlaanderen en vormt meteen ook de rapportering van de algemeen directeur inzake organisatiebeheersing 2021, waarvan de raad gevraagd wordt kennis te nemen.

  • Voor het financiële boekjaar 2021 werd het ontwerp van jaarrekening Zorgbedrijf Klein-Brabant opgesteld.

    Dit ontwerp omvat de volgende documenten: de beleidsnota, de financiële nota en de samenvatting van de algemene rekeningen (de balans en de staat van opbrengsten en kosten), met de verplichte toelichtingen bij de financiële nota en de samenvatting van de rekeningen.

    De algemene vergadering van het Zorgbedrijf Klein-Brabant heeft de jaarrekening 2021 vastgesteld op 27 juni 2022, vervolgens wordt aan de OCMW-raad van het gekoppelde OCMW gevraagd advies te geven over deze jaarrekening.

Ondersteuning

HRM

  • De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat het telewerken een absolute boost kreeg.

    De voorbije ervaringen hebben ons geleerd dat er heel wat voordelen zijn bij telewerk voor zowel medewerkers als werkgever (mobiliteitsproblematiek, combinatie werk-gezin, kantoorruimte, …).

    Het lokaal bestuur Puurs-Sint-Amands kiest met het hybride werken resoluut voor een nieuwe invulling van de werkomgeving en een andere kijk op werken. Telewerken past in dit bredere verhaal, waar medewerkers meer vrijheid krijgen in waar en wanneer ze werken.

    De raad wordt gevraagd de telewerk policy goed te keuren.

  • Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.

    De aanpassing betreft een aanpassing binnen het beleidsdomein

    1) Algemeen bestuur, binnen de afdeling Beleids- en bestuursondersteuning

    2) Ondersteuning, met name de dienst Informatiemanagement.

    Omwille van het cruciale belang van de diensten HRM en Informatiemanagement worden deze gezamenlijk aangestuurd door de algemeen directeur (Algemeen Bestuur) en adjunct algemeen directeur (Ondersteuning).

    De expert communicatie met de sterk ICT-gerelateerde zaken (digitale communicatie / web-beheer, ...) zal mede functioneel aangestuurd worden door het nieuwe diensthoofd Informatiemanagement, maar blijft globaal onder de dienst Communicatie omwille van de noodzakelijke verbinding aldaar.

    3) Welzijn en Samenleven, met name :   

    Samenleven / Buitenschoolse Kinderopvang

    'Flankerend onderwijsbeleid' wordt geschrapt bij de dienst 'Buitenschoolse Kinderopvang' en nemen we niet meer expliciet op in het organogram maar wordt natuurlijk wel nog opgenomen en zit vervat in het takenpakket van de deskundig medewerker die rechtstreeks aan het diensthoofd Samenleven rapporteert. 

    Aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd akkoord te gaan met de wijzigingen in het organogram dewelke noodzakelijk zijn om een kwalitatieve dienstverlening te voorzien.

    Het nieuwe organogram wordt via bijlage te beschikking gesteld van de raadsleden.

Dienstverlening

Inspraak en participatie

  • Het Decreet over het Lokaal Bestuur (DLB) geeft aan de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn de opdracht om inwoners zo veel mogelijk bij het beleid te betrekken (artikel 2 DLB). Wettelijk zijn er enkele (beperkte) vereisten. Wel moet elk bestuur een ‘participatiereglement’ opstellen (artikel 304 § 5 DLB). Dit laat lokaal maatwerk toe en laat de besturen toe een eigen participatiebeleid uit te tekenen. 

    Het participatiereglement geeft een opsomming van alle mogelijke manieren waarop burgers kunnen participeren aan het lokale beleid.

    Het participatiereglement beschrijft zowel de wettelijk verplichte participatie als de niet-verplichte participatiemiddelen die de gemeente voorziet.

    Dit reglement geeft de burgers dan ook een volledig overzicht van alle participatiekanalen die de gemeente voor haar burgers heeft voorzien, zonder limitatief te zijn.

    Aan de OCMW-raad wordt gevraagd dit participatiereglement goed te keuren. 

Welzijn en samenleven

Sociale zorg

  • Het noodwoningreglement werd opgemaakt met betrekking tot het ter beschikking stellen van noodwoningen aan de getroffenen van het militair conflict in Oekraïne en bepaalt de modaliteiten/voorwaarden van die terbeschikkingstelling.

    Een aanvraag voor een noodwoning gebeurt als volgt:

    - Reguliere toewijzing door Fedasil: na registratie doorverwijzing van de getroffenen naar crisishuisvesting op lokaal niveau;

    - Niet regulier toewijzing / herhuisvesting via sociale zorg - OCMW Puurs-Sint-Amands

    De toewijzing van de noodwoning gebeurt op basis van een beslissing van het vast bureau.

    Een noodwoning wordt ter beschikking gesteld voor een duurtijd die aanvangt op de datum van de toewijzingsbeslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst en eindigt wanneer de opvang van de getroffene in de noodwoning in het kader van het militair conflict in Oekraïne niet langer noodzakelijk is. 

    Aan de raad wordt gevraagd dit reglement vast te stellen.

  • De wijkwerking wordt regionaal georganiseerd met IGEMO al wijkwerkorganisator, in samenwerking met VDAB en de lokale besturen. De doelstelling is om de competenties te versterken van de wijkwerkers om zo de kloof te dichten met het normaal economisch circuit. De wijkwerker worden ingezet in verschillende opdrachten: tuinarbeid, gemachtigd opzichter, kinderopvang ea. Er is begeleiding en opleiding voorzien vanuit VDAB en IGEMO, maar we merken dat en nog meer nood is aan competentieversterking: zo verhogen de kansen op positieve doorstroom van de wijkwerker. 

    Jaarlijks is er een positief saldo op de wijkwerking na aftrek van gemaakte kosten (personeel IGEMO, veiligheidskledij etc). Inkomsten worden gegenereerd door betalingen met wijkwerkcheques. Dit positief saldo wordt verdeeld onder de deelnemende besturen met een verdeelsleutel op basis van afgenomen wijkwerkcheques. De lokale besturen van Klein-Brabant Vaarland spraken op de welzijnskoepel af om dit saldo te herinvesteren in de doelgroep via het project Ensure.

    Het project ENSURE zal via innovatieve methodieken inspelen om kwetsbare doelgroepen te ondersteunen vanuit hun eigen leefwereld.
    Stakeholders, lokale en internationale partners willen hiervoor samen trainingen ontwikkelen door het uitwisselen van hun kennis en reeds opgedane ervaring met verschillende doelgroepen. Dat zorgt ervoor dat kwetsbare mensen weer in hun kracht komen te staan en beter kunnen participeren aan de samenleving.

    In het project ENSURE wil IGEMO als wijk-werkorganisator een ondersteuningstraject opzetten voor wijk-werkers. Deze ondersteuning wordt opgemaakt vanuit de noden van de wijk-werker zelf, zodat zij extra handvaten kunnen krijgen die ze individueel nodig hebben om vorderingen te maken in hun activeringstraject.

    In de overeenkomst wordt bepaald hoe ook in de cluster Klein-Brabant Vaartland deze training en begeleiding kan worden opgezet. Voor het project ENSURE bedraagt de kostprijs dit jaar in totaal € 12.073,- voor de periode 01/07/2022 – 31/03/2023. Dat betekent dat elke gemeente de som betaalt van €4024,34.

    De  overeenkomst loopt van 1 juli 2022 tot en met 31 maart 2023.

Samenleven

  • De raad voor maatschappelijk welzijn heeft, in vergadering van 16 december 2019, het reglement voor het verstrekken van een premie in het kader van algemene preventie goedgekeurd. Dit reglement bood de secundaire scholen die in de gemeente gevestigd zijn de mogelijkheid om een premie aan te vragen in het kader van algemene preventie zoals veiligheid, gezondheid, geluidsoverlast, vandalisme en hangjongeren. Deze problematieken worden besproken op het platform algemene preventie Puurs-Sint-Amands (PAPPSA). Deze premie dient de preventieve aanpak van de secundaire scholen aan te moedigen inzake de hierboven opgesomde thema's. 

    Omdat de in dit reglement voorziene procedure om een premie te bekomen, te omvattend was en de scholen andere prioriteiten hadden ingevolge de coronacrisis, heeft de raad voor maatschappelijk welzijn, in vergaderingen van 23 november 2020 en 6 september 2021, in afwijking van het reglement van 16 december 2019, nieuwe reglementen voor het verstrekken van een premie in het kader van algemene preventie goedgekeurd voor de schooljaren 2019-2020 en 2020-2021.

    Aangezien de coronacrisis ook een serieuze impact heeft op het schooljaar 2021-2022, wordt voorgesteld om voor dit schooljaar het reglement van 6 september 2021 te hernemen, in die zin dat: 

    • de beschikbare middelen op gelijke basis over de scholen zullen verdeeld worden;
    • zonder dat de scholen hiervoor een gedocumenteerde aanvraag moeten indienen.

    en dus niet volgens de procedure die voorzien was in het reglement, zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 16 december 2019, waarin was voorzien: 

    • dat de scholen een aanvraag moeten indienen die gedocumenteerd wordt met diverse facturen;
    • dat per secundaire school wordt berekend welk percentage van de facturen zij hebben ingediend ten opzichte van het totaal aantal ingediende facturen. Dit percentage van het bedrag dat jaarlijks voorzien wordt in het budget wordt uitbetaald.

    Dit voorstel werd besproken met de secundaire scholen tijdens het PAPPSA overleg van 14 december 2021 en werd door hen goed bevonden.

    Afhankelijk van de situatie in 2023 zal in de loop van 2023 het huidige reglement opgeheven worden en zal voorgesteld worden het reglement, zoals destijds goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in vergadering van 16 december 2019, terug op te nemen.

    Aan de OCMW-raad wordt gevraagd dit reglement voor het verstrekken van een premie in het kader van algemene preventie voor het schooljaar 2021-2022 goed te keuren. 

  • Vanaf 1 januari 2022 moet een organisator van een kinderopvang verplicht een opportuniteitsadvies van het lokaal bestuur toevoegen bij de vergunningsaanvraag voor een opvang bij het Agentschap Opgroeien voor: 

    • de opstart van een groepsopvang;
    • de verhuis van een bestaande locatie binnen de gemeente;
    • de uitbreiding van een bestaande locatie vanaf 9 plaatsen.

    De regelgeving voorzag vroeger al dat een organisator een advies moest vragen aan het lokaal bestuur over de vergunningsaanvraag voor een kinderopvanglocatie. Echter het lokaal bestuur was niet verplicht dit advies te geven en de organisator was niet verplicht dit advies af te wachten. 

    Door de wijzigingen in de regelgeving zal het lokaal bestuur thans wel verplicht advies geven over de opportuniteit van de opvang. 

    Het advies is niet bindend voor de organisator, noch voor het Agentschap Opgroeien. Wel moet de organisator in zijn vergunningsaanvraag bij het Agentschap Opgroeien toelichten hoe hij met de opmerkingen van het lokaal bestuur in het opportuniteitsadvies zal omgaan of waarom hij het advies van het lokaal bestuur naast zich neerlegt. 

    Het lokaal bestuur moet een procedure vastleggen voor het opstellen van het advies. Bij het opstellen van het advies moet rekening gehouden worden met vooraf bepaalde criteria die transparant, objectief en relevant zijn om de opportuniteit te beoordelen. 

    De belangrijkste criteria zijn:

    • het feit dat er een kennismakingsgesprek moet plaatsvinden tussen de organisator en het Lokaal Loket Kinderopvang, waarbij de plannen en de wederzijdse verwachtingen op elkaar werden afgestemd;
    • de organisator contact heeft gehad met de dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en een document kan voorleggen waaruit blijkt dat de locatie geschikt is voor kinderopvang;
    • spreiding van de locaties, zodat er in de volledige gemeente een aanbod aan kinderopvang is.

    Deze criteria en de procedure worden vastgelegd in een reglement.

    Aan de raad wordt gevraagd dit reglement goed te keuren. 

Mededelingen

Vragen