Terug
Gepubliceerd op 22/11/2023

Besluit  Raad voor maatschappelijk welzijn

ma 16/10/2023 - 21:00

Fietslease - Fietsbeleid en aanpassing Rechtspositieregeling - Goedkeuring

Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Ronny Tourné, Raf De Blaiser, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Peter Lemmens, Els De Smedt, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Guido Cools, Heiko Van Muylder, Ann-Marie Morel, Willem Geeroms, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Antoaneta Ciuca, Linda Caluwaerts, Hilde Waumans, Nilüfer Yürük, Liliane Mariën, Robbe Cooremans, Raoul Paridaens
Verontschuldigd: Patrick Pauwels, Lavinia De Maeyer
Aanleiding

Naar aanleiding van invoering van de fietslease, wensen we de rechtspositieregeling te wijzigen zodat de medewerkers hun eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk kunnen omzetten in een budget voor de fietslease. Tevens wordt de mogelijkheid geboden om ook maximum twee dagen vakantie om te zetten in een budget voor de fietslease. Ook deze mogelijkheid dient opgenomen te worden in de rechtspositieregeling. 

Daarnaast is het ook wettelijk verplicht een fietsbeleid uit te werken waarin de (praktische) modaliteiten en bepalingen van de fietslease duidelijk gemaakt worden aan de medewerker. Dit beleid zal als bijlage toegevoegd worden aan de rechtspositieregeling. 

Tot slot zijn we ook verplicht om bij deze wijziging van de rechtspositieregeling de toekenning van 15% loontoeslag of 9 minuten inhaalrust per uur voor verzorgenden van de erkende gezinszorg bij prestaties op weekdagen tussen 18u en 20u op te nemen. Deze regel wordt al toegepast sinds het besluit van de Vlaamse regering van 3 juni 2022 maar werd nog niet opgenomen in de rechtspositieregeling. 

Juridische grond

Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing: 

Bevoegdheidsgrond 

  • Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 77 en 78;

Toepasselijke regelgeving

  • Het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 en de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad van 24 april 2021;
  • Het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2022 en de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad van 7 juli 2022;
Adviezen

Gunstig advies van het HOCBOC dd. 25/08/2023.

Gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen dd. 26/09/2023.

Feiten, context en argumentatie

1. Fietslease - aanpassing Rechtspositieregeling

Naar aanleiding van invoering van de fietslease, dient de rechtspositieregeling aangepast te worden zodat de medewerkers hun eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk kunnen omzetten in een budget voor de fietslease. Tevens wordt de mogelijkheid geboden om ook maximum twee dagen vakantie om te zetten in een budget voor de fietslease. Ook deze mogelijkheid dient opgenomen te worden in de rechtspositieregeling. 

We voegen hiervoor volgende artikels toe aan de rechtspositieregeling:

Titel 7: De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen - Hoofdstuk II: De verplichte toelagen - Afdeling 3: De eindejaarstoelage - Artikel 202bis (nieuw artikel):

§1.       De eindejaarstoelage kan op vraag van het personeelslid geheel of gedeeltelijk worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een eindejaarstoelage in geld zoals omschreven in de Rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en 12 november 2010. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op de eindejaarstoelage.

Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest binnen de grenzen van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de eindejaarstoelage onverkort van toepassing. 

Het personeelslid moet zijn keuze om de eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk om te zetten maken op een moment dat er nog geen verworven rechten op die eindejaarstoelage bestaan.  Wanneer het personeelslid kiest voor een gedeeltelijke omzetting van de eindejaarstoelage, vermindert hiermee het bruto bedrag van de eindejaarstoelage. 

Indien het theoretisch budget meer was dan nodig voor de gekozen voordelen, wordt het saldo aan het personeelslid overgemaakt na afhouding van de noodzakelijke bijdragen en uiterlijk tijdens de maand december van het in aanmerking te nemen jaar. In voorkomend geval worden die teruggestorte gelden beschouwd als een gewone premie in geld.  

§2.    De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit worden uitgewerkt in een fietsbeleid dewelke als bijlage gevoegd wordt aan de rechtspositieregeling. 

Titel 8: Verloven en afwezigheden - Hoofdstuk II: De jaarlijkse vakantiedagen - Artikel 237bis (nieuw artikel):

§1.       Het personeelslid kan tot maximaal 2 vakantiedagen omzetten naar een theoretisch budget welke aangewend kan worden ter bevordering van fietsmobiliteit. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op deze vakantiedagen.

De in het eerste lid vermelde vakantiedagen kunnen worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid andere voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een vakantiedag zoals omschreven in de Rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en van 12 november 2010. 

Het personeelslid moet zijn keuze maken om een of meerdere bijkomende vakantiedagen om te zetten ten laatste op de laatste werkdag van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit worden aangevraagd.  

Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest aan de hand van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de vakantiedagen onverkort van toepassing.

§2.     De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit worden uitgewerkt in een fietsbeleid dewelke als bijlage gevoegd wordt aan de rechtspositieregeling. 

2. Fietsbeleid - bijlage aan Rechtspositieregeling:

Daarnaast werd ook een fietsbeleid uitgewerkt, dat als bijlage toegevoegd wordt aan de rechtspositieregeling. 

In dit fietsbeleid worden alle (praktische) modaliteiten en bepalingen vastgelegd met betrekking tot de fietslease.

Dit fietsbeleid wordt als bijlage toegevoegd aan deze beslissing. 

3. Onregelmatige prestaties verzorgenden gezinszorg - aanpassing Rechtspositieregeling:

Tot slot zijn we ook verplicht om bij deze wijziging van de rechtspositieregeling de toekenning van 15% loontoeslag of 9 minuten inhaalrust per uur voor verzorgenden van de erkende gezinszorg bij prestaties op weekdagen tussen 18u en 20u op te nemen. Deze regel wordt al toegepast sinds het besluit van de Vlaamse regering van 3 juni 2022 maar werd nog niet opgenomen in de rechtspositieregeling. 

Hiervoor wordt volgend artikel toegevoegd aan de rechtspositieregeling:

Titel 7: De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen - Hoofdstuk III: De onregelmatige prestaties - Afdeling 4: De onregelmatige prestaties van verzorgend personeel in de gezinszorg - artikel 209bis (nieuw artikel):

Naast de wettelijk voorgeschreven inhaalrust krijgt het verzorgend personeelslid in een erkende dienst voor gezinszorg, vermeld in artikel 1, 25°, van bijlage 2 die bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers is gevoegd, per uur prestaties op weekdagen tussen achttien en twintig uur een van de volgende voordelen:

  1. een toeslag op het uursalaris die gelijk is aan 15% van het uursalaris;
  2. 9 minuten extra inhaalrust

In dit artikel wordt verstaan onder weekdag: elke dag van de week, behalve zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen.

Publieke stemming
Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Ronny Tourné, Raf De Blaiser, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Peter Lemmens, Els De Smedt, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Guido Cools, Heiko Van Muylder, Ann-Marie Morel, Willem Geeroms, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Antoaneta Ciuca, Linda Caluwaerts, Hilde Waumans, Nilüfer Yürük, Liliane Mariën, Robbe Cooremans, Raoul Paridaens
Voorstanders: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Ronny Tourné, Raf De Blaiser, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Peter Lemmens, Els De Smedt, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Guido Cools, Heiko Van Muylder, Ann-Marie Morel, Willem Geeroms, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Antoaneta Ciuca, Linda Caluwaerts, Hilde Waumans, Nilüfer Yürük, Liliane Mariën, Robbe Cooremans
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Enig artikel: De raad voor maatschappelijk welzijn keurt onderstaande wijzigingen aan de rechtspositieregeling en het fietsbeleid als bijlage goed.

Volgende artikels worden toegevoegd aan de rechtspositieregeling:

Titel 7: De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen - Hoofdstuk II: De verplichte toelagen - Afdeling 3: De eindejaarstoelage - Artikel 202bis (nieuw artikel):

§1.       De eindejaarstoelage kan op vraag van het personeelslid geheel of gedeeltelijk worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een eindejaarstoelage in geld zoals omschreven in de Rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en 12 november 2010. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op de eindejaarstoelage.

Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest binnen de grenzen van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de eindejaarstoelage onverkort van toepassing. 

Het personeelslid moet zijn keuze om de eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk om te zetten maken op een moment dat er nog geen verworven rechten op die eindejaarstoelage bestaan.  Wanneer het personeelslid kiest voor een gedeeltelijke omzetting van de eindejaarstoelage, vermindert hiermee het bruto bedrag van de eindejaarstoelage. 

Indien het theoretisch budget meer was dan nodig voor de gekozen voordelen, wordt het saldo aan het personeelslid overgemaakt na afhouding van de noodzakelijke bijdragen en uiterlijk tijdens de maand december van het in aanmerking te nemen jaar. In voorkomend geval worden die teruggestorte gelden beschouwd als een gewone premie in geld.  

§2.    De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit worden uitgewerkt in een fietsbeleid dewelke als bijlage gevoegd wordt aan de rechtspositieregeling. 

Titel 8: Verloven en afwezigheden - Hoofdstuk II: De jaarlijkse vakantiedagen - Artikel 237bis (nieuw artikel):

§1.       Het personeelslid kan tot maximaal 2 vakantiedagen omzetten naar een theoretisch budget welke aangewend kan worden ter bevordering van fietsmobiliteit. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op deze vakantiedagen.

De in het eerste lid vermelde vakantiedagen kunnen worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid andere voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een vakantiedag zoals omschreven in de Rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en van 12 november 2010. 

Het personeelslid moet zijn keuze maken om een of meerdere bijkomende vakantiedagen om te zetten ten laatste op de laatste werkdag van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit worden aangevraagd.  

Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest aan de hand van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de vakantiedagen onverkort van toepassing.

§2.     De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit worden uitgewerkt in een fietsbeleid dewelke als bijlage gevoegd wordt aan de rechtspositieregeling. 

Titel 7: De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen - Hoofdstuk III: De onregelmatige prestaties - Afdeling 4: De onregelmatige prestaties van verzorgend personeel in de gezinszorg - artikel 209bis (nieuw artikel):

Naast de wettelijk voorgeschreven inhaalrust krijgt het verzorgend personeelslid in een erkende dienst voor gezinszorg, vermeld in artikel 1, 25°, van bijlage 2 die bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers is gevoegd, per uur prestaties op weekdagen tussen achttien en twintig uur een van de volgende voordelen:

  1. een toeslag op het uursalaris die gelijk is aan 15% van het uursalaris;
  2. 9 minuten extra inhaalrust

In dit artikel wordt verstaan onder weekdag: elke dag van de week, behalve zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen.