Besluit
Enig artikel: De notulen van de zitting raad voor maatschappelijk welzijn van 11 september 2023 worden goedgekeurd zonder opmerkingen.
Toelichting
Naar aanleiding van invoering van de fietslease, wensen we de rechtspositieregeling te wijzigen zodat de medewerkers hun eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk kunnen omzetten in een budget voor de fietslease. Tevens wordt de mogelijkheid geboden om ook maximum twee dagen vakantie om te zetten in een budget voor de fietslease. Ook deze mogelijkheid dient opgenomen te worden in de rechtspositieregeling.
Daarnaast is het ook wettelijk verplicht een fietsbeleid uit te werken waarin de (praktische) modaliteiten en bepalingen van de fietslease duidelijk gemaakt worden aan de medewerker. Dit beleid zal als bijlage toegevoegd worden aan de rechtspositieregeling.
Tot slot zijn we ook verplicht om bij deze wijziging van de rechtspositieregeling de toekenning van 15% loontoeslag of 9 minuten inhaalrust per uur voor verzorgenden van de erkende gezinszorg bij prestaties op weekdagen tussen 18u en 20u op te nemen. Deze regel wordt al toegepast sinds het besluit van de Vlaamse regering van 3 juni 2022 maar werd nog niet opgenomen in de rechtspositieregeling.
De OCMW-raad wordt gevraagd om de aanpassingen aan de rechtspositieregeling goed te keuren.
Volgende artikels worden toegevoegd aan de rechtspositieregeling:
Titel 7: De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen - Hoofdstuk II: De verplichte toelagen - Afdeling 3: De eindejaarstoelage - Artikel 202bis (nieuw artikel):
§1. De eindejaarstoelage kan op vraag van het personeelslid geheel of gedeeltelijk worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een eindejaarstoelage in geld zoals omschreven in de Rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en 12 november 2010. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op de eindejaarstoelage.
Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest binnen de grenzen van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de eindejaarstoelage onverkort van toepassing.
Het personeelslid moet zijn keuze om de eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk om te zetten maken op een moment dat er nog geen verworven rechten op die eindejaarstoelage bestaan. Wanneer het personeelslid kiest voor een gedeeltelijke omzetting van de eindejaarstoelage, vermindert hiermee het bruto bedrag van de eindejaarstoelage.
Indien het theoretisch budget meer was dan nodig voor de gekozen voordelen, wordt het saldo aan het personeelslid overgemaakt na afhouding van de noodzakelijke bijdragen en uiterlijk tijdens de maand december van het in aanmerking te nemen jaar. In voorkomend geval worden die teruggestorte gelden beschouwd als een gewone premie in geld.
§2. De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit worden uitgewerkt in een fietsbeleid dewelke als bijlage gevoegd wordt aan de rechtspositieregeling.
Titel 8: Verloven en afwezigheden - Hoofdstuk II: De jaarlijkse vakantiedagen - Artikel 237bis (nieuw artikel):
§1. Het personeelslid kan tot maximaal 2 vakantiedagen omzetten naar een theoretisch budget welke aangewend kan worden ter bevordering van fietsmobiliteit. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op deze vakantiedagen.
De in het eerste lid vermelde vakantiedagen kunnen worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid andere voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een vakantiedag zoals omschreven in de Rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en van 12 november 2010.
Het personeelslid moet zijn keuze maken om een of meerdere bijkomende vakantiedagen om te zetten ten laatste op de laatste werkdag van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit worden aangevraagd.
Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest aan de hand van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de vakantiedagen onverkort van toepassing.
§2. De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit worden uitgewerkt in een fietsbeleid dewelke als bijlage gevoegd wordt aan de rechtspositieregeling.
Titel 7: De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen - Hoofdstuk III: De onregelmatige prestaties - Afdeling 4: De onregelmatige prestaties van verzorgend personeel in de gezinszorg - artikel 209bis (nieuw artikel):
Naast de wettelijk voorgeschreven inhaalrust krijgt het verzorgend personeelslid in een erkende dienst voor gezinszorg, vermeld in artikel 1, 25°, van bijlage 2 die bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers is gevoegd, per uur prestaties op weekdagen tussen achttien en twintig uur een van de volgende voordelen:
In dit artikel wordt verstaan onder weekdag: elke dag van de week, behalve zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen.
De OCMW-raad wordt gevraagd om het fietsbeleid ter invoering van de fietslease goed te keuren.
Dit fietsbeleid is als bijlage toegevoegd aan deze beslissing.
Besluit
Enig artikel: De raad voor maatschappelijk welzijn keurt onderstaande wijzigingen aan de rechtspositieregeling en het fietsbeleid als bijlage goed.
Volgende artikels worden toegevoegd aan de rechtspositieregeling:
Titel 7: De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen - Hoofdstuk II: De verplichte toelagen - Afdeling 3: De eindejaarstoelage - Artikel 202bis (nieuw artikel):
§1. De eindejaarstoelage kan op vraag van het personeelslid geheel of gedeeltelijk worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een eindejaarstoelage in geld zoals omschreven in de Rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en 12 november 2010. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op de eindejaarstoelage.
Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest binnen de grenzen van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de eindejaarstoelage onverkort van toepassing.
Het personeelslid moet zijn keuze om de eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk om te zetten maken op een moment dat er nog geen verworven rechten op die eindejaarstoelage bestaan. Wanneer het personeelslid kiest voor een gedeeltelijke omzetting van de eindejaarstoelage, vermindert hiermee het bruto bedrag van de eindejaarstoelage.
Indien het theoretisch budget meer was dan nodig voor de gekozen voordelen, wordt het saldo aan het personeelslid overgemaakt na afhouding van de noodzakelijke bijdragen en uiterlijk tijdens de maand december van het in aanmerking te nemen jaar. In voorkomend geval worden die teruggestorte gelden beschouwd als een gewone premie in geld.
§2. De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit worden uitgewerkt in een fietsbeleid dewelke als bijlage gevoegd wordt aan de rechtspositieregeling.
Titel 8: Verloven en afwezigheden - Hoofdstuk II: De jaarlijkse vakantiedagen - Artikel 237bis (nieuw artikel):
§1. Het personeelslid kan tot maximaal 2 vakantiedagen omzetten naar een theoretisch budget welke aangewend kan worden ter bevordering van fietsmobiliteit. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op deze vakantiedagen.
De in het eerste lid vermelde vakantiedagen kunnen worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid andere voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een vakantiedag zoals omschreven in de Rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en van 12 november 2010.
Het personeelslid moet zijn keuze maken om een of meerdere bijkomende vakantiedagen om te zetten ten laatste op de laatste werkdag van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit worden aangevraagd.
Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest aan de hand van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de vakantiedagen onverkort van toepassing.
§2. De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit worden uitgewerkt in een fietsbeleid dewelke als bijlage gevoegd wordt aan de rechtspositieregeling.
Titel 7: De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen - Hoofdstuk III: De onregelmatige prestaties - Afdeling 4: De onregelmatige prestaties van verzorgend personeel in de gezinszorg - artikel 209bis (nieuw artikel):
Naast de wettelijk voorgeschreven inhaalrust krijgt het verzorgend personeelslid in een erkende dienst voor gezinszorg, vermeld in artikel 1, 25°, van bijlage 2 die bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers is gevoegd, per uur prestaties op weekdagen tussen achttien en twintig uur een van de volgende voordelen:
In dit artikel wordt verstaan onder weekdag: elke dag van de week, behalve zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen.
Toelichting
Op 10 mei 2023 werd binnen Comité C1 een protocolakkoord afgesloten over de zij-instroom van medewerkers in de zorg. Dit protocolakkoord komt er ter uitvoering van het Intersectoraal kaderakkoord betreffende het structureel instroomkanaal voor de zorg- en welzijnssector dat op 1 juli 2022 afgesloten werd tussen de sociale partners, waaronder de VVSG, en de Vlaamse minister van Welzijn. Dit is een nieuw instroomtraject, naast de bestaande instroomtrajecten (K-trajecten, project 600, Instroom A-traject en Kies voor de Zorg B-traject).
Het OCMW van Puurs-Sint-Amands wenst gebruik te maken van dit structureel instroomkanaal en te genieten van de samenhangende subsidiëring.
Daarom treft de OCMW-raad van Puurs-Sint-Amands een besluit waarin ze, in toepassing van art. 2, §1, tweede lid van het nieuwe Rechtspositiebesluit van 20 januari 2023 stipuleren dat het protocolakkoord en het kaderakkoord integraal deel uitmaken van de lokale rechtspositieregeling van het OCMW van Puurs-Sint-Amands.
Besluit
Artikel 1: De OCMW-raad van Puurs-Sint-Amands besluit dat het gebruik wenst te maken van het structureel instroomkanaal en te genieten van de samenhangende subsidiëring.
Artikel 2: De OCMW-raad van Puurs-Sint-Amands besluit dat, in toepassing van art. 2, §1, tweede lid van het nieuwe Rechtspositiebesluit van 20 januari 2023 stipuleren dat het protocolakkoord over de zij-instroom van medewerkers in de zorg afgesloten op 10 mei 2023 binnen het Comité C1 en het Intersectoraal kaderakkoord betreffende het structureel instroomkanaal voor de zorg- en welzijnssector dat op 1 juli 2022 afgesloten werd tussen de sociale partners en de Vlaamse minister van Welzijn, integraal deel uitmaken van de lokale rechtspositieregeling van het OCMW van Puurs-Sint-Amands.
Toelichting
Sinds 2010 organiseert Rolkar Rivierenland (Vlotter vzw) de dienst aangepast vervoer (DAV) in de zorgregio Mechelen. In afwachting van de verdere uitrol van de inrichting en invulling van vervoerregio’s, vervoerregioraden en regionale mobiliteitsplannen, behouden de DAV's voorlopig hun werking (decreet basisbereikbaarheid). In het verleden was er een klaverbladfinanciering opgezet waarbij de lokale besturen zich engageerden om een solidariteitsbijdrage te voorzien per inwoner. Sinds 2016 bedraagt deze € 0,25 per inwoner. Deze bijdrage wordt voor 2023 opgetrokken naar € 0,30 per inwoner. Voor 2024 bedraagt de geïndexeerde bijdrage per inwoner € 0,3098. Sinds 2016 werden de bijdragen niet geïndexeerd en door de hoge brandstofprijzen en onderhoud van het wagenpark is men genoodzaakt ook de bijdrage te verhogen. Vlotter vzw vraagt de samenwerkingsovereenkomst te verlengen. Het nodige budget werd in de meerjarenplanning voorzien. Inwoners van de gemeenten die aan een rolstoel gekluisterd zijn, kunnen op deze wijze in hun mobiliteitsbehoefte verder worden ondersteund.
Besluit
Artikel 1: De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst met Rolkar rivierenland vlotter vzw goed als volgt:
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST DAV ROLKAR RIVIERENLAND- OCMW PUURS-SINT-AMANDS M.B.T. DE DIENSTVERLENING VAN AANGEPAST VERVOER
Tussen
Vlotter Facilities vzw, met maatschappelijke zetel te 2850 Boom, Col. Silvertopstraat 15, vertegenwoordigd door ..........., voorzitter, en ..............., secretaris,
hierna genoemd ‘de vervoerder’
en het OCMW van Puurs-Sint-Amands, vertegenwoordigd door Koen Van den Heuvel, lid van de raad voor maatschappelijk welzijn en gemandateerd door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en Raoul Paridaens, algemeen directeur,
hierna genoemd het OCMW
is overeengekomen wat volgt:
Toelichting
Deze overeenkomst wordt gesloten in functie van het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit. DAV Rolkar Rivierenland treedt hierbij op als ‘de vervoerder’.
Deze overeenkomst maakt een samenwerkingsovereenkomst uit die bedoeld is om de voorwaarden te regelen waaronder inwoners van de gemeente Puurs-Sint-Amands gebruik kunnen maken van de dienstverlening van DAV Rolkar Rivierenland.
Artikel 1: voorwerp van de overeenkomst
Artikel 1.1. Begripsomschrijving
Het doel van de dienstverlening is om personen op een comfortabele manier en zittend in een rolstoel veilig te vervoeren. Het aanbod van het aangepast vervoer moet voldoende kwaliteit bieden om aan de mobiliteitsbehoefte van deze doelgroep te voldoen.
Aangepast vervoer heeft geen betrekking op ziekenvervoer, collectief instellingsvervoer en collectief werknemersvervoer. Aangepast vervoer verschilt ook van toegankelijk openbaar vervoer. Omdat voor de doelgroep de beschikbaarheid van vervoer het grootste probleem is worden geen criteria gesteld over het inkomen van de gebruiker.
Artikel 1.2. Voorwerp
Deze overeenkomst strekt ertoe de rechten en verplichtingen vast te stellen tussen de vervoerder en OCMW Puurs-Sint-Amands zodoende dat er een aanbod aangepast vervoer verzekerd kan worden dat voldoet aan de noden van de inwoners van Puurs-Sint-Amands.
Artikel 2: verplichtingen van de partijen
Artikel 2.1. De vervoerder verbindt er zich toe:
• Beschikbaar te zijn via één centraal telefoonnummer voor de zorgregio en telefonische permanentie te verzekeren tussen 9u en 12u en van 13u tot 16 uur van maandag t/m vrijdag;
• Ritten uit te voeren voor de inwoners van Puurs-Sint-Amands van 6u30 tot 24u, 7 dagen op 7;
• Administratieve en financiële verwerking van de dienstverlening te verzorgen : er wordt maandelijks een gebruikersfactuur opgemaakt;
• Het OCMW van Puurs-Sint-Amands op de hoogte te houden van het aantal uitgevoerde ritten en vervoerde personen.
Artikel 2.2 : Het OCMW van Puurs-Sint-Amands verbindt er zich toe :
• Voor de ritten die werden uitgevoerd voor de inwoners uit Puurs-Sint-Amands een financiële tussenkomst te bieden aan de vervoerder;
• De tussenkomst wordt bepaald op basis van het inwonersaantal;
• De tussenkomst bedraagt €0,3098 per inwoner voor het werkingsjaar 2024.
Voor het OCMW van Puurs-Sint-Amands bedraagt de bijdrage in 2024, € 8.293.97. Bepaald op basis van het inwonersaantal 26.772 op 01.01.2023.
Artikel 3: duur en opzegging van de overeenkomst
Artikel 3.1. De overeenkomst is gesloten voor één jaar en is jaarlijks opzegbaar, minimaal 2 maand voor de eerste dag van het nieuwe werkingsjaar (dat samenvalt met het kalenderjaar). De opzegging gebeurt aangetekend aan de andere partij.
Artikel 4: toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken
Artikel 4.1 Het Belgische recht is van toepassing op deze overeenkomst.
Artikel 4.2 Partijen zullen alles in het werk stellen om eventuele geschillen in der minne te regelen. Als er geen oplossing wordt gevonden, zijn enkel de bevoegde rechtbanken van Antwerpen bevoegd om in het geschil uitspraak te doen.
Namens Raad voor maatschappelijk welzijn,
Raoul Paridaens
Algemeen directeur
Els Goedgezelschap
Voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn