Terug
Gepubliceerd op 08/09/2021

Besluit  Raad voor maatschappelijk welzijn

ma 06/09/2021 - 21:00

Reglement tussenkomst in de betaling van begrafenis- en crematiekosten - Goedkeuring

Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Alex Goethals, Peter Van Hoeymissen, Hilde Van der Poorten, Raf De Blaiser, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Els De Smedt, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Patrick Pauwels, Guido Cools, Steven Prinsen, Sonja Van nimmen, Heiko Van Muylder, Ann-Marie Morel, Willem Geeroms, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Dany Saey, Raoul Paridaens
Verontschuldigd: Yvo Van Damme, Ronny Tourné, Peter Lemmens, Lavinia De Maeyer, Jef De Rop
Aanleiding

De gemeente staat in voor de begrafenis of crematie van behoeftigen, maar heeft deze taak gedelegeerd aan het OCMW. 

Juridische grond

Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing: 

Bevoegdheidsgrond 

  • Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 77 en 78;

Toepasselijke regelgeving 

  • Het Decreet op de begraafplaatsen en lijkbezorging van 16 januari 2004;
Adviezen

Het Bijzonder Comité voor de sociale dienst heeft gunstig advies verleend in vergadering van 12 augustus 2021.

Feiten, context en argumentatie

Aangezien de laatste jaren het aantal dossiers m.b.t. aanvragen tussenkomst bij begrafenis- en crematiekosten toeneemt bij de sociale dienst, wordt voorgesteld om een reglement in het leven te roepen, waarbij de regels mbt de tussenkomst van het OCMW geregeld worden. 

Om de 4 jaar wordt een overheidsopdracht uitgeschreven voor de uitvaarten lastens het OCMW. Deze opdracht is toegewezen aan begrafenisondernemer Stevens-Lenchant. 

In het kader van deze overheidsopdracht werd reeds vastgelegd welke dienstverlening vervat zit wanneer het OCMW een begrafenis of crematie ten laste neemt. 

Voor de duidelijkheid worden deze afspraken in het reglement opgenomen. Niettegenstaande de bedragen vastliggen, wordt toegestaan dat de familieleden hiervan voor maximum 100 euro kunnen afwijken (bv. door meer rouwbrieven te vragen dan het aantal dat werd bepaald).

Ingevolge dit reglement zal het ook mogelijk worden dat er bij de rusthuisbewoners die reeds ten laste zijn van het OCMW een bedrag op een rekening kan geplaatst worden ter bekostiging van de latere uitvaartkosten. 

Voorts wordt ook de procedure met de begrafenisondernemer geregeld en wordt er een artikel voorzien om de betaalde kosten terug te vorderen van bv. de onderhoudsplichtigen. 

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd om dit reglement goed te keuren. 

 

Financiële weerslag

Budgetsleutel: 2021/25-110101/0900-00/64823700/OCMW/VB/IP-GEEN


Publieke stemming
Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Alex Goethals, Peter Van Hoeymissen, Hilde Van der Poorten, Raf De Blaiser, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Els De Smedt, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Patrick Pauwels, Guido Cools, Steven Prinsen, Sonja Van nimmen, Heiko Van Muylder, Ann-Marie Morel, Willem Geeroms, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Dany Saey, Raoul Paridaens
Voorstanders: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Alex Goethals, Peter Van Hoeymissen, Hilde Van der Poorten, Raf De Blaiser, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Els De Smedt, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Patrick Pauwels, Guido Cools, Steven Prinsen, Sonja Van nimmen, Heiko Van Muylder, Ann-Marie Morel, Willem Geeroms, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Dany Saey
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Enig artikel: De raad voor maatschappelijk welzijn keurt onderstaand reglement m.b.t. tussenkomst in de betaling van begrafenis- en crematiekosten goed: 

Artikel 1. Doel

Wanneer iemand overlijdt, wordt in eerste instantie verwacht dat de familieleden de uitvaart regelen.

Ingevolge artikel 14 van het Decreet van 16 januari 2004 betreffende begraafplaatsen en lijkbezorging staat de gemeente in voor de begrafeniskosten van behoeftigen. De gemeente delegeert deze taak aan het OCMW van Puurs-Sint-Amands, dat de begrafeniskosten van deze behoeftige personen ten laste neemt. Aangezien de begrafeniskosten worden beschouwd als een last van de nalatenschap, kan het OCMW deze kosten, op basis van de wettelijk geldende onderhoudsplicht, geheel of gedeeltelijk gaan terugvorderen bij de erfgenamen onder de voorwaarden zoals hieronder bepaald.

Artikel 2. Toepassingsgebied

Dit reglement is van toepassing op:

  • wanneer niemand het initiatief tot begraven neemt;
  • indien de overledene noch zijn erfgenamen in staat zijn de begrafeniskosten te dragen;
  • indien de overledene geen erfgenamen heeft of enkel erfgenamen heeft die de nalatenschap verwerpen of  geen contact meer hebben met de overledene;
  • het lichaam wordt bewaard op het grondgebied van Puurs-Sint-Amands en de uitvaart vindt plaats op het grondgebied van Puurs-Sint-Amands

Verschillende mogelijkheden kunnen zich voordoen:

  • laatste domicilie in Puurs-Sint-Amands en overlijden in Puurs-Sint-Amands => kosten zijn ten laste van het OCMW van Puurs-Sint-Amands;
  • laatste domicilie in Puurs-Sint-Amands, maar overlijden buiten Puurs-Sint-Amands => kosten zijn ten laste van het OCMW van Puurs-Sint-Amands
  • laatste domicilie niet in Puurs-Sint-Amands, maar overlijden buiten Puurs-Sint-Amands en OCMW van Puurs-Sint-Amands is bevoegd voor steunverlening (vb. WZC) => OCMW Puurs-Sint-Amands mag kosten ten laste nemen, maar moet niet;
  • laatste domicilie niet in Puurs-Sint-Amands, maar overlijden in Puurs-Sint-Amands => gemeente die de kosten ten laste moet nemen ingevolge het decreet op de lijkbezorging, is de gemeente die de kosten ten laste moet nemen waar de overledene was ingeschreven in het bevolkingsregister, vreemdelingenregister of wachtregister.

Artikel 3. Gerechtigden

Komen in aanmerking voor een begrafenis of crematie lastens het OCMW:

  • behoeftige personen, die geen echtgeno(o)t(e) of kinderen nalaten en die geen actief dossier hebben bij het OCMW van Puurs-Sint-Amands;
  • behoeftige personen die ten laste van het OCMW van Puurs-Sint-Amands in een woonzorgcentrum, serviceflat, bejaardenwoning of andere instelling verblijven;
  • behoeftige personen, die een echtgeno(o)t(e) nalaten, die zelf ten laste zijn van het OCMW of gerechtigd zijn op een beperkt inkomen of omwille van sociale, relationele of financiële redenen niet willen/kunnen instaan voor de begrafeniskosten;
  • ofwel als dakloze op het grondgebied van de gemeente Puurs-Sint-Amands overleden zijn;

 Artikel 4: Voorwaarden

§1. M.b.t. eigen middelen overledene/familieleden:

Er zal steeds nagegaan worden of de familie of nabestaanden bereid zijn om de begrafenis te regelen en de kosten te betalen. In eerste instantie zullen steeds de beschikbare gelden van een overledene worden aangewend om de kosten te betalen.

§2. M.b.t. de begrafenisondernemer:

De begrafenis wordt geregeld door de begrafenisondernemer die zich contractueel verbonden heeft met het OCMW van Puurs-Sint-Amands.

Indien de overledene geen beschikbare gelden heeft en de familie niet in staat is om de kosten te dragen, worden volgende stappen gevolgd:

-          de sociale dienst bezorgt bij elke nieuwe aanvraag voor een ten laste name een kopie van dit reglement aan de familie/nabestaanden. Dit reglement is ook raadpleegbaar via de gemeentelijke website.

-          Aan de begrafenisondernemer wordt ook een kopie bezorgd;

-          de sociale dienst contacteert de begrafenisondernemer;

-          de begrafenisondernemer maakt een offerte op van de kosten en bezorgt deze aan het OCMW. De begrafenisondernemer vermeldt ook de extra prestaties op de factuur die gevraagd werden  door de familie of koppelt dit minstens terug aan het OCMW.

-          het OCMW bevestigt, na goedkeuring middels dringende beslissing van de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, de offerte via e-mail

-          binnen de 30 dagen na de begrafenis/crematie maakt de begrafenisondernemer de factuur en het overlijdensattest over aan het OCMW

-          de factuur wordt na ontvangst gecontroleerd door een maatschappelijk werker. Indien de factuur conform het reglement is opgesteld, wordt deze ter goedkeuring voorgelegd aan het eerstvolgende bijzonder comité voor de sociale dienst

-          na goedkeuring wordt de factuur voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst. De betaling gebeurt rechtstreeks aan de begrafenisondernemer.

§3. M.b.t. erfgenamen:

De begrafeniskosten zijn een last van de nalatenschap. Bijgevolg zijn de erfgenamen gehouden tot betaling van de begrafeniskosten indien aan volgende voorwaarden is voldaan:

-          betrokkene moet een wettelijk erfgenaam zijn, die krachtens de wet tot onderhoud is gehouden;

-          de overledene moet behoeftig zijn en de erfgenaam vermogend;

-          de gemaakte kosten moeten in verhouding staan tot de levensstandaard van de overledenen.

Enkel indien niet aan deze voorwaarden is voldaan, kan het OCMW de begrafeniskosten ten laste nemen.

Een erfgenaam die een nalatenschap verwerpt, kan worden verplicht bij te dragen in de begrafeniskosten. Bestellen en betalen van een begrafenis zijn geen daden van aanvaarding van een erfenis. De onderhoudsplichtige is wel maar gehouden in de mate waarin hij zelf vermogend is. Om te bepalen of een erfgenaam al dan niet vermogend is, dient zijn situatie door middel van een sociaal financieel onderzoek bekeken te worden.

Artikel 5. Tussenkomsten

Het OCMW neemt de kostprijs ten laste voor een begrafenis of crematie op een weekdag.

De tussenkomst, excl. 6% BTW, bedraagt maximum:

-          katholieke uitvaart met begrafenis, excl. misviering: 750 euro

-          katholieke uitvaart met crematie en uitstrooien: 1.375 euro

-          burgerlijke uitvaart met begrafenis: 610 euro

-          burgerlijke uitvaart met crematie en uitstrooien: 1.195 euro

Het crematorium vraagt bij de aanvraag van een ashoudertje 6 euro, excl. 6% BTW.

In genoemde prijzen zijn volgende zaken begrepen:

-          Ophaling van lichaam, uiterlijk 24 u na overlijden en na vaststelling door arts en opmaak van nodige documenten

-          Verzorging van het lichaam

-          Lichaam wordt op grondgebied Puurs-Sint-Amands bewaard tot dag van uitvaart of crematie (maximum 3 dagen)

-          Mogelijk tot groeten in het funerarium op het grondgebied Puurs -Sint-Amands

-          50 rouwbrieven en 50 rouwprentjes

-          Begraving of uitstrooiing gebeurt op het grondgebied Puurs–Sint-Amands

-          Afhandeling van formaliteiten

-          Vervoer naar crematorium

-          Kist (crematiekist)

-          Personeel (niet op zaterdag)

Volgende kosten worden niet ten laste genomen:

-          Rouwberichten in de kranten

-          Bloemen en kransen

-          Zangkoor

-          Grafzerk

-          Maaltijden en koffietafels

-          Graf- en grondconcessies en concessies op columbarium

-          Naamplaatjes, deze worden  opgestuurd door de gemeente zelf en apart gefactureerd.

De familie kan aan de begrafenisondernemer melden dat zij ervoor kiezen om andere of extra zaken te voorzien voor de begrafenis/crematie dan deze die door het OCMW worden ten laste genomen. In dat geval moeten zij zelf instaan voor de betaling van deze meerkost. Er wordt echter wel toegestaan dat de familie voor 100 euro  mag afwijken van de  bovengenoemde bedragen.

Indien de erfgenamen voor meer dan 100 euro afwijken, dienen zij de uitvaart geheel zelf te bekostigen.

De WZC-bewoners die ten laste zijn van het OCMW van Puurs-Sint-Amands dienen een bedrag van 1.500 euro te plaatsen op een rekening ter bekostiging van latere uitvaartkosten. 

Artikel 6. Procedure

§1. De aanvraag tot tussenkomst in de begrafenis- of crematiekosten moet gebeuren voorafgaandelijk aan de begrafenis of crematie en wordt gericht aan de sociale dienst van het OCMW van Puurs-Sint-Amands (tel. 03 203 27 00) binnen de 24 uren na het overlijden van de behoeftige persoon of uiterlijk de eerstvolgende werkdag na het overlijden. Elke derde die de begrafenis zelf regelt met de begrafenisondernemer zonder voorafgaandelijk het OCMW te verwittigen, is zelf verantwoordelijk voor de kosten van de uitvaart.  

§2. Zodra de sociale dienst van het OCMW werd gecontacteerd, zal een sociaal onderzoek uitgevoerd worden door de maatschappelijk werker. Hieruit moet onder andere blijken of de overledene al dan niet een behoeftig persoon is, er beschikbare gelden zijn die kunnen aangewend worden om de kosten te betalen, wat de financiële en sociale situatie is, wie de wettelijke erfgenamen zijn, of laatstgenoemde de nalatenschap al dan niet aanvaarden, …

§3. Indien de overledene onder bewindvoering stond of collectieve schuldenregeling, zal de advocaat voorafgaandelijk worden gecontacteerd om de financiële situatie te bekijken.

§4. Indien er een uitvaartverzekering is, wordt de verzekeringsmaatschappij onmiddellijk verwittigd.

§5. Er wordt nagekeken wat de laatste geregistreerde wilsbeschikking is van de overledene bij de dienst burgerzaken.

§6. Indien er geen laatst geregistreerde wilsbeschikking is, wordt gekozen voor een burgerlijke uitvaart. Is er een laatst geregistreerde wilsbeschikking aanwezig, kan er een crematie en/of kerkdienst plaatsvinden.

§7. Ieder dossier wordt afzonderlijk onderzocht en voorgelegd aan het bijzonder comité voor de sociale dienst. Afwijkingen op dit reglement kunnen slechts uitzonderlijk worden toegestaan bij beslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst op basis van een gemotiveerd sociaal verslag.

§8. In dringende gevallen wordt er een beslissing genomen door de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst. Deze beslissing wordt ter bekrachtiging voorgelegd op de eerstvolgende vergadering van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

§9. De beslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst wordt ter kennis gebracht van de aanvrager.

Artikel 7. Terugvorderingsmodaliteiten van de ten laste genomen kosten

Het OCMW zal alles in het werk stellen om de tussenkomst terug te vorderen door:

- het invorderen van de begrafenisvergoedingen die worden verleend door externe instanties (bv. sociale kassen ex-werkgevers, verzekeringsmaatschappijen, ..)

- het instellen van een vordering tot verhaal op roerende goederen (bv. kapitalen uitgekeerd op grond van een levensverzekering) en onroerende goederen, die behoren tot het actief van de nalatenschap

- te verhalen op de erfgenamen wanneer achteraf blijkt dat er toch roerende en/of onroerende goederen aanwezig zijn in de nalatenschap

- te verhalen op de onderhoudsplichtigen overeenkomstig artikel 98 §2 van de Organieke Wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976. In dit geval zal er ook een financieel onderzoek gevoerd worden bij de onderhoudsplichtigen. Hierbij kan rekening gehouden worden met de schaal van tussenkomsten bepaald bij de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

Artikel 8. Goedkeuring en inwerkingtreding

Dit reglement werd goedgekeurd op de raad voor maatschappelijk welzijn  van  6 september 2021 en treedt in werking op 1  oktober 2021.  Dit reglement wordt geëvalueerd indien de nood zich voordoet.

Dit reglement wordt bekendgemaakt via de gemeentelijke website.