In het Zorgbedrijf Klein-Brabant zijn er een aantal evoluties die aanleiding geven tot het herbekijken van de organisatiestructuur.
Met het oog op de aanpassing van de organisatiestructuur, dienen eerst de statuten te worden aangepast.
De vorige statutenwijziging dateert van 4 februari 2019. Deze werd door de Vlaamse Regering goedgekeurd mits enkele aandachtspunten.
Deze opmerkingen worden ook in de huidige statutenaanpassing verwerkt.
Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:
Bevoegdheidsgrond
de notariële akte van 13 oktober 2016, waarbij de oprichting van Zorgbedrijf Klein-Brabant in authentieke akte werd vastgelegd en de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad van 28 november 2019;
Toepasselijke regelgeving
De statutenwijziging is niet onderworpen aan een voorafgaand gunstig advies van de deelgenoot aangezien er geen verzwaring is van de verplichtingen of een vermindering van zijn rechten als deelgenoot.
Om een antwoord te kunnen bieden op bovenstaande evoluties zal een nieuwe organisatiestructuur worden uitgetekend voor het Zorgbedrijf Klein-Brabant op basis van onderstaande principes:
Artikel 1: De algemene vergadering keurt onderstaande statutenwijziging goed:
STATUTENWIJZIGING WELZIJNSVERENIGING ZORGBEDRIJF KLEIN-BRABANT
Titel I. Benaming, juridische vorm, zetel en duur
Artikel 1. Benaming van de vereniging
De vereniging draagt de naam “Zorgbedrijf Klein – Brabant”, vereniging van publiek recht onderworpen aan deel 3, titel 4, hoofdstuk 2 van het Vlaams Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (“DLB”), hierna aangeduid als de welzijnsvereniging.
Alle akten, facturen, aankondigingen, publicaties en andere stukken, die uitgaan van de welzijnsvereniging, vermelden de benaming van de welzijnsvereniging met, onmiddellijk daarvoor of daarna, de leesbaar en voluit geschreven zinsnede: “vereniging van publiek recht onderworpen aan deel 3, titel 4, hoofdstuk 2, van het decreet over het lokaal bestuur”, “welzijnsvereniging” of de initialen “WV”.
Artikel 2. Juridische vorm
De welzijnsvereniging neemt de vorm aan van een vereniging overeenkomstig de bepalingen van deel 3, titel 4, hoofdstuk 2, van het DLB.
De welzijnsvereniging bezit rechtspersoonlijkheid.
Zij kan onder meer, onder dezelfde voorwaarden als de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, subsidies van de openbare besturen en schenkingen en legaten ontvangen alsook leningen aangaan.
Conform artikel 475 DLB wordt, in de gevallen waarin het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (hierna afgekort ‘OCMW’) geheel of gedeeltelijk een erkenning, vergunning of subsidiëring kan verkrijgen, de welzijnsvereniging voor het verkrijgen van deze erkenning, vergunning of subsidiëring met een OCMW gelijkgesteld.
Artikel 3. Zetel
De maatschappelijke zetel van de welzijnsvereniging is gevestigd te Palingstaat 44, 2870 Puurs – Sint-Amands.
Artikel 4. Duur
De welzijnsvereniging wordt opgericht voor een termijn van dertig (30) opeenvolgende jaren, vanaf bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Indien de algemene vergadering de duur van de welzijnsvereniging wenst te verlengen, moet zij hiertoe een beslissing nemen uiterlijk in het eerste semester van het negenentwintigste (29ste) jaar en moet tevens vooraf de instemming worden bekomen van de deelgenoot onverminderd het decretaal goedkeuringstoezicht.
De welzijnsvereniging is van rechtswege ontbonden bij het verstrijken van haar duurtijd, indien de verlenging niet vooraf beslist en goedgekeurd werd.
De welzijnsvereniging legt in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de raad voor maatschappelijk welzijn een evaluatieverslag voor aan de raad voor maatschappelijk welzijn van de deelgenoot. Dat verslag omvat een evaluatie van de verzelfstandiging waarover de raad voor maatschappelijk welzijn zich binnen de drie maanden uitspreekt.
De welzijnsvereniging mag verbintenissen aangaan die haar duur te boven gaan, mits ze deze verbintenissen financieel kan nakomen.
Titel II. Doel van de welzijnsvereniging
Artikel 5. Doel van de welzijnsvereniging
De welzijnsvereniging heeft tot doel ter uitvoering van het beleid van haar leden het organiseren van activiteiten die het mogelijk maken om een gepaste, kwaliteitsvolle en toegankelijke huisvesting en/of diensten te verlenen aan kwetsbare en zorgbehoevende ouderen.
De welzijnsvereniging heeft tot doel om via samenwerking onder haar leden in te staan voor verzorgende, verplegende en dienstverlenende instellingen en diensten, waarvan de werking gebaseerd is op federale of gewestelijke financiering met bijbehorende werkings- en erkenningsregels en voor activiteiten die conform de vigerende regelgeving door een OCMW kunnen en mogen worden uitgevoerd, maar die als kenmerk hebben dat ze hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met andere marktdeelnemers.
Hieronder wordt met name verstaan de inrichting, het beheer, de coördinatie, het optimaliseren en de exploitatie van instellingen en diensten voor woonzorg, opvang en verzorging van senioren.
Hiertoe zal de welzijnsvereniging één of meer inrichtingen kunnen oprichten, beheren en exploiteren, de oprichting van gelijkaardige diensten in de hand kunnen werken, de goede organisatie en de samenwerking ervan kunnen bevorderen, coördineren en, in het algemeen, alle initiatieven kunnen nemen of steunen die senioren ten goede komen.
De welzijnsvereniging kan een forum bieden waar vraag en aanbod in de regionale ouderenzorg kan worden besproken, onder meer in het ruimer kader van een zorgstrategische visie, en waar expertise opgebouwd en gedeeld wordt.
De welzijnsvereniging kan in het kader van haar doelstelling geformuleerd in het eerste lid activiteiten opstarten, met name het uitbaten van woonzorgcentra, centra voor kortverblijf, dagverzorgingscentra, groep van assistentiewoningen, centrale maaltijdproductie en -bedeling en andere activiteiten die binnen deze doelstelling inpasbaar zijn en gevat zijn door de desbetreffende bijlagen bij deze statuten.
De welzijnsvereniging kan tevens participeren in projecten die verband houden met de realisatie, de inrichting, het beheer, de optimalisatie of de exploitatie van deze activiteiten.
De welzijnsvereniging kan alle handelingen stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op, of bijdragen tot haar doel, met inbegrip van bijkomstige commerciële en winstgevende activiteiten binnen de grenzen van wat haar wettelijk doel is en waarvan de opbrengsten te allen tijde zullen worden aangewend voor de realisatie en ondersteuning van haar doelstellingen. Zij kan haar medewerking verlenen en deelnemen aan iedere activiteit die met haar doel overeenstemt en deze steunen of daarvoor middelen ter beschikking stellen.
De welzijnsvereniging kan participeren in VZW’s en andere rechtspersonen binnen het wettelijk kader dat op haar van toepassing is.
Zij kan tevens mandaten uitoefenen als lid, bestuurder, vereffenaar enzovoorts in rechtspersonen waarin zij participeert of op andere wijze betrokken is. Zij kan eveneens samenwerkingsakkoorden afsluiten met gelijkaardige verenigingen in het kader van de realisatie van haar doelstellingen.
Titel III. Deelgenoten, toetreding, uittreding, inbreng
Artikel 6. Deelgenoten
De welzijnsvereniging telt bij haar oprichting twee deelgenoten:
1. Het OCMW van Puurs, met zetel te 2870 Puurs, Palingstraat 48 en met ondernemingsnummer BTW 0212.210.066;
2. Het OCMW van Sint–Amands, met zetel te 2890 Sint–Amands, Hekkestraat 9 en met ondernemingsnummer 0212.169.088.
Ingevolge art. 350 §6 juncto art. 374 DLB is het nieuwe OCMW Puurs-Sint-Amands vanaf 1 januari 2019 de rechtsopvolger van de samengevoegde OCMW’s van Puurs en Sint-Amands en neemt zij op voormelde samenvoegingsdatum alle rechten, plichten en lasten over van de samengevoegde OCMW’s.
Voormelde samenvoeging van OCMW Puurs en OCMW Sint-Amands heeft tot gevolg dat de welzijnsvereniging vanaf 1 januari 2019 slechts één deelgenoot kent, zijnde het OCMW Puurs-Sint-Amands.
Artikel 7. Toetreding
Na de oprichting kunnen nieuwe deelgenoten toetreden tot de welzijnsvereniging.
De beslissing tot toelating van een nieuwe deelgenoot en zijn inbreng kan enkel genomen worden mits de deelgenoot daarmee vooraf instemt conform artikel 482 DLB.
Het lidmaatschap van de welzijnsvereniging is uitsluitend voorbehouden aan openbare centra voor maatschappelijk welzijn en andere openbare besturen of verenigingen zonder winstoogmerk.
Bij toetreding van een nieuwe deelgenoot wordt er een overeenkomst gesloten tussen alle deelgenoten betreffende de rechten die de deelgenoten kunnen laten gelden op de inbreng die zij hebben gedaan bij de toetreding tot de welzijnsvereniging of tijdens hun deelgenootschap.
Artikel 8. Uittreding of ontslag
Buiten de in artikel 483 DLB voorziene mogelijkheid om uit de welzijnsvereniging te treden, kan de deelgenoot de welzijnsvereniging verlaten na een aangetekend schrijven aan de raad van bestuur. Deze kennisgeving dient te gebeuren uiterlijk één (1) jaar voorafgaand aan de ingangsdatum van het ontslag.
Zolang het OCMW Puurs – Sint-Amands enige deelgenoot is van de welzijnsvereniging, zal haar uittreding de ontbinding van de welzijnsvereniging tot gevolg hebben.
Artikel 9 Inbreng
9.1. Inbreng OCMW Puurs
De inbreng van het OCMW van Puurs in het Zorgbedrijf Klein – Brabant, welke geschiedt met ingang vanaf 1 januari 2017, omvat de gehele exploitatie en alles wat daarin kadert van het Woonzorgcentrum ‘Sint – Pieter’, inclusief de kamers voor kortverblijf, de assistentiewoningen ‘Het Erf’ en de keuken van de campus Sint – Pieter.
Deze kan verder als volgt worden omschreven:
§1 Onroerende goederen
Het OCMW Puurs zal een recht van erfpacht op de gebouwen, die in de huidige werking en planning van het OCMW Puurs gerelateerd zijn aan de exploitatie van het woonzorgcentrum ‘Sint Pieter’, inclusief de kamers voor kortverblijf, de assistentiewoningen ‘Het Erf’ en de keuken van de campus Sint – Pieter, inbrengen in de welzijnsvereniging tot het verstrijken van de initiële duurtijd van de welzijnsvereniging zoals voorzien in artikel 4.
De gronden waarop deze gebouwen gelegen zijn, worden niet ingebracht.
Voorgaande termijn gaat in op 1 januari 2017. In bijlage 1, welke aangehecht wordt aan deze akte, wordt een lijst toegevoegd met de kadastrale gegevens en oppervlakte van de onroerende goederen waarop het recht van erfpacht wordt gevestigd.
De periode gedurende dewelke het recht van erfpacht op de hiervoor genoemde onroerende goederen wordt ingebracht, zal automatisch verlengd worden in geval van verlenging van de duurtijd van de welzijnsvereniging voor een periode gelijk aan de periode waarvoor de duurtijd van de welzijnsvereniging werd verlengd.
Bij ontbinding van de welzijnsvereniging of bij beëindiging van het deelgenootschap van het OCMW Puurs zal het recht van erfpacht worden beëindigd en zullen de onroerende goederen, alsmede alle eventuele opstallen en meerwaarden zonder vergoeding teugkeren naar het OCMW Puurs.
Van de onroerende inbreng wordt een akte opgemaakt op basis van de boekhoudkundige waarde per 31 december 2016. Deze akte bevat de beschrijving van de onroerende goederen, de eigendomsoorsprong, de hypothecaire toestand, gebeurlijke erfdienstbaarheden en desgevallend dwingende voorschriften, verordeningen en reglementen van stedenbouwkundige aard die betrekking hebben op het bouwen op de goederen of het verbouwen van de goederen.
De welzijnsvereniging zal niet gerechtigd zijn om, zonder voorafgaande goedkeuring van het OCMW Puurs, de attributen van het recht van erfpacht op de onroerende goederen te vervreemden, noch om de goederen te bezwaren of de bestemming ervan te wijzigen of in te brengen in een andere vereniging.
§2 Roerende goederen
Het OCMW Puurs zal alle roerende goederen, zowel materiële als immateriële, met inbegrip van de daaraan verbonden rechten, zoals onder meer erkenningen en subsidieregelingen, die per 31 december 2016 betrekking hebben op de uitbating van de infrastructuur, die in de huidige werking en planning van het OCMW Puurs gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Sint Pieter’, inclusief de kamers voor kortverblijf, de assistentiewoningen ‘Het Erf’ en de keuken van de campus Sint – Pieter in Zorgbedrijf Klein – Brabant, zoals omschreven in bijlage 2, welke aangehecht wordt aan deze akte, inbrengen.
Per 31 december 2016 wordt een eindbalans van de exploitatie van de activiteiten die zullen overgeheveld worden naar de welzijnsverenging door OCMW Puurs opgesteld. Exemplatief wordt in bijlage 3, welke aangehecht wordt aan deze akte, een overzicht toegevoegd van de roerende goederen zoals gekend op 31 december 2016.
§3 Schuldvorderingen, schulden en betwistingen
Alle schuldvorderingen met betrekking tot de exploitatie vanaf 1 januari 2017 van de infrastructuur die in de huidige werking en planning van het OCMW Puurs gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Sint – Pieter’, inclusief de kamers voor kortverblijf, de assistentiewoningen ‘Het Erf’ en de keuken van de campus Sint – Pieter, zullen voor rekening van de welzijnsvereniging zijn . Alle schuldvorderingen met betrekking tot de exploitatie van de infrastructuur, die in de huidige werking en planning van het OCMW Puurs gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Sint – Pieter’, inclusief de kamers voor kortverblijf, de assistentiewoningen ‘Het Erf’ en de keuken van de campus Sint – Pieter, voor de periode tot en met 31 december 2016 zullen daarentegen voor rekening van het OCMW Puurs blijven.
Alle schulden voor de periode tot en met 31 december 2016 die betrekking hebben op de exploitatie van de infrastructuur die in de huidige werking en planning van het OCMW - Puurs gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Sint – Pieter’, inclusief de kamers voor kortverblijf, de assistentiewoningen ‘Het Erf’ en de keuken van de campus Sint – Pieter, zullen voor rekening van het OCMW Puurs blijven.
Alle schulden voor de periode vanaf 1 januari 2017 die betrekking hebben op de exploitatie van de infrastructuur die in de huidige werking en planning van het OCMW Puurs gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum Sint – Pieter, inclusief de kamers voor kortverblijf, zullen voor rekening van de welzijnsvereniging zijn.
De schuldaflossingen en interesten verschuldigd ten gevolge van de leningen die zijn aangegaan vóór 1 januari 2017 voor de financiering van de onroerende goederen omschreven in §1, blijven ten laste van het OCMW Puurs.
Alle betwistingen en latenties die betrekking hebben op de exploitatie van de infrastructuur, die in de huidige werking en planning van het OCMW Puurs gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Sint Pieter’, inclusief de kamers voor kortverblijf, de assistentiewoningen ‘Het Erf’ en de keuken van de campus Sint – Pieter, en waarvan de oorzaak teruggaat tot de periode na 1 januari 2017 zullen voor rekening van de welzijnsvereniging zijn. Alle betwistingen en latenties die betrekking hebben op de exploitatie van de infrastructuur die in de huidige werking en planning van het OCMW Puurs gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Sint – Pieter’, inclusief de kamers voor kortverblijf, de assistentiewoningen ‘Het Erf’ en de keuken van de campus Sint – Pieter, waarvan de oorzaak terug gaat tot de periode voor 1 januari 2017, zullen voor rekening van het OCMW Puurs blijven. Het OCMW Puurs en de welzijnsvereniging zullen een regeling treffen voor lopende aanbestedingsdossiers, waarvan het voorwerp wordt ingebracht in de welzijnsvereniging en de daaraan gerelateerde betwistingen, waarbij het OCMW Puurs zal blijven optreden als aanbestedende overheid.
Het OCMW Puurs en de welzijnsvereniging zullen nauw samenwerken en elkaar de nodige ondersteuning verlenen bij de transitie betreffende de inning van schuldvorderingen, de verwerking van de schulden en de beheersing en opvolging van de betwistingen en latenties gerelateerd aan de exploitatie van de welzijnsvereniging.
Het OCMW Puurs en de welzijnsvereniging zullen in onderling akkoord afwijkingen kunnen voorzien op de hierboven vermelde principes wanneer in het kader van een optimale exploitatie dergelijke afwijkingen aangewezen zouden blijken.
Het OCMW Puurs zal zorg dragen voor de naleving van artikel 1690 B.W. inzake de kennisgeving te verrichten aan de gecedeerde schuldenaar wat betreft de overdracht van schuldvorderingen en desgevallend, voor wat betreft de overdracht van schulden, het akkoord verzoeken van de gecedeerde schuldeiser. Indien deze goedkeuring niet bekomen zou worden, zal OCMW Puurs haar verplichtingen ten aanzien van de gecedeerde schuldeiser nakomen doch voor de schulden die betrekking hebben op de periode na 1 januari 2017 zal zij verhaal kunnen uitoefenen op de welzijnsvereniging of zal er een praktische regeling uitgewerkt worden tussen het OCMW Puurs en de welzijnsvereniging
§4 Overeenkomsten
Het OCMW Puurs zal alle overeenkomsten die per 1 januari 2017 betrekking hebben op de exploitatie van de infrastructuur, die in de huidige werking en planning van het OCMW gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Sint – Pieter’, inclusief de kamers voor kortverblijf, de assistentiewoningen ‘Het Erf’ en de keuken van campus Sint – Pieter, inbrengen. Exemplatief wordt in bijlage 4, welke aangehecht wordt aan deze akte, een overzicht toegevoegd van de overeenkomsten zoals gekend op 31 december 2016.
Het OCMW Puurs zal in dit verband zorg dragen voor de naleving van artikel 1690 B.W. en derhalve de goedkeuring verzoeken van de medecontractanten waar vereist. Indien deze goedkeuring niet bekomen zou worden, zullen voor zover mogelijk de bedoelde overeenkomsten in naam van het OCMW Puurs maar voor rekening van de welzijnsvereniging verder uitgevoerd worden of zal een gelijkaardige praktische regeling uitgewerkt worden tussen het OCMW Puurs en de welzijnsvereniging.
§5 Personeelsleden
De personeelsleden zullen overgenomen worden bij de effectieve inbreng.
Ingevolge artikel 229, §2 OCMW-decreet (en vanaf 1 januari 2019 artikel 488, §2 DLB) worden vanaf 1 januari 2017 de personeelslasten van het OCMW Puurs die per 31 december 2016 verbonden zijn aan de exploitatie van de infrastructuur, die in de huidige werking en planning van het OCMW Puurs gerelateerd is aan het woonzorgcentrum ‘Sint – Pieter’, inclusief de kamers voor kortverblijf, de assistentiewoningen ‘Het Erf’ en de keuken van campus Sint – Pieter, overgenomen door de welzijnsvereniging.
Exemplatief wordt in bijlage 5, welke aangehecht wordt aan deze akten een overzicht toegevoegd van de personeelslijst zoals gekend op 31 december 2016.
Ongeacht de regelen die van toepassing zijn bij bevorderingen, worden die leden met hun graad of met een gelijkwaardige graad en in hun hoedanigheid overgeplaatst. Zij behouden de bezoldiging en de geldelijke anciënniteit die zij hadden of verkregen zouden hebben op grond van de rechtspositieregeling die van toepassing is op het ogenblik van de overname als zij in hun dienst van herkomst het ambt dat zij bij hun overplaatsing bekleedden, verder hadden uitgeoefend.
9.2. Inbreng OCMW Sint – Amands
De inbreng van het OCMW van Sint–Amands in de welzijnsvereniging, welke geschiedt met ingang vanaf 1 januari 2017, omvat de gehele exploitatie en alles wat daarin kadert van het woonzorgcentrum ‘Ter Schelde’, de groep van assistentiewoningen ‘Ten Dijke’, alsook de keuken op de campus Ter Schelde met inbegrip van de maaltijdbedeling.
Deze kan verder als volgt worden omschreven:
§1 Onroerende goederen
Het OCMW Sint-Amands zal een recht van erfpacht op de gebouwen, die in de huidige werking en planning van het OCMW Sint-Amands gerelateerd zijn aan de exploitatie van het woonzorgcentrum ‘Ter Schelde’, de groep van assistentiewoningen ‘Ten Dijke’, alsook de keuken op de campus Ter Schelde met inbegrip van de maaltijdbedeling, inbrengen in de welzijnsvereniging tot het verstrijken van de initiële duurtijd van de welzijnsvereniging zoals voorzien in artikel 4. De gronden waarop deze gebouwen gelegen zijn, worden niet ingebracht.
Voormelde termijn gaat in op 1 januari 2017. In bijlage 6, welke aangehecht wordt aan deze akte, wordt een lijst toegevoegd met de kadastrale gegevens en oppervlakte van de onroerende goederen.
De periode gedurende dewelke het recht van erfpacht op de hiervoor genoemde onroerende goederen wordt gevestigd, zal automatisch verlengd worden in geval van verlenging van de duurtijd van de welzijnsvereniging voor een periode gelijk aan de periode waarvoor de duurtijd van de welzijnsvereniging werd verlengd.
Bij ontbinding van de welzijnsvereniging of bij beëindiging van het deelgenootschap van het OCMW Sint–Amands zal het recht van erfpacht worden beëindigd en zullen de onroerende goederen, alsmede alle eventuele opstallen en meerwaarden zonder vergoeding terugkeren naar het OCMW Sint–Amands.
Van de onroerende inbreng wordt een akte opgemaakt op basis van de boekhoudkundige waarde per 31 december 2016. Deze akte bevat de beschrijving van de onroerende goederen, de eigendomsoorsprong, de hypothecaire toestand, gebeurlijke erfdienstbaarheden en desgevallend dwingende voorschriften, verordeningen en reglementen van stedenbouwkundige aard die betrekking hebben op het bouwen op de goederen of het verbouwen van de goederen.
De welzijnsvereniging zal niet gerechtigd zijn om, zonder voorafgaande goedkeuring van het OCMW Sint–Amands, de attributen van het recht van erfpacht op de ingebrachte onroerende goederen te vervreemden, noch om de goederen te bezwaren of de bestemming ervan te wijzigen of in te brengen in een andere vereniging.
§2 Roerende goederen
Het OCMW Sint–Amands zal alle roerende goederen, zowel materiële als immateriële, met inbegrip van de daaraan verbonden rechten, zoals onder meer erkenningen en subsidieregelingen, die per 31 december 2016 betrekking hebben op de uitbating van de infrastructuur die in de huidige werking en planning van het OCMW Sint–Amands gerelateerd is aan het woonzorgcentrum ‘Ter Schelde’, aan de groep van assistentiewoningen ‘Ten Dijke’, alsook aan de keuken op de campus Ter Schelde met inbegrip van de maaltijdbedeling zoals omschreven in bijlage 7, welke aangehecht wordt aan deze akte, inbrengen.
Per 31 december 2016 wordt een eindbalans van de exploitatie van de activiteiten die zullen overgeheveld worden naar de welzijnsvereniging door OCMW Sint–Amands opgesteld.
Exemplatief wordt in bijlage 8, welke aangehecht wordt aan deze akte, een overzicht toegevoegd van de roerende goederen zoals gekend op 31 december 2016.
§3 Schuldvorderingen, schulden en betwistingen
Alle schuldvorderingen met betrekking tot de exploitatie vanaf 1 januari 2017 van de infrastructuur die in de huidige werking en planning van het OCMW Sint–Amands gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Ter Schelde’, aan de groep van assistentiewoningen ‘Ten Dijke’, alsook aan de keuken op de campus Ter Schelde met inbegrip van de maaltijdbedeling, zullen voor rekening van de welzijnsvereniging komen. Alle schuldvorderingen met betrekking tot de exploitatie van de infrastructuur, die in de huidige werking en planning van het OCMW gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Ter Schelde’, de aan groep van assistentiewoningen ‘Ten Dijke’, alsook aan de keuken op de campus Ter Schelde met inbegrip van de maaltijdbedeling, voor de periode tot en met 31 december 2016 zullen daarentegen voor rekening van het OCMW Sint–Amands blijven.
Alle schulden voor de periode tot en met 31 december 2016 die betrekking hebben op de exploitatie van de infrastructuur die in de huidige werking en planning van het OCMW Sint-Amands gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Ter Schelde’, aan de groep van assistentiewoningen ‘Ten Dijke’, alsook aan de keuken op de campus Ter Schelde met inbegrip van de maaltijdsbedeling, zullen voor rekening van het OCMW Sint–Amands blijven.
Alle schulden voor de periode vanaf 1 januari 2017 die betrekking hebben op de exploitatie van de infrastructuur die in de huidige werking en planning van het OCMW Sint–Amands gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Ter Schelde’, aan de groep van assistentiewoningen ‘Ten Dijke’, alsook aan de keuken op de campus Ter Schelde met inbegrip van de maaltijdbedeling, zullen voor rekening van de welzijnsvereniging zijn.
De schuldaflossingen en interesten verschuldigd ten gevolge van de leningen die zijn aangegaan vóór 1 januari 2017 voor de financiering van de onroerende goederen omschreven in §1, blijven ten laste van het OCMW Sint–Amands.
Alle betwistingen en latenties die betrekking hebben op de exploitatie van de infrastructuur, die in de huidige werking en planning van het OCMW Sint–Amands gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Ter Schelde’, aan de groep van assistentiewoningen ‘Ten Dijke’, alsook aan de keuken op de campus Ter Schelde met inbegrip van de maaltijdbedeling, en waarvan de oorzaak teruggaat tot de periode na 1 januari 2017 zullen voor rekening van de welzijnsvereniging zijn. Alle betwistingen en latenties die betrekking hebben op de exploitatie van de infrastructuur die in de huidige werking en planning van het OCMW gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Ter Schelde’, aan de groep van assistentiewoningen ‘Ten Dijke’, alsook aan de keuken op de campus Ter Schelde met inbegrip van de maaltijdbedeling, waarvan de oorzaak terug gaat tot de periode voor 1 januari 2017, zullen voor rekening van het OCMW Sint–Amands blijven. Het OCMW Sint–Amands en de welzijnsvereniging zullen een regeling treffen voor lopende aanbestedingsdossiers, waarvan het voorwerp wordt ingebracht in de welzijnsvereniging en de daaraan gerelateerde betwistingen, waarbij het OCMW Sint–Amands zal blijven optreden als aanbestedende overheid.
Het OCMW Sint–Amands en de welzijnsvereniging zullen nauw samenwerken en elkaar de nodige ondersteuning verlenen bij de transitie betreffende de inning van schuldvorderingen, de verwerking van de schulden en de beheersing en opvolging van de betwistingen en latenties gerelateerd aan de exploitatie van de vereniging.
Het OCMW Sint–Amands en de welzijnsvereniging zullen in onderling akkoord afwijkingen kunnen voorzien op de hierboven vermelde principes wanneer in het kader van een optimale exploitatie dergelijke afwijkingen aangewezen zouden blijken.
Het OCMW Sint–Amands zal zorg dragen voor de naleving van artikel 1690 B.W. inzake de kennisgeving te verrichten aan de gecedeerde schuldenaar wat betreft de overdracht van schuldvorderingen en desgevallend, voor wat betreft de overdracht van schulden, het akkoord verzoeken van de gecedeerde schuldeiser. Indien deze goedkeuring niet bekomen zou worden, zal OCMW Sint–Amands haar verplichtingen ten aanzien van de gecedeerde schuldeiser nakomen doch voor de schulden die betrekking hebben op de periode na 1 januari 2017 zal zij verhaal kunnen uitoefenen op de welzijnsvereniging of zal er een praktische regeling uitgewerkt worden tussen het OCMW Sint–Amands en de welzijnsvereniging.
§4 Overeenkomsten
Het OCMW Sint–Amands zal alle overeenkomsten die per 31 december 2016 betrekking hebben op de exploitatie van de infrastructuur, die in de huidige werking en planning van het OCMW gerelateerd zijn aan het woonzorgcentrum ‘Ter Schelde’, aan de groep van assistentiewoningen ‘Ten Dijke’, alsook aan de keuken op de campus Ter Schelde met inbegrip van de maaltijdbedeling, inbrengen. Exemplatief wordt in bijlage 9, welke aangehecht wordt aan deze akte, een overzicht toegevoegd van de overeenkomsten zoals gekend op 31 december 2016.
Het OCMW Sint–Amands zal in dit verband zorg dragen voor de naleving van artikel 1690 B.W. en derhalve de goedkeuring verzoeken van de medecontractanten waar vereist. Indien deze goedkeuring niet bekomen zou worden, zullen voor zover mogelijk de bedoelde overeenkomsten in naam van het OCMW Sint–Amands maar voor rekening van de welzijnsvereniging verder uitgevoerd worden of zal een gelijkaardige praktische regeling uitgewerkt worden tussen het OCMW Sint–Amands en de welzijnsvereniging.
§5 Personeelsleden
De personeelsleden zullen overgenomen worden bij de effectieve inbreng.
Ingevolge artikel 229, §2 OCMW-decreet (en vanaf 1 januari 2019 artikel 488, §2 DLB) worden vanaf 1 januari 2017 de personeelslasten van het OCMW Sint–Amands, die per 31 december 2016 verbonden zijn aan de exploitatie van de infrastructuur, die in de huidige werking en planning van het OCMW Sint–Amands gerelateerd is aan het woonzorgcentrum ‘Ter Schelde’, aan de groep van assistentiewoningen ‘Ten Dijke’, alsook aan de keuken op de campus Ter Schelde met inbegrip van de maaltijdbedeling, overgenomen door de welzijnsvereniging.
Exemplatief wordt in bijlage 10, welke aangehecht wordt aan deze akte, een overzicht toegevoegd van de personeelslijst zoals gekend op 31 december 2016.
Ongeacht de regelen die van toepassing zijn bij bevorderingen, worden die leden met hun graad of met een gelijkwaardige graad en in hun hoedanigheid overgeplaatst. Zij behouden de bezoldiging en de geldelijke anciënniteit die zij hadden of verkregen zouden hebben op grond van de rechtspositieregeling die van toepassing is op het ogenblik van de overname als zij in hun dienst van herkomst het ambt dat zij bij hun overplaatsing bekleedden, verder hadden uitgeoefend.
9.3 Beheersovereenkomst
Er zal een beheersovereenkomst worden opgesteld tussen het OCMW Puurs, het OCMW Sint–Amands en de welzijnsvereniging. In deze beheersovereenkomsten zullen onder meer de voorwaarden en modaliteiten van de hierboven onder 9.1 en 9.2 beschreven inbreng van het OCMW Puurs en van het OCMW Sint–Amands worden vastgelegd, alsook de rechten van het OCMW Puurs en van het OCMW Sint–Amands met betrekking tot hun inbreng in het geval van beëindiging van hun deelgenootschap of bij ontbinding van de welzijnsvereniging. Enige wijziging aan de modaliteiten van de inbreng zoals opgenomen in de statuten en in de in dit artikel bedoelde overeenkomst behoeft de goedkeuring van de Raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW Puurs, alsook van deze van het OCMW Sint–Amands, en de goedkeuring van de welzijnsvereniging. De goedkeuring vanwege de welzijnsvereniging dient gegeven te worden krachtens een beslissing van de algemene vergadering dewelke met een bijzondere meerderheid van twee derde (2/3) van de ter vergadering geldig uitgebrachte stemmen genomen dient te worden.
Indien andere rechtspersonen tot de welzijnsvereniging toetreden wordt, samen met hun toetreding, over hun inbrengen en bijdragen beslist door de algemene vergadering, met een bijzondere meerderheid van twee derde (2/3) van de ter vergadering geldig uitgebrachte stemmen.
Titel IV. De organen van de welzijnsvereniging
Afdeling I. De algemene vergadering
Artikel 10. Samenstelling van de algemene vergadering
§ 1.Verkiezing van de afgevaardigden
De algemene vergadering bestaat uit afgevaardigden van de deelgenoot van de welzijnsvereniging.
Het OCMW Puurs – Sint-Amands wordt in de algemene vergadering vertegenwoordigd door haar voltallige raad voor maatschappelijk welzijn.
Het mandaat van de afgevaardigden in de algemene vergadering eindigt van rechtswege op de eerste algemene vergadering die plaatsvindt nadat de raad voor maatschappelijk welzijn is geïnstalleerd.
§2. Afgevaardigden van nieuwe deelgenoten
In geval van toetreding van nieuwe deelgenoten tot de welzijnsvereniging zal het aantal afgevaardigden van elke deelgenoot worden vastgesteld in de beslissing tot toelating van de algemene vergadering, dewelke genomen wordt met een volstrekte meerderheid van de ter vergadering uitgebrachte stemmen.
§3.Aanwezigheden op de algemene vergadering
De algemene vergadering mag eveneens bijgewoond worden, voor advies over bepaalde punten, door andere personen, wiens aanwezigheid als noodzakelijk of nuttig wordt geacht, dan de afgevaardigden van de deelgenoot,. Zij mogen niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming zelf. De algemene vergadering beslist hiertoe bij volstrekte meerderheid van de op de vergadering uitgebrachte stemmen.
Artikel 11. Voorzitter en ondervoorzitter
De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de welzijnsvereniging en bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van de voorzitter door de ondervoorzitter.
Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van de voorzitter en de ondervoorzitter, wordt de algemene vergadering voorgezeten door het lid van de algemene vergadering dat door de voorzitter wordt aangewezen. Bij gebrek aan deze aanwijzing duidt de algemene vergadering onder zijn leden een plaatsvervanger aan en wordt zo nodig, in afwachting van deze aanduiding, het ambt van voorzitter waargenomen door de oudste afgevaardigde in jaren.
De taak van notulist van de algemene vergadering wordt waargenomen door de leidend ambtenaar.
Artikel 12. Werking van de algemene vergadering
§1 Wijze van vergadering
De algemene vergadering vergadert in principe halfjaarlijks teneinde te beraadslagen over onder meer de goedkeuring van de beleidsrapporten.
De raad van bestuur brengt op de algemene vergadering verslag uit over de werkzaamheden van de welzijnsvereniging.
De algemene vergadering kan door de raad van bestuur bijeengeroepen worden telkens dit noodzakelijk blijkt of het belang van de welzijnsvereniging dit vereist.
De bijeenkomsten van de algemene vergaderingen vinden plaats op de zetel van de welzijnsvereniging of op een door de raad van bestuur bepaalde plaats.
De bijeenkomsten van de algemene vergadering zijn in principe openbaar, behalve in de gevallen opgesomd in artikel 74 juncto artikel 28, §1 DLB dan kunnen de vergaderingen in besloten zitting worden gehouden.
§2 Wijze van bijeenroeping
De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door de raad van bestuur. De oproeping voor de algemene vergadering wordt ten minste acht (8) kalenderdagen vóór de dag van de vergadering elektronisch verstuurd naar alle afgevaardigden in de algemene vergadering. In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft ter beschikking gesteld van alle afgevaardigden en dit vanaf de verzending van de agenda.
De agenda wordt opgesteld door de raad van bestuur. Elke afgevaardigde kan uiterlijk vijf (5) kalenderdagen voor de vergadering punten aan de agenda toevoegen, door die tijdig aan de leidend ambtenaar te bezorgen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de leidend ambtenaar, die de voorstellen bezorgt aan voorzitter van de welzijnsvereniging.
De oproepingsbrief wordt ondertekend door de voorzitter van de welzijnsvereniging , of bij verhindering van de voorzitter, door de ondervoorzitter of diens plaatsvervanger en door de leidend ambtenaar..
De algemene vergadering mag enkel beraadslagen en beslissen over de punten die op de agenda staan, behalve in uitzonderlijke gevallen wanneer bijzondere omstandigheden een onmiddellijke beraadslaging en beslissing vergen over een punt dat niet op de agenda voorkwam. Dergelijke bijzondere omstandigheden dienen in het verslag op gemotiveerde wijze uiteengezet te worden en dienen met een bijzondere meerderheid van twee derde (2/3) van de op de vergadering geldig uitgebrachte stemmen, goedgekeurd te worden.
§3 Wijze van stemmen
Elke afgevaardigde beschikt over één (1) stem in de algemene vergadering.
De algemene vergadering kan slechts geldig beraadslagen en besluiten als de helft (1/2) van de afgevaardigden aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien dit quorum niet gehaald wordt, wordt binnen de maand een nieuwe algemene vergadering bijeengeroepen die geldig beslist over de punten die voor de tweede maal op de agenda worden geplaatst, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde afgevaardigden.
De algemene vergadering beslist bij volstrekte meerderheid van de op de vergadering geldig uitgebrachte stemmen, en zonder afbreuk te doen aan enige bijzondere meerderheid voorgeschreven hetzij in het DLB, hetzij in deze statuten.
Er wordt mondeling of geheim gestemd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 74 juncto artikel 34, tweede lid DLB.
Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de welzijnsvereniging, of bij diens afwezigheid de stem van de ondervoorzitter of diens plaatsvervanger, doorslaggevend.
Bij het berekenen van de vereiste meerderheid wordt er in geen geval rekening gehouden met de onthoudingen en de blanco of nietige stemmen.
Elke beslissing tot wijziging van de statuten, tot verlenging van de duur van de welzijnsvereniging of tot vrijwillige ontbinding ervan, is onderworpen aan het goedkeuringstoezicht, vermeld in artikel 476 DLB.
Deze beslissingen, evenals de beslissing tot de toelating van deelgenoten, kunnen slechts genomen worden wanneer de deelgenoot hiermee vooraf instemt. Bij een statutenwijziging is die instemming alleen vereist voor wijzigingen die een verzwaring van de verplichtingen of de vermindering van de rechten van de deelgenoot teweegbrengt.
§4 Wijze waarop de besluiten van de algemene vergadering ter kennis worden gebracht.
De algemene vergadering bezorgt onmiddellijk na elke vergadering een lijst met de besluiten, met een beknopte omschrijving van de daarin geregelde aangelegenheden, aan de voorzitter van het vast bureau van het OCMW Puurs – Sint-Amands, met het oog op de bekendmaking ervan op de webtoepassing van de gemeente Puurs-Sint-Amands, overeenkomstig artikel 285, §2 DLB.
De algemene vergadering bezorgt ook onmiddellijk na de behandeling ervan haar beleidsrapporten aan de voorzitter van het vast bureau van het OCMW Puurs – Sint-Amands, met het oog op de bekendmaking ervan op de webtoepassing van de gemeente Puurs – Sint-Amands overeenkomstig artikel 286, §2 DLB.
De beslissingen van de algemene vergadering worden genotuleerd. De notulen worden na goedkeuring door de algemene vergadering, ondertekend door voorzitter van de welzijnsvereniging en de leidend ambtenaar en bijgehouden op de zetel van de welzijnsvereniging. Afschriften of uittreksels uit de notulen worden ondertekend door de voorzitter van de welzijnsvereniging en de leidend ambtenaar.
De leden van de raden voor maatschappelijk welzijn worden elektronisch in kennis gesteld van de notulen van de algemene vergadering.
Derden kunnen op grond van de regelgeving inzake openbaarheid van bestuur aan de leidend ambtenaar een verzoek richten teneinde inzage te bekomen van de notulen. De leidend ambtenaar oordeelt over het gevolg dat aan dergelijk verzoek dient gegeven te worden in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving.
De leidend ambtenaar zorgt voor de door de wet voorgeschreven publicaties in het Belgisch Staatsblad.
Artikel 13. Bevoegdheid van de algemene vergadering
De algemene vergadering is, conform de bepalingen van het DLB en onderhavige statuten, bevoegd voor:
De algemene vergadering kan aan de afgevaardigden in de algemene vergadering en aan de leden van de raad van bestuur vergoedingen en presentiegelden toekennen overeenkomstig de bepalingen in het huishoudelijk reglement, evenwel zonder afbreuk te doen aan artikel 153, artikel 191, §1 en artikel 474 § 2 DLB.
Afdeling II. De raad van bestuur
Artikel 14. Samenstelling van de raad van bestuur
§ 1. Aantal bestuurders
De welzijnsvereniging wordt bestuurd door een raad van bestuur bestaande uit acht bestuurders met stemrecht, verkozen door en uit de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW Puurs – Sint-Amands
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW Puurs-Sint-Amands ziet er op toe dat maximaal twee derde (2/3) van de bestuurders van hetzelfde geslacht is, zoals bepaald in artikel 474, § 3 DLB.
§ 2. Verkiezing van de bestuurders
De verkiezing van de bestuurders met stemrecht gebeurt door en uit de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW Puurs-Sint-Amands bij geheime stemming en in één enkele stemronde. Elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt daarbij over één stem. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen.
Als het mandaat van deze bestuurder een einde neemt of bij een verhindering kunnen de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van de lijst die de betreffende bestuurder heeft voorgedragen, samen een kandidaat-bestuurder aanwijzen, behalve als de bestuurder was verkozen als jongste in jaren bij staking van stemmen. Als voormelde vervanging niet kan plaatsvinden of niet plaats vindt binnen zestig dagen, wordt in de vervanging voorzien, overeenkomstig de modaliteiten van het eerste lid.
Het mandaat van de bestuurders in de raad van bestuur eindigt van rechtswege op de eerste algemene vergadering die plaatsvindt nadat de raad voor maatschappelijk welzijn is geïnstalleerd.
§ 3. Verkiezing van de deskundigen met raadgevende stem
De deskundige wordt benoemd door de algemene vergadering na voordracht door de raad van bestuur. De voordracht door de raad van bestuur gebeurt in gezamenlijk overleg tussen de bestuurders met stemrecht.
De raad van bestuur kan in het huishoudelijk reglement bepalen op welke wijze ze dit gezamenlijk overleg zal organiseren en welke criteria doorslaggevend zijn bij de voordracht.
§ 4. Bestuurders van nieuwe deelgenoten
In geval van toetreding van nieuwe deelgenoten tot de welzijnsvereniging zal het aantal bestuurders van elke deelgenoot worden vastgesteld in de beslissing tot toelating van de algemene vergadering, dewelke genomen wordt met een bijzondere meerderheid van twee derde van de ter vergadering uitgebrachte stemmen.
§5. Aanwezigheden op de raad van bestuur
De raad van bestuur mag eveneens bijgewoond worden, voor advies over bepaalde punten, door andere personen dan de bestuurders, wiens aanwezigheid als noodzakelijk of nuttig wordt geacht. Zij mogen niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming zelf.
Artikel 15. Voorzitter en ondervoorzitter
De raad van bestuur wordt voorgezeten door de voorzitter van de welzijnsvereniging, bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter, door een ondervoorzitter.
De voorzitter en de ondervoorzitter worden bij volstrekte meerderheid gekozen door de algemene vergadering van de vereniging.
Hij zorgt voor het voorafgaand onderzoek van de zaken die aan de algemene vergadering en aan de raad van bestuur worden voorgelegd.
Hij zit de vergaderingen voor, opent en sluit ze.
Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van de voorzitter en van de ondervoorzitter wordt de functie van voorzitter waargenomen door de bestuurder die daartoe door de raad van bestuur wordt aangeduid. Bij gebrek aan zulke aanduiding wordt de functie van voorzitter tijdelijk waargenomen door het oudste lid in functie van de raad van bestuur, of, bij gelijkheid, het oudste lid in jaren van de raad van bestuur.
De taak van notulist van de raad van bestuur wordt waargenomen door de leidend ambtenaar..
Artikel 16. Werking van de raad van bestuur
§1.Wijze van vergadering
De raad van bestuur vergadert op de dagen en uren vastgesteld door het huishoudelijk reglement, alsook telkens het belang van de welzijnsvereniging dit vereist.
De bijeenkomsten van de raad van bestuur worden gehouden met gesloten deuren. Alle personen die de vergadering bijwonen tekenen de aanwezigheidslijst en vermelden hun hoedanigheid.
De vergaderingen van de raad van bestuur hebben plaats op de zetel van de welzijnsvereniging tenzij de voorzitter voor een bepaalde vergadering anders beslist.
§2. Wijze van bijeenroeping
De raad van bestuur wordt bijeengeroepen door de voorzitter telkens hij dit noodzakelijk acht met een minimum van éénmaal per kwartaal.
De oproeping tot de raad van bestuur gebeurt elektronisch en dient tenminste vijf (5) kalenderdagen voor de dag van de vergadering verstuurd te worden naar alle leden van de raad van bestuur. In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft ter beschikking gesteld van alle bestuurders en dit vanaf de verzending van de agenda.
De agenda wordt opgesteld door de voorzitter van de welzijnsvereniging.
De agenda van de raad van bestuur wordt, behoudens in spoedeisende gevallen, tenminste vijf (5) kalenderdagen voor de dag van de vergadering elektronisch ter kennisgeving voorgelegd aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW Puurs-Sint-Amands.
De raad van bestuur mag enkel beraadslagen en beslissen over de punten die op de agenda staan, behalve in uitzonderlijke gevallen wanneer bijzondere omstandigheden een onmiddellijke beraadslaging en beslissing vergen over een punt dat niet op de agenda voorkwam. Dergelijke bijzondere omstandigheden dienen in het verslag op gemotiveerde wijze uiteengezet te worden en dienen met een bijzondere meerderheid van twee derde van de op de vergadering uitgebrachte stemmen goedgekeurd te worden.(…)
§3 Wijze van stemmen
In de vergaderingen van de raad van bestuur beschikt elke bestuurder over één stem. De beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van de ter vergadering geldig uitgebrachte stemmen.
Bij het berekenen van de meerderheid wordt er geen rekening gehouden met de onthoudingen en de blanco of nietige stemmen. Er wordt mondeling of geheim gestemd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 74 juncto artikel 34, tweede lid DLB.
Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de welzijnsvereniging, doorslaggevend.
§4 Wijze waarop de besluiten van de raad van bestuur ter kennis worden gebracht.
De beslissingen van de raad van bestuur worden genotuleerd. De notulen worden na goedkeuring door de raad van bestuur, ondertekend door de voorzitter van de welzijnsvereniging en de leidend ambtenaar. Afschriften of uittreksels uit de notulen worden ondertekend door de voorzitter van de welzijnsvereniging en de leidend ambtenaar.
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn worden elektronisch in kennis gesteld van de notulen van de raad van bestuur.
Derden kunnen aan de leidend ambtenaar een gemotiveerd schriftelijk verzoek richten teneinde inzage te bekomen van de notulen. De leidend ambtenaar oordeelt over het gevolg dat aan dergelijk verzoek dient gegeven te worden in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving.
De leidend ambtenaar zorgt voor de door de wet voorgeschreven publicaties in het Belgisch Staatsblad.
De notulen van de vergadering van de raad van bestuur worden geacht te zijn aanvaard voor zover, binnen de zeven kalenderdagen na verzending, door niemand van de aanwezige stemgerechtigde bestuurders, bij de voorzitter van de welzijnsvereniging, formeel protest tegen de inhoud van de notulen is geuit. Bij eventueel formeel protest tegen de inhoud van de notulen binnen voormelde termijn van zeven kalenderdagen, zullen de notulen ofwel worden gewijzigd ofwel expliciet worden goedgekeurd tijdens de eerstvolgende vergadering van de raad van bestuur.
Artikel 17. Bevoegdheid van de raad van bestuur
De raad van bestuur heeft de meest uitgebreide bevoegdheid om op te treden namens de welzijnsvereniging en om alle daden van beheer en beschikking te stellen die de werking van de welzijnsvereniging betreffen.
Alles wat niet uitdrukkelijk of verplichtend wordt voorbehouden aan de voorzitter van de welzijnsvereniging en/of aan de algemene vergadering door het DLB of deze statuten, behoort tot de bevoegdheid van de raad van bestuur.
De raad van bestuur is niet-limitatief bevoegd voor onder meer :
1° het vaststellen van de rechtspositieregeling van het personeel;
2° het vaststellen van het huishoudelijk reglement van de welzijnsvereniging;
3° bevoegdheidsdelegaties en enige andere lastgeving;
4° het aanstellen en ontslaan van een leidend ambtenaar. De bevoegdheid van de leidend ambtenaar wordt vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de welzijnsvereniging.
5° het oprichten van een directiecomité dat bevoegd is voor dagelijks bestuur en definiëren wat dagelijks bestuur is.. De bevoegdheid en werking van het directiecomité wordt vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de welzijnsvereniging;
6° het oprichten van adviescommissies met als doel informatie te verzamelen en adviezen te verstrekken omtrent de oprichting en/of werking van bepaalde diensten of ter ondersteuning van de algemene werking
7° het vaststellen van het meerjarenplan en de aanpassingen daaraan.
Artikel 18. Externe vertegenwoordiging van de welzijnsvereniging
Behoudens de uitzonderingen bepaald door de raad van bestuur in het huishoudelijk reglement worden alle akten en overeenkomsten die de welzijnsvereniging verbinden, ondertekend door de voorzitter en de leidend ambtenaar.
De welzijnsvereniging wordt rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van de welzijnsvereniging, die optreedt namens de raad van bestuur en het directiecomité
De voorzitter kan steeds een ander lid van de raad van bestuur machtigen in zijn plaats op te treden.
Titel V. Personeel
Artikel 19. Personeel
De rechtspositieregeling van het personeel wordt vastgelegd met inachtneming van artikel 488 DLB en de regels betreffende overleg en onderhandeling met de representatieve vakorganisaties voorzien in de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en de uitvoeringsbesluiten bij voormelde wet.
Titel VI. Financiële en boekhoudkundige regels
Artikel 20. Beleidsrapporten en boekhouding
De welzijnsvereniging stelt zijn beleidsrapporten, bestaande uit het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening op overeenkomstig artikel 489 DLB en de ter zake genomen uitvoeringsbesluiten.
De werking van de welzijnsvereniging wordt geconcretiseerd in het meerjarenplan, bestaande uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting.
De beleidsrapporten (m.u.v. de jaarrekeningen) worden vastgesteld door de raad van bestuur en vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering. De jaarrekening wordt voorbereid door de raad van bestuur, vervolgens vastgesteld door de algemene vergadering en tenslotte goedgekeurd door de toezichthoudende overheid.
Na de behandeling van de beleidsrapporten in de algemene vergadering bezorgt de welzijnsvereniging overeenkomstig art. 485, derde lid DLB, deze onmiddellijk aan de voorzitter van het vast bureau van het OCMW Puurs – Sint-Amands met het oog op de bekendmaking ervan op de webtoepassing van de gemeente Puurs – Sint-Amands.
De welzijnsvereniging verricht uiterlijk op 31 december van ieder jaar de nodige opnemingen, verificaties, opzoekingen en waarderingen om de inventaris op te maken van al de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van de welzijnsvereniging, van welke aard ook.
De welzijnsvereniging voert een algemene en budgettaire boekhouding, aangepast aan de aard en de omvang van haar activiteiten. Deze boekhouding wordt gevoerd onder de verantwoordelijkheid en het toezicht van de raad van bestuur.
Artikel 21. Boekjaar en saldo.
Het boekjaar begint op één januari en eindigt op eenendertig december van hetzelfde jaar.
Er wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd aan de algemene vergadering.
De algemene vergadering spreekt zich uit over de vaststelling van de jaarrekening voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft. Een afschrift van de vastgestelde jaarrekening wordt binnen twintig dagen bezorgd aan de deelgenoten.
Het meerjarenplan met de kredieten voor het volgend boekjaar en de aanpassing van het meerjarenplan met de kredieten voor het volgend boekjaar en / of de wijziging voor het lopend boekjaar moeten worden opgemaakt, vastgesteld en goedgekeurd voor één november van het lopend boekjaar.
Het eventueel batig saldo voorhanden na het afsluiten van de jaarrekening wordt na vaststelling bestemd overeenkomstig de modaliteiten in de beheersovereenkomst.
Titel VII. Ontbinding
Artikel 22. Ontbinding
§1.De beslissing tot vrijwillige ontbinding van de welzijnsvereniging kan alleen genomen worden als de deelgenoot daarmee vooraf instemt zoals bepaald in artikel 482 DLB.
De beslissing tot ontbinding is onderworpen aan het goedkeuringstoezicht conform artikel 476 DLB.
§2.In geval van ontbinding zal de algemene vergadering één of meerdere vereffenaars aanstellen en hun bevoegdheden bepalen.
De door de welzijnsvereniging definitief verworven vermogensbestanddelen, het netto-actief of de liquiditeiten van de welzijnsvereniging zullen bestemd worden ten voordele van de deelgenoot.
Dit betekent dat alle diensten en voorzieningen met alle daaraan verbonden rechten en plichten, roerende en onroerende goederen, personeel en de daartoe aangegane leningen, overgenomen worden door de deelgenoot en door de vereffenaars in functie van die overname worden beheerd, met name met het oog op de continuïteit van de werking van die diensten en voorzieningen (going concern).
De deelgenoot waarborgt de rechten die de welzijnsvereniging op het ogenblik van haar ontbinding contractueel voor de werknemers vastgesteld had. Het overgenomen personeel komt, met behoud van zijn geldelijk statuut, terecht in een overgangskader dat uitdovend is.
Indien de vereffening van de welzijnsvereniging bij afsluiting een negatief resultaat vertoont, dient de deelgenoot, bij te dragen in het tekort.
§ 3. In geval van een ontbinding met overname van diensten en voorzieningen door een derde, wordt het voltallige personeel overgenomen, hetzij door de deelgenoot, hetzij door de overnemer(s) van de diensten en voorzieningen, zonder dat de personeelsleden door deze plicht tot overname gebonden zijn. De deelgenoot of de overnemer waarborgen de rechten die de welzijnsvereniging op het ogenblik van haar ontbinding contractueel voor de werknemers vastgesteld had. Het overgenomen personeel komt, met behoud van zijn geldelijk statuut, terecht in een overgangskader dat uitdovend is.
Titel VIII. Slotbepalingen
Artikel 23. Slotbepaling
Voor alle aangelegenheden die niet uitdrukkelijk door deze statuten worden geregeld wordt verwezen naar de bepalingen van het DLB, in het bijzonder Deel 3, Titel 4, Hoofdstuk, en naar de bepalingen van de OCMW-wet, alsook naar de besluiten ter uitvoering hiervan genomen.
Artikel 2: De statuten gaan in voege vanaf 1 april 2022.
Artikel 3: De statutenwijzing zal met het oog op het goedkeuringstoezicht worden overgemaakt aan de Vlaamse Regering.