De gemeenteraad heeft in vergadering van 18 december 2022 de personenbelasting vastgesteld op 7,4% voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025.
Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:
Bevoegdheidsgrond
Toepasselijke regelgeving
De gemeente wil haar 8 leefgemeenschappen eigentijds en leefbaar houden, waar het aangenaam en veilig is om te wonen en wil voortdurend blijven investeren in het voordeel van de inwoners op alle domeinen.
Hiervoor dienen middelen gezocht te worden, die op een evenwichtige en herverdeelbare wijze en volgens de draagkracht van de inwoners kunnen gevestigd worden.
De financiële toestand van de gemeente vergt om die redenen de invoering van rendabele belastingen.
Door de verrekening van de fusiebonus (verlaging leninglasten) liet de financiële toestand van de gemeente toe om de aanvullende personenbelasting vast te stellen op 7,5% vanaf 2019.
Voor een verantwoord financieel beleid koos het bestuur voor een lokale taxshift waarbij de aanvullende personenbelasting wordt verlaagd vanaf aanslagjaar 2024 naar 7,3%. De opcentiemen voor onroerende voorheffing werden verhoogd vanaf 2020. Zo komt het bestuur tegemoet aan de doelstelling van een evenwichtige spreiding in functie van de financiële draagkracht voor de verschillende categorieën van belastingplichtigen (gezinnen en bedrijven).
De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Artikel 1: Overgangsbepaling
Het raadsbesluit, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 18 december 2022 inzake de vaststelling van de aanvullende personenbelasting voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2024, maar wordt opgeheven op 1 januari 2024.
Artikel 2: Heffingstermijn – belastbaar feit - belastingplichtige
Voor de aanslagjaren 2024 tot en met 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 3: Berekeningsgrondslag en tarief
De belasting wordt vastgesteld op 7,3% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.
Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 4: Verwijzingsregel
De vestiging en de inning van de gemeentelijke aanvullende belasting worden toevertrouwd aan de administratie der directe belastingen, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Artikel 5: Inwerkingtreding en bekendmaking
Onderhavig reglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 18 december 2023, treedt in voege op 1 januari 2024 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.