De gemeenteraad heeft in vergadering van 5 mei 2025 het retributiereglement op de gemeentelijke begraafplaatsen vastgesteld.
Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:
Bevoegdheidsgrond
Het Decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging, zoals later gewijzigd door het Decreet van 18 april 2008;
Het Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria, zoals later gewijzigd;
De omzendbrief BB 2008/05 betreffende wijziging van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging bij decreet van 18 april 2008;
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
De gemeenteraad heeft in vergadering van 5 mei 2025 de nieuwe retributies m.b.t. gemeentelijke begraafplaatsen vastgesteld met ingang van 1 juli 2025.
Voorgesteld wordt om deze tarieven voortaan ook te indexeren.
Het is gepast om retributies te heffen om de kosten voor de aanleg en onderhoud van de begraafplaatsen te kunnen dragen en de administratieve opvolging betaalbaar te kunnen houden. Er worden verschillende tarieven gehanteerd naargelang de duur van de concessie, de hernieuwing ervan, voor de ontgravingen, de columbariumplaten en de naamplaatjes.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd dit retributiereglement opnieuw vast te stellen met ingang van 1 januari 2026.
De inkomsten zijn opgenomen in het meerjarenplan onder budgetsleutels 0990-00/70020000, 0990-00/70021000 en 990-00/70022000.
Enig artikel: De gemeenteraad stelt onderstaand retributiereglement op de gemeentelijke begraafplaatsen vast:
Artikel 1: Opheffing
Het raadsbesluit inzake de vaststelling van de retributies op de gemeentelijke begraafplaatsen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van 5 mei 2025, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2026.
Artikel 2: Heffingstermijn - belastbaar feit
Voor een termijn van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 worden gemeentelijke retributies gevestigd op geconcedeerde graven, hernieuwingen van concessies, naamplaatjes en grafstenen, ontgravingen en verplaatsingen van kist of urne naar de parkbegraafplaats.
Artikel 3: Definities
Voor de definities wordt verwezen naar artikel 2 van het huishoudelijk reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen.
Artikel 4: Retributieplichtige
De retributie is verschuldigd door de persoon die de aanvraag doet. Indien de aanvraag uitgaat van meerdere personen, dan zijn de aanvragers hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de volledige retributie.
Artikel 5: Tarieven
De retributies worden als volgt vastgesteld:
De bedragen vermeld in dit artikel worden jaarlijks gecumuleerd aangepast door middel van een index met een vaste coëfficiënt van 1,5%.
Het geïndexeerde bedrag wordt afgerond naar het dichtste natuurlijke getal. (bijvoorbeeld: 75,46 euro wordt 75 euro en 89,65 euro wordt 90 euro).
5.1. Geconcedeerde graven:
Indien de concessie betrekking heeft op een perceel grond, waarin zich een grafkelder bevindt die gebouwd is door de gemeente, wordt de retributie verhoogd met 750 euro voor een grafkelder voor twee personen.
5.2. Hernieuwing concessie:
5.3. Naamplaatjes en grafstenen:
Van de retributies worden vrijgesteld:
alle concessies voor minderjarigen (- 18 jaar);
ontgravingen verricht ingevolge een gerechtelijke beslissing of bestuurlijke beslissing.
Artikel 7: Wijze van inning
De retributies worden geïnd door middel van een factuur.
Artikel 8: Invordering
Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwist gedeelte zal door middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het lokaal bestuur, geschieden.
Artikel 9: Inwerkingtreding en bekendmaking
Dit retributiereglement werd vastgesteld door de gemeenteraad van 24 november 2025, treedt in werking op 1 januari 2026 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285 t.e.m. 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.