De gemeenteraad heeft in vergadering van 20 december 2021 het retributiereglement voor kermissen en gebruik van elektriciteit vastgesteld voor de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025.
Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:
Bevoegdheidsgrond:
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41, artikel 177 (invordering) en latere wijzigingen;
De Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Aangezien het retributiereglement voor kermissen en het gebruik van elektriciteit, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 20 december 2021, een einde neemt op 31 december 2025 dient dit retributiereglement opnieuw vastgesteld te worden voor de periode 2026-2031.
Het reglement omvat zowel tarieven voor de standplaatsen als voor het gebruik van elektriciteit.
De tarieven voor de standplaatsen worden eenmalig geactualiseerd voor de periode 2026-2031.
Bij gebrek aan indexeringsclausules in de vorige reglementen worden de tarieven voor elektriciteit naar het huidige niveau van levensduurte gebracht en voortaan ook geïndexeerd. De foorkramers kunnen tijdens de kermissen gebruik maken van de elektriciteitskasten van de gemeente. De kosten voor elektriciteitsverbruik, vaste kosten van de energieleverancier en de keuring worden aangerekend aan de gemeente. Het is billijk dat de gemeente een retributie aanrekent aan de foorkramers als bijdrage in de kosten voor de aangeboden standplaats met elektriciteitsvoorziening. Deze retributie moet redelijk en aanvaardbaar zijn voor de foorkramers, zodat ze ook effectief gebruik kunnen maken van de ter beschikking gestelde infrastructuur.
De gemeente stelt haar openbaar domein ter beschikking voor kermissen. Deze inname van het openbaar domein vergt zekere kosten van toezicht en schoonmaak, waardoor het billijk is om deze kosten te verhalen aan de hand van retributies op de foorkramers.
De vaststelling van de tarieven wordt gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig artikel 8 van dit reglement.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd dit retributiereglement vast te stellen met ingang van 1 januari 2026.
De inkomsten zijn voorzien in het meerjarenplan 2026 - 2031 op budgetsleutel 0710-00/70051000 - Retributie plaatsrecht kermissen en 0710-00/70051100 - Retributie doorrekening nutsvoorzieningen bij kermissen.
Enig artikel: De gemeenteraad stelt onderstaand retributiereglement voor kermissen en gebruik van elektriciteit vast:
Artikel 1: Opheffing
Het retributiereglement voor kermissen en gebruik van elektriciteit, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 20 december 2021, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2026.
Artikel 2: Definities
Voor de definities wordt verwezen naar het reglement m.b.t. de organisatie van kermisactiviteiten, zoals vastgesteld door de gemeenteraad.
Artikel 3: Heffingstermijn - belastbaar feit
Voor een termijn van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 worden gemeentelijke retributies gevestigd op kermisattracties die zich opstellen op openbare plaatsen en wegen van de gemeente en op het gebruik van elektriciteit van de verdeelkasten op het openbaar domein door deze kermisattracties.
Artikel 4: Retributieplichtige
De retributie is verschuldigd door de persoon (uitbater van de kermisattractie) die het openbaar domein in gebruik neemt en die de elektriciteit van de verdeelkast op het openbaar domein gebruikt.
De eigenaar van de kermisattractie is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde retributie.
Artikel 5: Tarieven
De retributies worden als volgt vastgesteld. Deze gelden voor de duurtijd van de kermis.
5.1. voor de inname van het openbaar domein:
|
|
Kalfort, Pukema |
Breendonk, Ruisbroek, Puurs, Oppuurs, Lippelo, Liezele en Sint-Amands |
| Op kramen of verkoopstanden met hot-dogs, zeeslakken, frieten, gedroogde vis, pensen of andere eetbare producten |
xx euro per strekkende meter |
xx euro per strekkende meter |
| Op schietkramen, bazars, ballenkramen, viskramen, eendenspelen, koordjetrek edm. |
xx euro per strekkende meter |
xx euro per strekkende meter |
| Op autoscooters |
xx euro per strekkende meter lengte instelling |
xx euro per strekkende meter lengte instelling |
| Op loterijkramen, bulldozerspelen, automaten, lunaparken en andere semi-kansspelen |
xx euro per strekkende meter |
xx euro per strekkende meter |
| Op de kindermolens (levende paarden inbegrepen) |
xx euro per strekkende meter |
xx euro per strekkende meter |
| Op grote attracties (lambada, spookhuis, break dance, …) |
xx euro per strekkende meter |
xx euro per strekkende meter |
Bij de bepaling van de lengte wordt de langste zijde van de attractie genomen.
5.2. voor afname van elektriciteit:
| Afname elektriciteit | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 |
| enkelfasig van 16 tot 32 ampére | xx | xx | xx | xx | xx | xx |
| driefasig tot 31 ampére | xx | xx | xx | xx | xx | xx |
De retributie is niet verschuldigd voor de inrichtingen, kramen of standen toebehorend aan of uitgebaat door een openbaar bestuur, een openbare instelling of een instelling van openbaar nut.
Artikel 7: Wijze van inning
De retributies worden geïnd door middel van een factuur.
Artikel 8: Delegatie naar CBS
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd de tarieven van de retributies gedurende de duur van dit besluit vast te stellen.
Artikel 9: Invordering
Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwist gedeelte zal door middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het lokaal bestuur, geschieden.
Artikel 10: Inwerkingtreding en bekendmaking
Dit retributiereglement werd vastgesteld door de gemeenteraad van 24 november 2025, treedt in werking op 1 januari 2026 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285 t.e.m. 288 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.