Terug
Gepubliceerd op 06/05/2025

Besluit  Gemeenteraad

ma 05/05/2025 - 20:00

Belasting op het inzamelen en verwijderen van huishoudelijke en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen (IVAREM) - Vaststelling

Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Willem Geeroms, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Anne De Ron, Ronny Tourné, Sophie Van Praet, Raf De Blaiser, Jan Van Camp, Patrick Pauwels, Jürgen Buyst, Luk Ceurvelt, Peggy Seeuws, Reinhilde Goossens, Robbe Cooremans, Giselle Vissers, Ine Schokkaert, Sander Schokkaert, Jorden Dewachter, Eva Peleman, Jelien De Laet, Marleen Vos, Joos Wauters, Erwin Mertens, Marc Van Aken, Kristina Galestian, Raoul Paridaens
Verontschuldigd: Yvo Van Damme, Linda Caluwaerts
Aanleiding

De gemeenteraad heeft in vergadering van 16 december 2019 het belastingreglement op het inzamelen en verwijderen van huishoudelijke en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen (IVAREM) vastgesteld voor de aanslagjaren 2020-2025. 

IVAREM stelt thans voor om de afvalbelasting vaste bijdrage te verhogen van 49 naar 65 euro, reden waarom dit belastingreglement opnieuw dient herzien te worden. 

Juridische grond

Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing: 

Bevoegdheidsgrond 

  • Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 §3 en 41, 14°, zoals gewijzigd door artikel 3 van het Decreet van 8 mei 2018 en door artikelen 8 en 9 van het Decreet van 17 februari 2023 wat de verfijning van de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad betreft;

Toepasselijke regelgeving 

  • De Grondwet, artikelen 170 §4 en 173;
  • Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
  • De Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende de bepalingen rond de werking van overheidsinstanties en de relatie tussen de burger en de overheid, en latere wijzigingen;
  • Het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid artikel 26, en latere wijzigingen (intergemeentelijke inning);
  • Het Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);
  • Het Lokaal Materialenplan (LMP) goedgekeurd op 26 mei 2023 door de Vlaamse regering; Het LMP geldt als uitvoeringsplan en preventieprogramma voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, zoals voorzien in artikelen 17 en 18 van het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen;
Feiten, context en argumentatie

De gemeente heeft ingevolge de haar opgelegde verplichtingen vaste kosten voor afvalbeheer zoals:

  •  Het bevorderen van afvalpreventie en scheiding aan de bron door communicatie, informatie, educatie en sensibilisatie;
  •  Het gratis inzamelen en verwerken van KGA;
  •  Het gratis aanvaarden en verwerken van asbestcementafval (tot 1 m³ per gezin per jaar);
  •  De selectieve inzameling aan huis of via in de gemeente opgestelde containers van selectieve afvalsoorten;
  •  De exploitatie van een of meerdere recyclageparken.

Om de scheiding aan de bron aan te moedigen, is het niet aangewezen de inzamelings- en verwerkingskosten voor de selectieve afvalsoorten volledig in functie van het aanbod door te rekenen aan de aanbieders.

Vermits het merendeel van deze kosten gezinsgerelateerd is, wordt de voorkeur gegeven aan een aanrekening per gezin.

De afvalbelasting neemt de financiële toestand van de gemeente in overweging en heeft als doel de vaste kosten te dekken.

Er worden verminderingen voorzien waardoor sociale correcties worden toegekend op het vast bedrag dat per gezin wordt aangerekend.

De invordering gaat gepaard met kosten ingevolge de verzending van aanmaningen en het is billijk deze kosten te verhalen op diegenen die laattijdig de door hun verschuldigde belasting betalen.

De gemeente heeft beheersoverdracht verleend aan de Intergemeentelijke vereniging voor duurzaam afvalbeheer regio Mechelen (IVAREM). Er wordt naar gestreefd om deze belasting in de gemeenten die aangesloten zijn bij IVAREM zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Het Materialendecreet laat toe deze kosten voor het beheer van huishoudelijke afvalstoffen intergemeentelijk te innen, vandaar dat ervoor geopteerd wordt om deze belasting te laten innen door IVAREM.

In het kader van een bewustmakingsproces bij de bevolking op het vlak van afvalbeheerskosten voor het huishoudelijk afval, is het aangewezen de vaste kosten en de niet variabele kosten voor de selectieve fracties aan te rekenen aan de bevolking via een vast bedrag en op een zichtbare wijze.

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd dit belastingreglement opnieuw vast te stellen voor de aanslagjaren 2025 tot en met 2031.

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Publieke stemming
Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Willem Geeroms, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Anne De Ron, Ronny Tourné, Sophie Van Praet, Raf De Blaiser, Jan Van Camp, Patrick Pauwels, Jürgen Buyst, Luk Ceurvelt, Peggy Seeuws, Reinhilde Goossens, Robbe Cooremans, Giselle Vissers, Ine Schokkaert, Sander Schokkaert, Jorden Dewachter, Eva Peleman, Jelien De Laet, Marleen Vos, Joos Wauters, Erwin Mertens, Marc Van Aken, Kristina Galestian, Raoul Paridaens
Voorstanders: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Willem Geeroms, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Anne De Ron, Ronny Tourné, Sophie Van Praet, Raf De Blaiser, Patrick Pauwels, Jürgen Buyst, Luk Ceurvelt, Reinhilde Goossens, Robbe Cooremans, Giselle Vissers, Ine Schokkaert, Sander Schokkaert, Eva Peleman, Jelien De Laet, Marleen Vos, Joos Wauters
Tegenstanders: Jan Van Camp, Peggy Seeuws, Jorden Dewachter, Erwin Mertens, Marc Van Aken, Kristina Galestian
Resultaat: Met 21 stemmen voor, 6 stemmen tegen
Besluit

Enig artikel: De gemeenteraad stelt onderstaand belastingreglement op het inzamelen en verwijderen van huishoudelijke en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen vast:

Artikel 1: Overgangsbepaling

Het raadsbesluit van 16 december 2019 van de gemeente Puurs-Sint-Amands inzake de vaststelling van de belasting op het inzamelen en verwijderen van huishoudelijke en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen voor de aanslagjaren 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2025, maar wordt opgeheven vanaf aanslagjaar 2025.

Artikel 2: Heffingstermijn - belastbaar feit

Voor de aanslagjaren 2025 tot en met 2031 wordt een kohierbelasting geheven op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen. 

Artikel 3: Definities

Aan het begrip “gezin” wordt dezelfde betekenis gehecht als in de bepaling van de laatste algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkings- en vreemdelingenregisters.

Artikel 4: Belastingplichtige

De vaste belasting is verschuldigd door de referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op 1 januari en is onverdeelbaar verschuldigd voor het volledige jaar.

De betaling van de belasting is hoofdelijk verschuldigd door elk meerderjarig lid van het gezin.

Een wijziging van de hoofdverblijfplaats heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering of teruggave.

Artikel 5: Berekeningsgrondslag en tarief

Er wordt een vaste afvalbijdrage per jaar per gezin aangerekend van 65 euro.

De belasting wordt jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex en wel als volgt: elk bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor waarbij in de teller de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op oktober van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het bedrag wordt gewijzigd, en met de noemer de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op september 2025. Het zo verkregen getal wordt wiskundig afgerond op 0,5 euro.

Artikel 6: Vrijstellingen

Zijn van deze belasting vrijgesteld, voor zover aan de vrijstellingsmodaliteiten is voldaan op 1 januari van het aanslagjaar:

  1. De gezinnen die als gevolg van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters een aanduiding referentieadres hebben;
  2. De collectieve gezinnen waarvan de leden volgens het rijksregister aangeduid staan als lid van een gemeenschap (kloostergemeenschap, militairen in kazerne, verzorgingsinstellingen voor bejaarden/mindervaliden..);
  3. De gezinnen die een aanduiding ‘tijdelijke’ afwezigheid (I.T. 026) hebben in het bevolkingsregister.

Artikel 7: Verminderingen

Bij de vaste afvalbelasting worden volgende cumulatieve verminderingen voorzien:

      1. Een vermindering van 16 euro per gezin van deze belasting is voorzien voor “alleenwonenden (éénoudergezinnen) en éénoudergezinnen met enkel minderjarige kinderen. Een kind is minderjarig indien hij/zij op datum van 1 januari van het aanslagjaar de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt. Er wordt geen rekening gehouden met de verwantschap binnen het gezin.

      2. Een vermindering van 4 euro per minderjarig kind in het gezin van deze belasting is voorzien met een maximum van 12 euro per gezin.  Een kind is minderjarig indien hij/zij op datum van 1 januari van het aanslagjaar de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt. Er wordt geen rekening gehouden met de verwantschap binnen het gezin.

      3. Een vermindering van 32 euro per gezin van deze belasting is voorzien voor gezinnen (referentiepersonen) waarvan minstens 1 of meerdere gezinsleden recht hebben op verhoogde tegemoetkoming van de ziekteverzekering, die voldoen aan de voorwaarden op 1 januari bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

De verminderingen worden rechtstreeks verrekend op het aanslagbiljet voor de vaste afval belasting op basis van de gegevens uit het rijksregister en de gegevens aangeleverd door de Kruispuntbank van de Sociale zekerheid.

Indien de vermindering niet ambtshalve kan toegekend worden, kan de belastingplichtige een aanvraag richten tot toekenning aan IVAREM met controle via attest verhoogde tegemoetkoming, waaruit blijkt dat de betrokkene op 1 januari recht heeft op verhoogde tegemoetkoming of via attest van gezinssamenstelling uit het rijksregister.

Hiervoor is een aanvraagformulier voorzien op de website van IVAREM. Deze aanvraag moet ingediend worden voor 30 september van het belastingjaar. De aanvraag moet elk jaar worden ingediend.

Indien IVAREM de aanvraag gegrond verklaart, zal de toelage verrekend worden op het aanslagbiljet. Indien de belastingplichtige reeds de belasting heeft voldaan, gebeurt dit door het terugstorten van het bedrag van de toelage.

Artikel 8: Wijze van invordering

De kohierbelasting wordt geïnd door het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVAREM. 

IVAREM maakt het kohier op conform de vermeldingen uit artikel 45, paragraaf 2 van het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging en de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. 

De belasting wordt jaarlijks vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen (ten laatste op 30 juni dat volgt op het aangeslagen jaar). 

Daartoe maakt de gemeentelijke financieel directeur het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan IVAREM, die onverwijld instaat voor het opmaken en versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen. 

Artikel 9: Betalingstermijn

De belasting dient betaald te worden binnen een termijn van twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

De betalingen gebeuren op rekening van IVAREM onder vermelding van de gespecifieerde mededeling vermeld op het betalingsdocument. Bij afwezigheid van een correcte mededeling tracht IVAREM op basis van de identiteit of het bedrag te achterhalen op welke belastingschuld de betaling betrekking heeft. Indien de belastingschuld niet te identificeren is, wordt de betaling teruggestort.  Betalingen waarvan duidelijk is dat ze geen betrekking hebben op de afvalbelasting worden teruggestort aan de betaler. 

Indien het aanslagbiljet van de kohierbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald binnen twee maanden na de verzending, verzendt IVAREM per gewone brief of via elektronische weg (Doccle) een aanmaning voor het nog openstaand bedrag. Deze aanmaning kent een betaaltermijn van 30 dagen toe vanaf de verzending van de aanmaning. 

Indien binnen de termijn van de eerste aanmaning het openstaande bedrag niet tijdig en volledig betaald werd, verzendt IVAREM een tweede aanmaning met betaaltermijn van 14 dagen. 

Bijkomend vermeldt deze tweede aanmaning dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen voormelde termijn. 

De kosten verbonden aan de tweede aanmaning en aan het dwangbevel worden aan de belastingplichtige aangerekend. De kosten voor de tweede aanmaning bedragen 15 euro. De kosten van het dwangbevel worden bepaald volgens opgave van de betekenende gerechtsdeurwaarder.

IVAREM kan te allen tijde beslissen om bijkomende kosteloze herinneringen te sturen. 

Artikel 10: Bezwaar

De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet werd verzonden via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van de verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige. 

In toepassing van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 kunnen bezwaarschriften via elektronische weg worden ingediend. De indiening van het bezwaarschrift via elektronische weg geldt als uitdrukkelijke instemming van de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger om berichten binnen de bezwaarprocedure via die elektronische weg uit te wisselen. Als het bezwaarschrift verzonden wordt via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van het bezwaar. 

Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding.

Artikel 11: Verwijzingsregel

De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Artikel 12: Inwerkingtreding en bekendmaking

Dit belastingreglement wordt vastgesteld door de gemeenteraad van 5 mei 2025 en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

Ter kennisgeving zal eveneens een afschrift worden toegezonden aan de intergemeentelijke vereniging voor duurzaam afvalbeheer regio Mechelen (IVAREM).