Terug
Gepubliceerd op 26/06/2025

Besluit  Raad van bestuur AGB

ma 23/06/2025 - 20:30

Tariefreglement aanrekenen administratieve kosten bij niet-fiscale vorderingen - Vaststelling

Aanwezig: Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Raf De Blaiser, Ronny Tourné, Els De Smedt, Anne De Ron, Els Goedgezelschap, Jan Van Camp, Patrick Pauwels, Jürgen Buyst, Willem Geeroms, Sophie Van Praet, Reinhilde Goossens, Linda Caluwaerts, Robbe Cooremans, Giselle Vissers, Ine Schokkaert, Sander Schokkaert, Jorden Dewachter, Eva Peleman, Jelien De Laet, Marleen Vos, Joos Wauters, Erwin Mertens, Marc Van Aken, Kristina Galestian, Helena Lejon
Verontschuldigd: Luk Ceurvelt, Peggy Seeuws

De raad van bestuur van het AGB heeft in vergadering van 9 september 2024 het tariefreglement voor administratiekosten voor het verzenden van aangetekende zendingen en minnelijke invorderingen vastgesteld voor de periode van 1 oktober 2024 tot en met 31 december 2025. De gemeenteraad keurde dit tariefreglement eveneens goed in vergadering van 9 september 2024.

Het huidige tariefreglement werd vastgesteld naar aanleiding van het Boek XIX van het Wetboek economisch recht - Schulden van de consument (welke regels er moeten gerespecteerd worden om achterstallige betalingen bij consumenten in te vorderen). 

Tot op heden is het nog steeds niet duidelijk of dit Boek XIX van toepassing is op lokale besturen. Het is wachten op de eerste uitspraken van de rechtbanken. 

Zelfs indien het van toepassing is, laat de software van de financiële dienst niet toe om de forfaitaire schadebedingen in functie van de grootte van de schuldvorderingen te implementeren. Vandaar dat geopteerd wordt om telkens het minimumbedrag aan te rekenen. 

Het is opportuun om deze tarieven te heffen, omdat sommige ontvangsten niet binnen de vooropgestelde termijn worden betaald. 

De financieel directeur staat in het kader van het debiteurenbeheer in voor de invordering van deze achterstallige bedragen door het verzenden van een eerste kosteloze aanmaning en een daaropvolgende aangetekende ingebrekestelling. 

De opmaak en verzending van dergelijke aanmaningen inzake niet-fiscale invorderingen legt een extra druk op de financiële administratie. Het getuigt van behoorlijk bestuur om de personen die laattijdig de door hun verschuldigde sommen betalen, te laten bijdragen in de kosten die met deze extra administratie gepaard gaan. 

Indien de schuldvordering na de aangetekende ingebrekestelling niet wordt betaald, zal overgegaan worden tot dagvaarding, aangezien de financieel directeur niet kan overgaan tot het uitvaardigen van een dwangbevel overeenkomstig artikel 177 van het Decreet lokaal bestuur voor het AGB.

Aan de raad van bestuur wordt gevraagd om het tariefreglement voor administratieve kosten bij niet-fiscale vorderingen vast te stellen met ingang van 1 juli 2025.

Aanleiding

De raad van bestuur van het AGB heeft in vergadering van 9 september 2024 het tariefreglement voor administratiekosten voor het verzenden van aangetekende zendingen en minnelijke invorderingen vastgesteld voor de periode van 1 oktober 2024 tot en met 31 december 2025. De gemeenteraad keurde dit tariefreglement eveneens goed in vergadering van 9 september 2024.

Juridische grond

Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing: 

Bevoegdheidsgrond 

  • De statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) Puurs-Sint-Amands zoals vastgesteld door de gemeenteraad en de raad van bestuur van AGB Puurs-Sint-Amands op 27 januari 2025;
Feiten, context en argumentatie

Het huidige tariefreglement werd vastgesteld naar aanleiding van het Boek XIX van het Wetboek economisch recht - Schulden van de consument (welke regels er moeten gerespecteerd worden om achterstallige betalingen bij consumenten in te vorderen). 

Tot op heden is het nog steeds niet duidelijk of dit Boek XIX van toepassing is op lokale besturen. Het is wachten op de eerste uitspraken van de rechtbanken. 

Zelfs indien het van toepassing is, laat de software van de financiële dienst niet toe om de forfaitaire schadebedingen in functie van de grootte van de schuldvorderingen te implementeren. Vandaar dat geopteerd wordt om telkens het minimumbedrag aan te rekenen. 

Het is opportuun om deze tarieven te heffen, omdat sommige ontvangsten niet binnen de vooropgestelde termijn worden betaald. 

De financieel directeur staat in het kader van het debiteurenbeheer in voor de invordering van deze achterstallige bedragen door het verzenden van een eerste kosteloze aanmaning en een daaropvolgende aangetekende ingebrekestelling. 

De opmaak en verzending van dergelijke aanmaningen inzake niet-fiscale invorderingen legt een extra druk op de financiële administratie. Het getuigt van behoorlijk bestuur om de personen die laattijdig de door hun verschuldigde sommen betalen, te laten bijdragen in de kosten die met deze extra administratie gepaard gaan. 

Indien de schuldvordering na de aangetekende ingebrekestelling niet wordt betaald, zal overgegaan worden tot dagvaarding, aangezien de financieel directeur niet kan overgaan tot het uitvaardigen van een dwangbevel overeenkomstig artikel 177 van het Decreet lokaal bestuur voor het AGB.

Aan de raad van bestuur wordt gevraagd om het tariefreglement voor administratieve kosten bij niet-fiscale vorderingen vast te stellen met ingang van 1 juli 2025.

Financiële weerslag

De tarieven voor terugvordering van procedure- en vervolgingskosten zijn opgenomen in het meerjarenplan op budgetsleutel 0030-00/74504000. 

Besluit

Enig artikel: De raad van bestuur van het AGB stelt onderstaand tariefreglement voor het aanrekenen van administratieve kosten van niet-fiscale vorderingen voor en legt dit voor ter goedkeuring aan de gemeenteraad van Puurs-Sint-Amands, in vergadering van 23 juni 2025:  

Artikel 1: Heffingstermijn

Vanaf 1 juli 2025 tot en met 31 december 2031 worden administratieve kosten aangerekend bij de invordering van niet-fiscale vorderingen. 

Artikel 2: Betalingsplichtige

Deze administratieve kosten zijn verschuldigd door de debiteur van de openstaande niet-fiscale schuldvorderingen. 

Artikel 3: Tarieven

De tarieven worden als volgt vastgesteld: 

3.1. Eerste aanmaning:

Bij niet betaling van de factuur binnen de voorziene datum zal een eerste aanmaning worden verzonden. Deze is gratis.

3.2. Kosten vanaf een tweede aanmaning (ingebrekestelling) en volgende aanmaningen met inbegrip van deze verzonden na niet-naleven van een afbetalingsplan

Indien de debiteur niet betaalt binnen de termijn voorzien in de gratis eerste aanmaning wordt telkens een kost van € 20,00 aangerekend voor de verzending van een tweede en daarop volgende aanmaningen (ingebrekestellingen). Indien een debiteur een afbetalingsplan krijgt en dit vervolgens niet nakomt, wordt hem een aanmaning gestuurd. Voor deze aanmaning wordt een kost van €20,00 aangerekend. 

Artikel 4: Wijze van inning

Deze kosten worden geïnd door de financieel beheerder en/of incassobureau.

Artikel 5: Invordering

Er wordt maximaal geprobeerd in der minne in te vorderen. Bij gedeeltelijke betaling worden eerst de eventuele aangerekende invorderingskosten aangezuiverd en vervolgens de verschuldigde hoofdsom. 

Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de vordering burgerrechtelijk ingevorderd worden.

Artikel 6: Opheffingsbepaling

Het tariefreglement aanrekenen administratiekosten voor het verzenden van aanmaningen en minnelijke invorderingen, zoals vastgesteld door de raad van bestuur AGB in vergadering van 9 september 2024, wordt opgeheven met ingang van 1 juli 2025.

Artikel 7: Inwerkingtreding en bekendmaking

Dit tariefreglement voor het aanrekenen van administratieve kosten van niet-fiscale vorderingen werd door de raad van bestuur van het AGB vastgesteld in vergadering van 23 juni 2025.

Onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad in vergadering van 23 juni 2025, treedt het reglement in voege op 1 juli 2025 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.