De gemeenteraad heeft, in vergadering van 15 december 2025, het belastingreglement op de tweede verblijven vastgesteld voor het grondgebied Puurs-Sint-Amands voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:
Bevoegdheidsgrond:
Tot op heden is er een aangifteplicht voorzien in het huidige belastingreglement van tweede verblijven d.w.z. dat er jaarlijks door de financiële dienst naar alle eigenaars van de tweede verblijven op het grondgebied een aangifteformulier wordt gestuurd met de vraag om te bevestigen of zij nog per 1 januari van het betreffende kalenderjaar eigenaar waren van het tweede verblijf. Bovendien werd gevraagd om te bewijzen dat er verbruik is van nutsvoorzieningen op het adres van het tweede verblijf om leegstand te kunnen uitsluiten. Deze manier van werken vraagt jaarlijks heel wat administratie en is tijdrovend.
Vandaar dat er geopteerd wordt om vanaf 1 januari 2026 eveneens een register te hanteren, dezelfde werkwijze als bij leegstand en verwaarlozing. Indien de woning voldoet aan de voorwaarden van huidig reglement zal deze opgenomen worden in een register en vanaf dat moment zal de belasting verschuldigd zijn.
Als overgangsbepaling is voorzien dat alle tweede verblijven die momenteel reeds worden belast ambtshalve opgenomen worden in het register. Voor de nieuwe tweede verblijven bestaat er een aangifteplicht, die erin bestaat dat de eigenaar ten laatste op 30 april van het jaar volgend op de ingebruikname van de woning als tweede verblijf een aangifte moet indienen. Zolang de woning is opgenomen in het register, is belasting verschuldigd door de eigenaar.
Worden niet als tweede verblijven beschouwd:
- Lokalen die uitsluitend bestemd zijn om een beroepsactiviteit uit te oefenen;
- Garages;
- Tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij deze tenminste zes maanden per jaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden;
- Woongelegenheden in het beheer van de gemeente, het ocmw, een autonoom gemeentebedrijf, een woonmaatschappij waarin de gemeente of het ocmw participeert, of een intergemeentelijk samenwerkingsverband waarin de gemeente participeert;
- Woningen die daadwerkelijk gebruikt worden voor de woonvorm birdnesting, zijnde een vorm van verblijfsco-ouderschap waarbij de kinderen in de betrokken woning (blijven) wonen en de ouders afwisselend, volgens een bepaald schema, met de kinderen in het huis verblijven en de zorg voor hun rekening nemen;
- Woningen of gebouwen die opgenomen zijn in het gemeentelijk leegstandsregister of het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd dit reglement op registratie van tweede verblijven vast te stellen met ingang van 1 januari 2026.
Enig artikel: De gemeenteraad stelt onderstaand reglement op de registratie van tweede verblijven vast:
1. ALGEMEEN
Artikel 1: Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder de volgende begrippen:
Aangifteplichtige: de zakelijk gerechtigde die beslist om de woongelegenheid als tweede verblijf te gebruiken.
Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen van de gemeente m.b.t. een administratief beroep tegen de beslissing tot opname in of schrapping uit het register van tweede verblijven.
Beveiligde zending: een zending per aangetekende post, een elektronische aangetekende zending, hetzij een zending met afgifte tegen ontvangstbewijs.
Register van tweede verblijven: het gemeentelijk register dat bestaat uit een inventaris van tweede verblijven, opgemaakt als digitaal bestand.
Registerbeheerder: de administratieve eenheid die door het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het register van tweede verblijven.
Tweede verblijf: elke private woongelegenheid die niet het hoofdverblijf vormt van de zakelijk gerechtigde, de huurder of enige andere gebruiker, maar die wel op elk moment door hem kan worden bewoond. Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
Als tweede verblijf worden niet beschouwd:
- Lokalen die uitsluitend bestemd zijn om een beroepsactiviteit uit te oefenen;
- Garages;
- Tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij deze tenminste zes maanden per jaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden;
- Woongelegenheden in het beheer van de gemeente, het ocmw, een autonoom gemeentebedrijf, een woonmaatschappij waarin de gemeente of het ocmw participeert, of een intergemeentelijk samenwerkingsverband waarin de gemeente participeert;
- Woningen die daadwerkelijk gebruikt worden voor de woonvorm birdnesting, zijnde een vorm van verblijfsco-ouderschap waarbij de kinderen in de betrokken woning (blijven) wonen en de ouders afwisselend, volgens een bepaald schema, met de kinderen in het huis verblijven en de zorg voor hun rekening nemen;
- Woningen of gebouwen die opgenomen zijn in het gemeentelijk leegstandsregister of het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:
- Volle eigendom;
- Het recht van opstal of van erfpacht, inclusief onderopstal en ondererfpacht;
- Het vruchtgebruik, inclusief recht van bewoning en ondervruchtgebruik.
2. HET REGISTER VAN TWEEDE VERBLIJVEN
Artikel 2: Het register van tweede verblijven
De gemeente houdt een register van tweede verblijven bij, waarin minimaal de volgende gegevens worden opgenomen:
- het adres van het tweede verblijf;
- de kadastrale gegevens van het tweede verblijf;
- de identiteit en het (de) adres(sen) van de zakelijk gerechtigde(n);
- het nummer en de datum van de administratieve akte.
Artikel 3: Aangifteplicht
§1. De aangifteplichtige moet ten laatste op 30 april van het jaar volgend op de eerste ingebruikname van een woongelegenheid als tweede verblijf, een aangifte indienen bij de registerbeheerder op een door de gemeente ter beschikking gesteld formulier.
§2. De aangifte wordt per beveiligde zending verstuurd aan het volgende adres: Forum 6 te 2870 Puurs-Sint-Amands. De aangifte kan eveneens per e-mail worden ingediend op volgend e-mailadres wonen@puursam.be of via de gemeentelijke website.
Artikel 4: Ambtshalve opname
Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn overeenkomstig artikel 3 van dit reglement, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt het onroerend goed door de registerbeheerder ambtshalve ingeschreven in het register van tweede verblijven, dit op basis van de gegevens waarover de registerbeheerder beschikt en de indicaties vermeld in artikel 5, §2 van dit reglement.
Artikel 5: Vaststelling van tweede verblijf
§1. De door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente met de opsporing van tweede verblijven belaste personen bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in de artikelen 5 en 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeenteheffingen.
§2. Of een woongelegenheid een tweede verblijf is, wordt getoetst aan de volgende indicaties:
- het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister, vreemdelingenregister of wachtregister op het adres van de woning;
- de woning is afgewerkt;
- de woning is helemaal of gedeeltelijk bemeubeld;
- de woning is aangesloten op de nutsvoorziening en heeft een verbruik dat minstens ¼ bedraagt van het gangbare verbruik (op jaarbasis) van een gezin van gelijke grootte;
- de woning heeft sanitaire voorzieningen;
- de woning is uitgerust om er te eten en te slapen.
Aan alle indicaties dient voldaan te worden. Een tweede verblijf is immers geen leegstaande woning. Een tweede verblijf wordt daadwerkelijk gebruikt als woning en is ook zo ingericht en uitgerust.
Artikel 6: Opname in het register van tweede verblijven
De registerbeheerder maakt met betrekking tot het tweede verblijf een genummerde administratieve akte op. Dit op basis van de aangifte vermeld in artikel 3 van dit reglement, dan wel, wat betreft de ambtshalve opnamen na een controle ter plaatse en toetsing aan de indicaties vermeld in artikel 5, §2 van dit reglement. In geval van een ambtshalve opname worden de vaststellingen gestaafd met minstens één foto en een beschrijvend verslag waarin de passende objectieve indicaties van tweede verblijf worden opgenomen.
De datum van de administratieve akte geldt als datum van opname in het register.
Artikel 7: Kennisgeving van de opname in het register van tweede verblijven
§1. De beslissing tot opname van de woning in het register van tweede verblijven wordt, per beveiligde zending door de registerbeheerder ter kennis gebracht aan de zakelijk gerechtigde(n) die bij de gemeente gekend zijn.
Indien een tweede verblijf in onverdeeldheid toebehoort aan verschillende zakelijk gerechtigden, betekent de registerbeheerder een administratieve akte aan elke zakelijk gerechtigde die bij de gemeente gekend is.
De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is een woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan vindt de betekening plaats aan het adres van het tweede verblijf waarop de administratieve akte betrekking heeft.
§2. Deze kennisgeving bevat tevens:
- de administratieve akte en, in geval van een ambtshalve opname, het beschrijvend verslag;
- informatie met betrekking tot:
§1. Op straffe van onontvankelijkheid kan de zakelijk gerechtigde, hetzij zijn advocaat of wettelijk vertegenwoordiger, per beveiligde zending, per e-mail of online via de gemeentelijke website en binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de beslissing tot opname, een administratief beroep indienen bij de beroepsinstantie.
§2. Het beroepschrift moet om ontvankelijk te zijn
- een poststempel of datum van afgifte bevatten, tenzij het werd ingediend per e-mail of online via de gemeentelijke website;
- gemotiveerd zijn;
- de naam of handtekening bevatten van de zakelijk gerechtigde, of van de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde.
En minstens de volgende gegevens bevatten:
- de identiteit en het adres van de indiener;
- het nummer van de administratieve akte;
- het adres van het tweede verblijf waarop het beroepschrift betrekking heeft;
- alle bewijsstukken (minstens één) op basis waarvan wordt aangevoerd dat de opname in het register van tweede verblijven onterecht zou zijn. Alle bewijsmiddelen van gemeen recht zijn toegelaten, met uitzondering van de eed;
- een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, een bewijs van wettelijke vertegenwoordiging of de statuten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, indien het beroepschrift wordt ingediend door een persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, behoudens bij toepassing van artikel 440 van het Gerechtelijk Wetboek.
Het louter voorleggen van een inschrijving in het bevolkingsregister op het betreffende adres of het voorleggen van een (handels-)huurovereenkomst met betrekking tot de woning, kan nooit als afdoende bewijs gelden voor een beroep tegen de opname in het register van tweede verblijven, aangezien deze geen enkele aanwijzing geeft omtrent de effectieve benutting van de woning.
§3. De zakelijk gerechtigde of de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, kan een vervangend beroepschrift indienen, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd. Dit kan zolang de termijn van dertig kalenderdagen, zoals vermeld in §1 van dit artikel, niet is verstreken.
§4. De registerbeheerder registreert elk beroepschrift in het register van tweede verblijven.
§5. De beroepsinstantie onderzoekt de ontvankelijkheid van de beroepschriften. Het beroepschrift is onontvankelijk in de volgende limitatief opgesomde gevallen:
- het is te laat ingediend;
- het voldoet niet aan de vereisten vermeld in §2 van dit artikel;
- het is niet afkomstig van een zakelijk gerechtigde of diens vertegenwoordiger conform §2 van dit artikel.
§6. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Zij onderzoekt de gegrondheid op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek dat uitgevoerd wordt door de door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente met de opsporing van tweede verblijven belaste personen (cfr. artikel 5, §1 van onderhavig reglement).
Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot de woning voor het feitenonderzoek wordt geweigerd of verhinderd.
§7. De beroepsinstantie doet uitspraak over de ontvankelijke beroepschriften en geeft per beveiligde zending kennis van de beslissing aan de zakelijk gerechtigde(n) binnen een ordetermijn van negentig dagen, te rekenen vanaf de dag na deze van de kennisgeving van het beroepschrift.
§8. Indien de beslissing tot opname in het register van tweede verblijven niet tijdig wordt betwist met een administratief beroep of het administratief beroep onontvankelijk of ongegrond wordt verklaard, blijft de woning opgenomen in het register van tweede verblijven, vanaf de datum van de administratieve akte.
Als het administratief beroep wordt ingewilligd, wordt de woning beschouwd als nooit opgenomen in het register.
§9. De zakelijk gerechtigde, hetzij zijn advocaat of wettelijke vertegenwoordiger, kan tegen de beslissing van de beroepsinstantie beroep aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg. De termijn voor het indienen van een beroep bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing van de beroepsinstantie. De artikelen 1385decies en 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing.
§1. Bij wijziging van persoons-en contactgegevens geldt een meldingsplicht in hoofde van de zakelijk gerechtigde. De gewijzigde persoons- en contactgegevens dienen uiterlijk twee maanden na wijziging aan de registerbeheerder te worden bezorgd.
Wanneer de zakelijk gerechtigde nalaat de wijzigingen door te geven kan de registerbeheerder op rechtsgeldige wijze kennisgeven op grond van de gegevens waarover hij beschikt.
§2. Bij overdracht van een zakelijk recht op een tweede verblijf, geldt een meldingsplicht.
De overdrager bezorgt de registerbeheerder binnen een termijn van twee maanden na de overdracht per beveiligde zending of per e-mail een kopie van of een uittreksel uit de notariële akte waarbij het zakelijk recht werd overgedragen.
De kopie of het uittreksel bevat minstens de volgende gegevens:
- de identiteit en het adres van de overdrager;
- het nummer van de administratieve akte;
- de identiteit van de verkrijger van het zakelijk recht en het aandeel in het zakelijk recht;
- het adres van de woning waarop de overdracht betrekking heeft;
- de kadastrale gegevens van de woning waarop de overdracht betrekking heeft;
- de naam en de standplaats van de instrumenterende notaris.
Wanneer de overdrager de notaris hierom verzoekt, kan de instrumenterende notaris de registerbeheerder op de hoogte stellen van de overdracht van het zakelijk recht. In voorkomend geval zal de notaris de registerbeheerder binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis stellen van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde(n), gestaafd met de nodige bewijsstukken.
§3. Bij overdracht van een zakelijk recht stelt de notaris de verkrijger(s) van het volle eigendomsrecht, of van een recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik, voorafgaand aan de overdracht in kennis van de opname van het onroerend goed in het register van tweede verblijven.
§4. Wanneer de overdracht niet aan de registerbeheerder ter kennis wordt gebracht, kan de registerbeheerder op rechtsgeldige wijze kennisgeven aan de overdrager.
Het register van tweede verblijven is een bestuursdocument en is als dusdanig (gedeeltelijk) toegankelijk voor het publiek.
De aanvraag tot openbaarheid kan overeenkomstig de bepalingen uit het Bestuursdecreet van 7 december 2018 worden afgewezen, onder meer ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
§1. Een woning kan door de registerbeheerder uit het register van tweede verblijven worden geschrapt in de hierna bepaalde gevallen, indien de zakelijk gerechtigde, hetzij de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, hierom verzoekt en de nodige gegevens en bewijsstukken levert.
De registerbeheerder kan een woning ambtshalve schrappen uit het register van tweede verblijven indien hij reeds over de nodige gegevens en bewijsstukken beschikt waaruit blijkt dat de woning niet als tweede verblijf wordt aangewend.
§2. Een woning wordt uit het register van tweede verblijven geschrapt wanneer de zakelijk gerechtigde of de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde hierom verzoekt en bewijst dat de woning minstens vier opeenvolgende maanden ononderbroken niet langer in gebruik is als tweede verblijf. De woning wordt geschrapt te rekenen vanaf de eerste dag van de beëindiging van de aanwending als tweede verblijf, op voorwaarde dat dit blijkt uit de inschrijving in het bevolkingsregister, vreemdelingenregister of wachtregister, de eventuele andere door de zakelijk gerechtigde aangeleverde stukken of desgevallend een plaatsbezoek.
§3. Het verzoek tot schrapping moet om ontvankelijk te zijn:
- een poststempel of datum van afgifte bevatten, tenzij het werd ingediend per e-mail of online via de gemeentelijke website;
- gemotiveerd zijn;
- de naam of handtekening bevatten van de zakelijk gerechtigde, hetzij van de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde;
- per beveiligde zending, per e-mail of online via de gemeentelijke website worden ingediend.
En minstens de volgende gegevens bevatten:
- de identiteit en het adres van de indiener;
- het nummer van de administratieve akte;
- het adres van de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;
- alle bewijsstukken (minstens één) op grond waarvan wordt aangevoerd dat de woning geschrapt mag worden uit het register van tweede verblijven overeenkomstig §2 van dit artikel. Alle bewijsmiddelen van gemeen recht zijn toegelaten, met uitzondering van de eed;
- een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, een bewijs van wettelijke vertegenwoordiging of de statuten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, indien het beroepschrift wordt ingediend door een persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, behoudens bij toepassing van artikel 440 van het Gerechtelijk Wetboek.
De indiener van het verzoek tot schrapping kan te allen tijde een nieuw verzoek tot schrapping indienen dat voldoet aan de vereisten opgesomd in deze paragraaf.
§4. De registerbeheerder onderzoekt de ontvankelijkheid van de verzoeken tot schrapping.
§5. De registerbeheerder onderzoekt de ontvankelijke verzoeken tot schrapping op hun gegrondheid aan de hand van de stukken of een feitenonderzoek, verricht door de door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente met de opsporing van tweede verblijven belaste personen (cfr. artikel 5, §1 van onderhavig reglement).
Het verzoek tot schrapping wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot de woning voor het feitenonderzoek wordt geweigerd of verhinderd.
Het louter voorleggen van een inschrijving in het bevolkingsregister op het betreffende adres of het voorleggen van een (handels-)huurovereenkomst met betrekking tot de woning kan nooit als afdoende bewijs gelden voor het bekomen van een schrapping uit het register van tweede verblijven, aangezien deze geen enkele aanwijzing geeft omtrent de effectieve benutting van de woning.
§6. Indien het verzoek tot schrapping onontvankelijk of ongegrond wordt beoordeeld, blijft de woning in het register van tweede verblijven opgenomen, vanaf de datum van de administratieve akte.
§7. De registerbeheerder neemt een beslissing, desgevallend na plaatsbezoek, omtrent het ontvankelijk verzoek tot schrapping en brengt deze beslissing per beveiligde zending ter kennis aan de verzoeker binnen een ordetermijn van negentig dagen te rekenen vanaf de dag na deze van de betekening van het verzoek tot schrapping.
Wordt het verzoek tot schrapping ingewilligd, dan wordt de woning geschrapt uit het register, vanaf de datum die vermeld is in de beslissing tot schrapping.
§8. De zakelijk gerechtigde(n) wordt op de hoogte gebracht van de beslissing over de schrapping.
§1. Op straffe van onontvankelijkheid kan de zakelijk gerechtigde, hetzij een persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, per beveiligde zending, per e-mail of online via de gemeentelijke website en binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de beslissing over het verzoek tot schrapping, een administratief beroep indienen bij de beroepsinstantie.
§2. Het beroepschrift moet om ontvankelijk te zijn:
- een poststempel of datum van afgifte bevatten, tenzij het werd ingediend per e-mail of online via de gemeentelijke website;
- gemotiveerd zijn;
- de naam of handtekening bevatten van de zakelijk gerechtigde, hetzij van de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde.
En minstens de volgende gegevens bevatten:
- de identiteit en het adres van de indiener;
- het nummer van de administratieve akte;
- het adres van de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;
- alle bewijsstukken (minstens één) op grond waarvan wordt aangevoerd dat de beslissing over het verzoek tot schrapping uit het register van tweede verblijven onterecht zou zijn. Alle bewijsmiddelen van gemeen recht zijn toegelaten, met uitzondering van de eed;
- een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, een bewijs van wettelijke vertegenwoordiging of de statuten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, indien het beroepschrift wordt ingediend door een persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, behoudens bij toepassing van artikel 440 van het Gerechtelijk Wetboek.
§3. De zakelijk gerechtigde hetzij de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, kan zolang de termijn van dertig kalenderdagen niet is verstreken een vervangend beroepschrift indienen, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd.
§4. De beroepsinstantie onderzoekt de ontvankelijkheid van de beroepschriften. Het beroepschrift is onontvankelijk in de volgende limitatief opgesomde gevallen:
- het is te laat ingediend;
- het voldoet niet aan de vereisten vermeld in §2 van dit artikel;
- het is niet afkomstig van een zakelijk gerechtigde of diens vertegenwoordiger conform §2 van dit artikel.
§5. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Zij onderzoekt de gegrondheid op stukken of met een feitenonderzoek, verricht door de door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente met de opsporing van tweede verblijven belaste personen (cfr. artikel 5, §1 van onderhavig reglement).
Het beroep is in ieder geval ongegrond indien de toegang tot de woning voor het feitenonderzoek wordt geweigerd of verhinderd.
§6. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en geeft kennis van de beslissing aan de zakelijk gerechtigde(n), binnen een ordetermijn van negentig dagen, te rekenen vanaf de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending aan de indiener betekend.
§7. Indien er geen tijdig beroepschrift werd ingediend of indien er sprake is van een onontvankelijk of ongegrond administratief beroep, blijft de woning opgenomen in het register van tweede verblijven, vanaf de datum vermeld in de administratieve akte bedoeld in artikel 6 van dit reglement.
Indien de beroepsinstantie het beroep ontvankelijk en gegrond acht, wordt de woning uit het register van tweede verblijven geschrapt vanaf de datum vermeld in de beslissing van de beroepsinstantie.
§8. De zakelijk gerechtigde, hetzij zijn advocaat of wettelijke vertegenwoordiger, kan tegen de beslissing van de beroepsinstantie beroep aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg. De termijn voor het indienen van een beroep bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing van de beroepsinstantie. De artikelen 1385decies en 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing.
3. INWERKINGTREDING EN OVERGANGSBEPALINGEN
Dit reglement werd vastgesteld door de gemeenteraad van 15 december 2025, treedt in werking op 1 januari 2026 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285 tot en met 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Woongelegenheden die in aanslagjaar 2025 reeds het voorwerp uitmaakten van de belasting op tweede verblijven, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van Puurs-Sint-Amands in vergadering van 16 december 2019, zoals gewijzigd door de beslissing van de gemeenteraad van 25 maart 2024, worden door de registerbeheerder vanaf 1 januari 2026 ambtshalve opgenomen in het register van tweede verblijven. Het gebruik als tweede verblijf moet niet opnieuw bewezen worden.
De registerbeheerder brengt de opname in het register van tweede verblijven overeenkomstig artikel 7 van dit reglement ter kennis van de zakelijk gerechtigde(n).