Terug
Gepubliceerd op 18/12/2025

Besluit  Gemeenteraad

ma 15/12/2025 - 20:00

Belasting op motoren, hefkracht en drijfkracht - Vaststelling

Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Willem Geeroms, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Anne De Ron, Ronny Tourné, Sophie Van Praet, Raf De Blaiser, Jan Van Camp, Patrick Pauwels, Jürgen Buyst, Luk Ceurvelt, Peggy Seeuws, Reinhilde Goossens, Linda Caluwaerts, Robbe Cooremans, Giselle Vissers, Ine Schokkaert, Sander Schokkaert, Jorden Dewachter, Eva Peleman, Jelien De Laet, Marleen Vos, Joos Wauters, Erwin Mertens, Kristina Galestian, Toon Vandendriessche, Raoul Paridaens
Aanleiding

De gemeenteraad heeft in vergadering van 19 december 2022 het belastingreglement op motoren, hefkracht en drijfkracht vastgesteld voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025. Omwille van de wijziging van de maatschappelijke zetel van de gemeente Puurs-Sint-Amands werd het adres m.b.t. de aangifteplicht gewijzigd ingevolge beslissing van de gemeenteraad van 25 maart 2024.

Juridische grond

Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing: 

Bevoegdheidsgrond 

  • Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 en latere wijzigingen;

Toepasselijke wetgeving

  • Artikel 170 §4 van de Grondwet;

  • Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd door het Decreet van 3 mei 2024; 

  • De omzendbrief KB/ABB 2019/02 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit;  

 

 

Feiten, context en argumentatie

Het belastingreglement, zoals vastgesteld in vergadering van 19 december 2022, neemt een einde op 31 december 2025. Vandaar dat het noodzakelijk is om dit belastingreglement opnieuw vast te stellen voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031. 

Bedrijven gebruiken motoren om hun machines aan te drijven.

Omwille van haar financiële behoefte, heft de gemeente een belasting op deze motoren. Het is gerechtvaardigd om aan ondernemingen, die motoren gebruiken, een bijdrage te vragen in de gemeentelijke uitgaven.

Het is billijk om de eerste 20 kW vrij te stellen, om de administratieve last voor de gemeente te reduceren.

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het belastingreglement op motoren, hefkracht en drijfkracht opnieuw vast te stellen voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.

Financiële weerslag

De inkomsten zijn opgenomen in het meerjarenplan onder budgetsleutel 0020-00/73402000. 

Publieke stemming
Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Willem Geeroms, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Anne De Ron, Ronny Tourné, Sophie Van Praet, Raf De Blaiser, Jan Van Camp, Patrick Pauwels, Jürgen Buyst, Luk Ceurvelt, Peggy Seeuws, Reinhilde Goossens, Linda Caluwaerts, Robbe Cooremans, Giselle Vissers, Ine Schokkaert, Sander Schokkaert, Jorden Dewachter, Eva Peleman, Jelien De Laet, Marleen Vos, Joos Wauters, Erwin Mertens, Kristina Galestian, Toon Vandendriessche, Raoul Paridaens
Voorstanders: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Willem Geeroms, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Anne De Ron, Ronny Tourné, Sophie Van Praet, Raf De Blaiser, Patrick Pauwels, Jürgen Buyst, Luk Ceurvelt, Reinhilde Goossens, Robbe Cooremans, Giselle Vissers, Ine Schokkaert, Sander Schokkaert, Eva Peleman, Jelien De Laet
Tegenstanders: Jan Van Camp, Peggy Seeuws, Linda Caluwaerts, Jorden Dewachter, Erwin Mertens, Kristina Galestian, Toon Vandendriessche
Onthouders: Marleen Vos, Joos Wauters
Resultaat: Met 20 stemmen voor, 7 stemmen tegen, 2 onthoudingen
Besluit

Enig artikel: De gemeenteraad stelt onderstaand belastingreglement met betrekking tot de motoren, hefkracht en drijfkracht vast:

Artikel 1: Overgangsbepaling

Het belastingreglement op motoren, hefkracht en drijfkracht, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 19 december 2022 van Puurs-Sint-Amans, en gewijzigd door het raadsbesluit van 25 maart 2024, blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2026, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2026.

Artikel 2: Heffingstermijn - belastbaar feit

Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een belasting gevestigd op het gebruik van motoren, hefkracht en drijfkracht voor nijverheids-, landbouw- en handelsdoeleinden, evenals op deze gebruikt door de beoefenaars van vrije beroepen, ongeacht de krachtbron welke deze in beweging brengt.

De belasting is verschuldigd voor motoren die de belastingplichtige voor de exploitatie van zijn vestiging gebruikt. De belasting slaat  o.m. op de elektromotoren, de stoommachines, de verbrandingsmotoren, de waterturbines,... deze opsomming is niet limitatief.

De belasting wordt gevestigd op grond van de belastbare motorenkracht aangewend in het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar. Dit jaar geldt als referentiejaar voor de aangewende motorenkracht in het aanslagjaar.

Wanneer niet teruggevallen kan worden op een referentiejaar, wordt de belasting berekend op grond van de belastbare elementen van het lopende aanslagjaar. Dit is het geval voor bestaande vestigingen op het grondgebied van de gemeente waarvoor nog geen referentieperiode bepaald was voor het berekenen van de motorenkracht als indicatie voor het aanslagjaar, voor nieuwe vestigingen op het grondgebied van de gemeente en bij de indienstneming van motoren in de loop van het aanslagjaar. Bij de indienstneming van motoren in de loop van het aanslagjaar, wordt de belasting van die extra motorenkracht berekend vanaf de factuurdatum.

Artikel 3: Definities

Onder volgende begrippen wordt verstaan:

- Simultaanfactor: de vermindering die belastingplichtige verkrijgt door het aantal motoren dat er wordt gebruikt in de onderneming. Is er maar 1 belastbare motor dan wordt deze belast aan 100% van zijn vermogen. Heeft de onderneming 2 belastbare motoren dan wordt het totaal vermogen belast aan 99% van het totaal vermogen. Deze degressieve berekening wordt toegepast tot maximaal 31 belastbare motoren = 0,70%. Indien de onderneming meer dan 31 belastbare motoren heeft blijft de simultaanfactor ongewijzigd op 0,70% toegepast voor het totaal belastbaar vermogen.

De motoren die van de belasting volledig worden vrijgesteld overeenkomstig artikel 6.2,  2°, 3°, 4°, 5°, 6° en 9° komen niet in aanmerking voor de berekening van de simultaanfactor.

- Referentiejaar bedoeld in artikel 2, derde lid: de belasting wordt gevestigd naar evenredigheid van de motorenkracht die gerealiseerd werd in het kalenderjaar voorafgaand aan het aanslagjaar.

Artikel 4: Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon, die motoren voor de exploitatie van zijn vestiging gebruikt.

Artikel 5: Berekeningsgrondslag en tarief

5.1. Berekeningsgrondslag:

Optie motorenkracht:

De belasting wordt berekend op grond van de belastbare motorenkracht tijdens de referentieperiode, die loopt van 1 januari tot en met 31 december voorafgaand aan het aanslagjaar. Ze wordt berekend per maand en elk gedeelte ervan wordt voor een volledige maand geteld.

Een motor die voor de eerste maal in werking wordt gesteld, is belastbaar vanaf de  maand volgend op de maand van ingebruikname in de referentieperiode.

Indien de vestiging van de belastingplichtige over meerdere motoren beschikt dan wordt voor de berekening van de belasting een simultaanfactor gehanteerd. Deze simultaanfactor wijzigt naargelang het aantal aanwezige motoren. Per factor gelijk aan de eenheid van 1 motor wordt tot en met 31 motoren met 1/100 van de bijkomende motor verminderd en blijft daarna onveranderd en gelijk aan 0,70 voor 31 motoren en meer. De motoren die volledig van de belasting volledig worden vrijgesteld overeenkomstig artikel 6.2, 2°, 3°, 4°, 5°, 6° en 9° komen niet in aanmerking voor de berekening van de simultaanfactor.

Berekening van het belastbaar kilowattvermogen = aantal kilowatt x simultaanfactor. Het resultaat wordt steeds naar het volgend geheel afgerond.

De vorkheftrucks, reachtrucks, stackers, elektrische transpaletten en straddle carriers worden belast volgens hun maximaal hefvermogen zoals vermeld in de volgende tabel:

Maximaal hefvermogen                             kW

Van 0 kg tot 999 kg =                                   5

Van 1 000 kg tot 1 999 kg =                          8

Van 2 000 kg tot 5 999 kg =                         15

Van 6 000 kg tot 19 999 kg =                       20

Van 20 000 kg tot 29 999 kg =                     25

Van 30 000 kg tot 44 999 kg =                     30

Van 45 000 kg tot onbeperkt =                     40

Voertuigen en machines met motoren op diesel, benzine of gas:

De tractoren, terreinvoertuigen (zoals autobussen, auto’s,  en dergelijke die enkel voor intern gebruik op het terrein benut worden), trekkers, nijverheidstuigen (zoals asfalteermachines, rupskranen, pletwalsen, bulldozers, graafmachines, laadschoppen, locomotieven), en nijverheidsmachines (zoals breekinstallaties, grasmachines, trilplaten, ladderliften)  en zonder dat deze opsomming limitatief is,  worden belast volgens volgende tabel:

Cilinderinhoud Omzetting naar                kW

van 0 cm³ tot 499 cm³ =                              2

van 500 cm³ tot 2.499 cm³ =                       7

van 2.500 cm³ tot 4.999 cm³ =                   15

van 5.000 cm³ tot 7.499 cm³ =                   22

van 7.500 cm³ tot 9.999 cm³ =                   29

van 10.000 cm³ tot onbeperkt =                  37

5.2.Tarieven:

De belasting bedraagt:

-          € 20 per kilowattvermogen of gedeelte van een kilowatt voor het vermogen vanaf 21 kilowatt of meer.

De minimumaanslag bedraagt 65 euro.

Artikel 6: Vrijstelling

Van de belasting worden vrijgesteld:

6.1. Algemene vrijstelling:

Degenen die na toepassing van de specifieke vrijstellingen in artikel 6.2, 2°, 3°, 4°, 5°, 6° en 9° en na toepassing van de simultaanfactor over een gezamenlijke motorenkracht tot en met 20 kW beschikken, zijn van deze belasting vrijgesteld.

Zij zijn evenwel niet vrijgesteld van de aangifteplicht bedoeld in artikel 7.

6.2. Specifieke vrijstelling:

De belasting wordt niet geheven op :

1° De motor die gedurende de referentieperiode niet werd gebruikt. Als de motor opnieuw wordt geactiveerd, dient de exploitant de gemeente hiervan schriftelijk in kennis te stellen, zoals voorzien in artikel 7. Het bewijs van de activiteit kan met alle mogelijke rechtsmiddelen worden geleverd door de belastingplichtige;

2° De motor van de voertuigen die onder de verkeersbelasting op de autovoertuigen vallen of die speciaal van deze belasting zijn vrijgesteld en voor zover deze motor uitsluitend zijn kracht gebruikt voor het vervoer van goederen of personen over de openbare weg;

3° De motor van een draagbaar toestel dat tegelijk door één persoon kan bediend en gedragen worden;

4° De door perslucht aangedreven motor;

5° De motorkracht welke uitsluitend gebruikt wordt voor toestellen tot polderbemaling, grondbemaling voor openbare werken, leegpompen van werkplaatsen (droogdokken uitgezonderd), hygiënische ventilatie in functie van productieproces (met uitzondering van airco in functie van comfort);

6° De motoren van vaartuigen die dienen voor  transport van personen of goederen, evenals de motoren gebruikt  aan boord van deze vaartuigen;

7° De reservemotor, d.i. een motor die niet continu staat opgesteld en enkel wordt gebruikt of geïnstalleerd als de motor die instaat voor zijn doel, defect is of moet vervangen worden;

8° De wisselmotor, d.i. deze welke uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als een andere, die hij tijdelijk moet vervangen; de reserve- en wisselmotoren kunnen aangewend worden om tegelijkertijd te werken als deze welke normaal gebruikt worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting van de productie te verzekeren;

9° motoren die gebruikt worden voor de brandbeveiligingsinstallaties;

Artikel 7: Aangifteplicht

De belastingplichtigen, vermeld in artikel 4 zijn ertoe gehouden uiterlijk op 30 juni van elk aanslagjaar een gedetailleerde aangifte te doen van alle motoren die voor de berekening in aanmerking komen en van de gegevens die aanleiding geven tot een vrijstelling overeenkomstig artikel 6.2, 1°, 7° en 8°. 

In het geval de belastingplichtige zijn aangifte niet kan steunen op de gegevens uit een referentiejaar, zoals bepaald in artikel 2, vierde lid, wordt de aangifte ingediend uiterlijk 31 juli van het aanslagjaar.

Deze aangifte moet worden ingediend op volgend adres: Forum 6, 2870 Puurs-Sint-Amands of via volgend e-mailadres: belastingen@puursam.be.

De aangifte moet worden gedaan op het formulier dat de gemeente ter beschikking stelt van de belastingplichtige, indien nodig met bijlage. Dit formulier kan zowel fysiek als digitaal worden aangevraagd op bovengenoemd (e-mail)adres of via de gemeentelijke website.

Artikel 8: Controlemiddelen

De aangestelde ambtenaren zijn gemachtigd om alle inbreuken op deze verordening vast te stellen.  De door hun opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot het bewijs van het tegendeel.

Artikel 9: Ambtshalve belasting

Als er geen, geen juiste of geen volledige aangifte is gedaan voor de aangiftedatum vermeld in artikel 7, kan de gemeente de belasting ambtshalve vestigen op basis van de gegevens waarover ze beschikt.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen vanaf de ontvangst van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De kennisgeving wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van verzending van de kennisgeving.

Artikel 10: Wijze van invordering

De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Artikel 11: Betalingstermijn

De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 12: Administratieve geldboete

Voor het niet naleven van de bepalingen van dit belastingreglement of van het decreet van 30 mei 2008 kan een administratieve geldboete van 250 euro worden opgelegd aan de belastingplichtige bijvoorbeeld bij weigering om mee te werken aan een onderzoek of boeken voor te leggen. 

Het bedrag van de administratieve geldboete wordt gelijktijdig en samen met de belasting ingekohierd en ingevorderd.

Artikel 13: Verwijzingsregel

De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Artikel 14: Inwerkingtreding en bekendmaking

Huidig belastingreglement werd vastgesteld door de gemeenteraad van 15 december 2025, is van toepassing op de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2026 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285 t.e.m. 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.