De gemeenteraad heeft in vergadering van 4 februari 2019 het belastingreglement op het vervoer van personen met een politievoertuig vastgesteld voor de periode van 5 februari 2019 tot en met 31 december 2025.
Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:
Bevoegdheidsgrond
Toepasselijke regelgeving
Het belastingreglement op het vervoer van personen met een politievoertuig, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 4 februari 2019, neemt een einde op 31 december 2025. Vandaar dat het noodzakelijk is om dit belastingreglement opnieuw vast te stellen voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.
Administratief aangehouden, (vermoedelijk) dronken en gedrogeerde personen worden regelmatig met een politievoertuig vervoerd, wat de werklast van het politiepersoneel verzwaart. Hierdoor kunnen andere taken in het gedrang komen, zoals de aanwezigheid op straat, terwijl die zichtbare aanwezigheid nochtans zeer belangrijk is om de veiligheid van de burger te verhogen.
Deze belasting is niet verschuldigd bij het vervoer van gerechtelijk aangehouden personen bedoeld in artikel 78, 4° van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, aangezien de kosten van overbrenging ten laste van de staat komen en dit zonder verhaal op de veroordeelde partijen.
De belasting op het vervoer van personen met een politievoertuig neemt de financiële toestand van de gemeente in overweging en heeft als doel om een deel van de gemaakte kosten voor politie-interventies te vergoeden, vermits deze eerder het particuliere dan het algemene belang dienen. Bijgevolg is het wenselijk om een belasting op het vervoer van personen met een politievoertuig te heffen, zodat op die manier wordt bijgedragen in de gemeentelijke uitgaven.
Bij gebrek aan indexeringsclausules in het vorige reglement, wordt het tarief thans naar het huidige niveau van levensduurte gebracht. Het bedrag vermeld in dit artikel wordt jaarlijks gecumuleerd aangepast door middel van een index met een vaste coëfficiënt van 1,5%.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het belastingreglement op het vervoer van personen met een politievoertuig opnieuw vast te stellen voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.
De ontvangsten zijn opgenomen in het meerjarenplan op budgetsleutel 0020-00/73120000.
Enig artikel: De gemeenteraad stelt onderstaand belastingreglement op het vervoer van personen met een politievoertuig vast:
Artikel 1: Overgangsbepaling
Het raadsbesluit, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van 4 februari 2019 inzake de belasting op het vervoer van personen met een politievoertuig voor de aanslagjaren 2019 tot en met 2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2026, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2026.
Artikel 2: Heffingstermijn - belastbaar feit
Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt door de gemeente Puurs-Sint-Amands een belasting gevestigd op het vervoer van personen met een politievoertuig wegens:
Artikel 3: Definities
Onder volgende begrippen wordt verstaan:
Rit: Het traject dat wordt afgelegd vanaf het uitrukken van het politievoertuig tot op het ogenblik dat de betrokkene op zijn eindbestemming is gebracht.
Eindbestemming: De meest aangewezen bestemming naargelang het geval (politiecommissariaat, thuis, bij de meerderjarige die het ouderlijk gezag of feitelijk toezicht uitoefent, verpleeginstelling, …).
Bestuurlijke aanhouding: De opdrachten van de bestuurlijke politie zoals omschreven in de artikelen 31 en 34 §4 van de Wet op het Politieambt.
Artikel 4: Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de vervoerde persoon of in voorkomend geval, door de voor hem burgerlijk verantwoordelijke persoon.
De belasting is verschuldigd vanaf het ogenblik dat de vervoerde persoon zijn eindbestemming heeft bereikt.
Artikel 5: Berekeningsgrondslag en tarief
De belasting wordt als volgt vastgesteld per rit en per vervoerd persoon:
| Aanslagjaar | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 |
| Tarief | 250 | 254 | 258 | 261 | 266 | 269 |
Artikel 6: Wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 7: Betalingstermijn
De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 8: Verwijzingsregel
De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 9: Inwerkingtreding en bekendmaking
Dit belastingreglement werd vastgesteld door de gemeenteraad van 15 december 2025, is van toepassing op belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2026 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285 t.e.m. 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.