De gemeenteraad heeft in vergadering van 23 juni 2025 het retributiereglement op meldingen, inlichtingen, vergunningen en attesten uit het domein Leefomgeving vastgesteld dat in werking zal treden op 1 januari 2026.
Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:
Bevoegdheidsgrond:
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41, artikel 177 (invordering) en latere wijzigingen;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen;
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning;
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009;
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2013 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest;
Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM);
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
Het Besluit van de Vlaamse regering betreffende het vastgoedinformatieplatform, zoals goedgekeurd op 22 december 2023;
De gemeenteraad heeft in vergadering van 23 juni 2025 het retributiereglement op meldingen, inlichtingen, vergunningen en attesten uit het domein Leefomgeving vastgesteld dat in werking zal treden op 1 januari 2026.
Ingevolge materiële vergissing werd er echter geen bedrag voorzien voor aanvragen tot omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, vegetatiewijzigingen en kleinhandelsactiviteiten.
Voorts wordt ook voorgesteld om de tarieven te indexeren.
Bijgevolg dient dit retributiereglement opnieuw vastgesteld te worden.
Titel IV, Hoofdstuk II van de VCRO en titel V, Hoofdstuk II van het DABM behandelen de vergunningsplicht. Er is een onderscheid tussen vergunningsplichtige en meldingsplichtige handelingen. De meldingsplicht betreft de gevallen waarin de beoordelingsruimte van het bestuur minimaal is vanwege het eenvoudige en gangbare karakter van de handelingen in kwestie of de onderworpenheid van de handelingen aan nauwkeurige voorschriften. Die dossiers zijn eenvoudiger te behandelen omdat er geen externe adviezen of openbare onderzoeken nodig zijn en slechts een aktename vereist is zonder dat beslissingen moeten genomen worden.
De retributie voor de afgifte van omgevingsvergunningen kan daarom gedifferentieerd worden op basis van de dossiersamenstelling, de omvang van het dossier, het aantal te presteren werkuren en de gemaakte onkosten. Het bedrag van de retributie moet in een redelijke verhouding staan tot de tegenprestatie van de gemeente.
Andere dienstverlening opgenomen in dit retributiereglement zoals een opname in het vergunningenregister, stedenbouwkundig attest, planologisch attest, attest van verdeling, de aktename van een verzaking aan een verkavelingsvergunning, inlichtingen via het vastgoedinformatieplatform, etc. vragen bijkomend opzoekings- en administratief werk. Vandaar dat het aangewezen is om hiervoor ook een retributie vast te stellen.
Het is billijk om deze inzet gedeeltelijk door te rekenen aan degene op wiens initiatief en wiens voordeel de meldings- en vergunningsprocedures worden doorlopen.
Het is billijk om een vrijstelling te voorzien voor bepaalde handelingen en aanvragen vanuit politie- en hulpverleningszones en overheden (en daaraan ondergeschikte besturen), aangezien dit gaat om aanvragen in het kader van het algemeen belang.
Het is eveneens billijk om een vrijstelling te voorzien voor ambtshalve opgestarte dossiers. Het gaat hier over dossiers waarvan de gemeente aanvrager is. Ook voor procedurestappen die worden overgedaan als gevolg van een administratieve lus indien die het gevolg zijn van een fout van de gemeente als vergunningverlenende overheid is het niet verantwoord een retributie op te leggen en is de vrijstelling van toepassing.
Het is eveneens billijk om vrijstelling te verlenen voor handelingen en aanvragen vanuit huisvestigingsmaatschappijen en maatwerkbedrijven om de sociale verhuur en tewerkstelling op het grondgebied van de gemeente te stimuleren.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement op meldingen, inlichtingen, vergunningen en attesten uit het domein Leefomgeving opnieuw vast te stellen voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
De inkomsten zijn opgenomen in het meerjarenplan onder budgetsleutels 0600-00/70001000 en 0600-00/70003000.
Enig artikel: De gemeenteraad stelt het retributiereglement op meldingen, inlichtingen, vergunningen en attesten uit het domein Leefomgeving vast:
Artikel 1: Opheffing
Het retributiereglement op meldingen, inlichtingen, vergunningen en attesten uit het domein Leefomgeving, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 23 juni 2025, wordt opgeheven vanaf 1 januari 2026.
Artikel 2: Heffingstermijn - belastbaar feit
Voor een termijn van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een gemeentelijke retributie geheven op meldingen, inlichtingen, vergunningen en attesten uit het domein Leefomgeving.
Artikel 3: Retributieplichtige
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon in naam en voor rekening waarvan de prestatie wordt aangevraagd.
Indien er meerdere aanvragers zijn, is elke aanvrager hoofdelijk gehouden voor de betaling van de retributie.
Artikel 4: Tarieven
4.1. Prestaties in het kader van omgevingsvergunning:
De retributie bestaat uit een tarief per dossiertype, onafhankelijk van de behandelende overheid, en kan cumulatief aangevuld worden met een toeslag voor eventuele bijkomende procedurestappen volgens onderstaande tabel.
De retributies worden als volgt vastgesteld:
| 4.1.1 Retributie per dossiertype |
euro |
| Stedenbouwkundig attest |
|
|
100 |
| Planologisch attest |
|
|
250 |
| Melding |
|
|
50 |
|
75 |
|
50 |
|
25 |
|
50 |
|
0 |
| Vereenvoudigde procedure (zonder openbaar onderzoek) |
|
|
50 |
|
75
|
|
100 |
|
150 |
|
150 |
|
200 |
| Korte procedure omzetting (met openbaar onderzoek) |
|
|
200 |
| Gewone procedure (met openbaar onderzoek) |
|
|
200 + 100/lot |
|
100 + 25/lot opgenomen in de bijstelling |
|
100 |
|
300
|
|
300 |
|
150 |
|
200 |
|
250 |
Zijn meerdere bedragen uit bovenstaande tabel op een aanvraag van toepassing, dan geldt alleen het hoogste bedrag.
| 4.1.2 Retributie per bijkomende procedurestap |
euro |
|
100 |
|
10 per brief |
|
2,5 per brief |
|
werkelijke kosten |
|
100 |
|
150 |
| 4.1.3. Retributie per bijkomende woongelegenheid |
euro |
|
100
|
De bedragen vermeld in bovenstaande tabellen worden jaarlijks gecumuleerd aangepast door middel van een index met een vaste coëfficiënt van 1,5%.
Het geïndexeerde bedrag wordt afgerond naar het dichtste natuurlijke getal. (bijvoorbeeld: 75,46 euro wordt 75 euro en 89,65 euro wordt 90 euro).
4.2. Gemeentelijke inventaris risicogronden:
De retributie bij aflevering van een uittreksel uit de gemeentelijke inventaris van risicogronden:
Dit bedrag wordt jaarlijks gecumuleerd aangepast door middel van een index met een vaste coëfficiënt van 1,5%.
Het geïndexeerde bedrag wordt afgerond naar het dichtste natuurlijke getal.
4.3. Vastgoedinlichtingen en andere opzoekingen:
De retributie voor het leveren van opzoekingswerk:
Deze bedragen worden jaarlijks gecumuleerd aangepast door middel van een index met een vaste coëfficiënt van 1,5%.
Het geïndexeerde bedrag wordt afgerond naar het dichtste natuurlijke getal.
De retributie voor het voorleggen van een attest van verdeling aan het college van burgemeester en schepenen:
Dit bedrag wordt jaarlijks gecumuleerd aangepast door middel van een index met een vaste coëfficiënt van 1,5%.
Het geïndexeerde bedrag wordt afgerond naar het dichtste natuurlijke getal.
De retributie voor opnemen van een constructie in het vergunningenregister na behandeling van het dossier:
Dit bedrag wordt jaarlijks gecumuleerd aangepast door middel van een index met een vaste coëfficiënt van 1,5%.
Het geïndexeerde bedrag wordt afgerond naar het dichtste natuurlijke getal.
4.6. Verzaking verkavelingsvergunning
De retributie voor het verzaken aan een verkavelingsvergunning en de aktename hiervan door het college van burgemeester en schepenen:
Dit bedrag wordt jaarlijks gecumuleerd aangepast door middel van een index met een vaste coëfficiënt van 1,5%.
Het geïndexeerde bedrag wordt afgerond naar het dichtste natuurlijke getal.
Artikel 5: Vrijstelling
Van de retributies worden vrijgesteld:
Artikel 6: Wijze van inning
De retributie dient betaald te worden na toezending van de factuur.
M.b.t. de retributies die geheven worden in het kader van het Vastgoedinformatieplatform (VIP)-decreet, staat Athumi in voor de inning van deze retributies en dit conform artikel 21 van het Vastgoedinformatieplatform (VIP)-decreet via het Vastgoedinformatieplatform (VIP) in naam en voor rekening van de gemeente. Deze retributies worden periodiek (maandelijks) integraal doorgestort aan de gemeente voor alle aangevraagde producten.
Artikel 7: Invordering
Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwist gedeelte zal door middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het lokaal bestuur, geschieden.
Artikel 8: Inwerkingtreding en bekendmaking
Dit retributiereglement werd vastgesteld door de gemeenteraad van 24 november 2025, treedt in werking op 1 januari 2026 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285 t.e.m. 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.